De archiefwet en academische ziekenhuizen J. H. S. van Herten Voor de beantwoording van de vraag naar de mogelijkheid van vernietiging van medische dossiers in academische ziekenhuizen moeten twee prealabele kwesties worden opgelost. De eerste betreft de eigendom van medische dos siers,1 de tweede de eventuele toepasselijkheid van de Archiefwet2 op acade mische ziekenhuizen. Voor wat de eigendom betreft zij opgemerkt dat de wetgever geen antwoord op de vraag geeft; de literatuur is verdeeld.3 In de rechtspraak kan men aan wijzingen vinden voor de stelling dat medische dossiers eigendom zijn van de instelling waarin de patiënt is of was opgenomen. Deze opvatting is niet in strijd met de vigerende bepalingen in het civiele recht betreffende eigendomsverkrij- ging.4 Is de patiënt niet in een instelling opgenomen geweest, dan is de behan delend arts eigenaar van het dossier.5 Het eigendomsrecht is sterk beperkt, met name door rechten van de patiënt voortvloeiende uit de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.6 Voor wat betreft de vraag of medische dossiers in academische ziekenhui zen onder de vigeur van de Archiefwet vallen, moet een onderscheid worden gemaakt tussen academische ziekenhuizen die aan een rijksuniversiteit zijn ver bonden en academische ziekenhuizen die dat niet zijn. Eerstgenoemde zijn pu bliekrechtelijke rechtspersonen,7 laatstgenoemden zijn dat niet. Voor de laatst- vermelde categorie houdt dat in dat zij - voor wat hun beleid ten aanzien van medische dossiers betreft - gelijkgesteld kunnen worden met ieder ander pri vaatrechtelijk ziekenhuis. Deze niet aan een rijksuniversiteit verbonden aca demische ziekenhuizen laat ik hier verder buiten beschouwing. Voor de oplos sing van de tweede prealabele kwestie is van belang wat onder archiefbescheiden in de zin van de Archiefwet wordt verstaan. Samengevat8 gaat het om beschei den met als aard de bestemming om onder overheidsorganen te berusten. De grondslag van dat berusten is het feit dat het overheidsorgaan de bescheiden zelfheeft opgemaakt9 teneinde voor zichzelf te dienen als schriftelijke weerslag van haar handelen. Tot hier de omschrijving, ontleend aan de wetsgeschiedenis. Deze omschrij ving roept minder vragen op dan op het eerste oog lijkt. De zinsnede over de grondslag is namelijk niet van onderscheidende betekenis en kan als niet ge schreven worden beschouwd. Immers, deze passage geldt voor alle archivalia; het is de basis van het archiveren. Naar ik meen is de aard van de medische gegevens dat zij bestemd zijn om op zodanige plaats te berusten dat zij be- 146 schikbaar zijn voor hulpverlening aan de patiënt. Of dat onder een overheidsli chaam, onder een privaatrechtelijke rechtspersoon dan wel een natuurlijke per soon is, doet niet ter zake. Medische gegevens hebben als aard de bestemming om onder een overheidsorgaan te berusten als het gaat om gegevens uit een militair of penitentiair hospitaal, een rijkspsychiatrische instelling dan wel een inrichting voor degenen die ter beschikking van de regering zijn gesteld. Afge zien wordt van medische keuringsgegevens; daarop is in dit artikel niet gedoeld. De aard is hulpmiddel te zijn bij diagnostiek en therapie; dat is een objectief kriterium.10 De bestemming om onder het overheidsorgaan te berusten moet uit de aard van die bescheiden zelf voortvloeien, aldus de parlementaire ge schiedenis.11 Hun bestemming om daar te berusten is derhalve objectief be paald en niet afhankelijk van degene die de gegevens verzamelt. Niemand kan gegevens tot archiefbescheiden maken: ze zijn het of ze zijn het niet. De overeenkomst tussen arts en patiënt verandert aan het voorgaande niets, evenmin als de juridische relatie tussen arts en ziekenhuis of die tussen patiënt en ziekenhuis zulks doet. De vraag naar het al dan niet in loondienst zijn van medici die de gegevens over de patiënt hebben vastgelegd verliest hierdoor ook iedere relevantie;12 kriterium is niet de overheid of haar functionarissen, maar de aard van het vastgelegde gegeven. Ook is niet meer van belang of de over heid dan wel derden-via de weg van de Archiefwet13 - kunnen infiltreren in het vroegere privé-leven van patiënten. De persoonlijke levenssfeer is redelijk goed beschermd14 en de vrees voor een dergelijke infiltratie is dan ook in feite ongegrond. De voorlopige conclusie uit het voorgaande luidt dat gelijktijdig15 aan twee kriteria moet zijn voldaan wil er sprake zijn van archiefbescheiden in de zin van de Archiefwet. Aan het kriterium dat het gegeven door een overheidsor gaan moet zijn opgemaakt of ontvangen is steeds voldaan. Aan het kriterium dat het gegeven naar zijn aard bestemd is om onder een overheidsorgaan te berusten zal in de gevallen van academische ziekenhuizen nooit worden vol daan. Dit leidt tot de slotsom dat medische gegevens binnen aan rijksuniversi teiten verbonden academische ziekenhuizen nimmer onder de werking van de Archiefwet vallen. Uit een oogpunt van rechtsgelijkheid is van belang dat de medische dossiers in alle ziekenhuizen een gelijke rechtspositie hebben. Daartoe behoort dat de overheid geen bemoeienis mag hebben met medische informatie over haar on derdanen, anders dan noodzakelijk voor de uitoefening van de overheidstaak. Instellingen - ook academische ziekenhuizen - moeten vrij zijn om, binnen het wettelijk kader, met artsen en patiënten te contracteren over bewaartermijnen zonder dat de overheid daarbij kan ingrijpen. Afgezien van algemene belan gen (besmettelijke ziekten bijvoorbeeld)16 en het vermoeden van niet natuur lijk overlijden17 valt niet in te zien wat de rechtsgrond voor de overheid is om zich te mogen mengen in een private aangelegenheid als een behandelingsover eenkomst en de schriftelijke weerslag daarvan tussen patiënt, arts en ziekenhuis. Het archiveringsprobleem van academische ziekenhuizen is versluierd door het feit dat deze instellingen overheidsorganen zijn. Dat heeft - kennelijk - de gedachte in de hand gewerkt dat medische gegevens onder de vigeur van de 147

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1987 | | pagina 26