den bezitten het diploma sod n en gaan de cursus vva volgen; de laatstgenoem de is reeds met sod i bezig. Sinds 1 januari 1987 functioneert het bureau onder de dagelijkse leiding van de archiefinspecteur. De huisvesting biedt vooralsnog een tijdelijke oplossing. De inwerkperiode en de cursus vva moeten de beide nazorgambtenaren in staat stellen over te schakelen van 'registratuur' naar 'oud-archief', dus van de me thodiek van dossieromschrijving naar die van beschrijvende inventarisatie. Pas na de voltooiing hiervan, dit is na medio 1988, zal het centrale bureau voor een snellere overbrenging van geïnventariseerde archieven naar de archiefbe waarplaats, dus bevordering van de openbaarheid kunnen gaan zorgen. In de discussie na de ochtendlezingen was men het erover eens, dat het pro bleem der semi-statische archieven langs twee kanten om een oplossing vraagt: de voorkoming van nieuwe achterstanden en de wegwerking van de huidige. Enerzijds behoort de registratuur kwalitatief en kwantitatief in staat te wor den gesteld tot een archiefbeheer, waarbij reeds bij de dynamische dossiervor ming en -ordening rekening gehouden wordt met bewaring of vernietiging in de semi-statische fase. 'De kraan moet dicht!' Anderzijds dienen de tegenwoor dige ongestructureerde massa's semi-statische archivalia bij wijze van inhaa loperatie geschoond en geïnventariseerd te worden. In feite maakt het daarbij niet uit, of nu de registratuur dan wel het oud-archiefwezen het beheer op zich neemt; zeker niet, waar het de bewerking van oude bestanden betreft. Geen principiële, maar veeleer praktische motieven mogen in dit verband een rol spe len, hoewel een doorberekening van de kosten naar de profiterende diensten noodzakelijk blijft. De wijziging van de Archiefwet zal, zo meenden de dis cussianten, ongetwijfeld urgeren tot een daadwerkelijke en efficiëntere semi- statische archivering in de nabije toekomst, gezien de verkorte overbrengingster mijn. De bestaande opleidingen tot registrator en middelbaar archiefambte naar vergen wellicht met het oog hierop een vorm van integratie, dit ten be hoeve van én de technische én de historische bewerking der betrokken archivalia. De vliegende brigade Drs. P. M. Toebak, gemeentearchivaris van Roosendaal en Nispen, begon de middagsessie met zijn lezing: De vliegende brigade. Hij behandelde eerst de feitelijke situatie binnen het gemeentelijke en intergemeentelijke apparaat te Roosendaal. Sedert de invoering van de code-VNG in 1935 bleek dit apparaat numeriek en organisatorisch sterk gegroeid. Het aantal ambtenaren, de afde lingen en de diensten waren verveelvoudigd, terwijl eveneens interne reorgani saties hadden plaatsgevonden. De archivistische resultaten behelsden: een explosieve toename van de dynamische, semi-statische en 'grijze' archiefbestan den, in 1986 respectievelijk bijna 625, ruim 2.400 en meer dan 700 strekkende meters omvattend; een verstrengeling der archiefbestanden, omdat diensten van latere datum hele voorraden aan retroacta hadden overgenomen. Met de ze ontwikkelingen hadden de kwaliteit en kwantiteit van het archief- en registra- tuurpersoneel echter geen gelijke tred gehouden, met als gevolg een opscho ningsachterstand van drie strekkende kilometers, wat neerkomt op een bewerkingsachterstand voor één fulltime kracht van ruim 51 jaren. 142 Praktische motieven lagen aan de keuze voor een 'vliegende brigade' ten grondslag, formeel opererend vanuit de archiefdienst en opeenvolgend func tionerend bij de onderscheiden diensten. 'Omdat na reorganisaties bestanden mee verhuisden, zijn de oudere archiefgedeelten der diensten meer dan eens verweven geraakt.... De archiefdienst beschikt voorts over de vereiste know how om het proces te leiden en te begeleiden.... Deze beschouwt verder de uit te voeren taak als primair, waardoor de vereiste concentratie, snelheid, doel matigheid en objectiviteit gewaarborgd zijn. Maar al te gemakkelijk blijft an ders een dergelijke arbeid als minder urgent liggen, zodra tijdgebrek optreedt. Bovendien zal de te wijzigen Archiefwet de overbrengingstermijn dusdanig be korten, dat de stukken waarom het gaat als vanzelf 'statisch' worden. Tenslotte beschikt de archiefdienst momenteel niet over een gebouw, voldoende groot om aan een oplossing als het 'tussendepot' te denken'. De vliegende brigade zal, aldus de spreker, allereerst gaan 'caesureren', dit is het leggen van caesuren in de dynamische archieven van diensten. Zulks ge schiedt door het bestaande archief per nader overeen te komen jaar af te slui ten en te starten met de vorming van een geheel nieuw dynamisch archief. In het kader hiervan dienen de geldende voorschriften, vergunningen en veror deningen, ofwel de meest recente wijzigingen daarvan, en de dossiers van alle lopende zaken overgebracht te worden naar het nieuwe dynamische archief. De resterende archivalia belanden in het oude semi-statische archief. Op deze wijze kunnen alle diensten binnen enkele jaren tijds aanvangen met een scho ne lei. Ze bouwen niet alleen een nieuw dynamisch archief volgens de moderne richtlijnen op, maar evenzeer een nieuw semi-statisch archief; voor de bewer king van dit laatste blijven ze geheel verantwoordelijk. Het oude semi-statische archief, dit is de achterstand opgelopen in het ver leden en tot aan de caesurering nog altijd groeiende in het heden, wordt ver volgens als inhaalmanoeuvre bewerkt door de vliegende brigade. Deze activi teit schematiseerde de spreker als volgt: 'het bestuderen van de dossierinventaris en van de archiefcodes der semi-statische dienstarchieven; het successievelijk bij elkaar zetten van die archiefbestanddelen der diensten die, blijkens deze toegangen, een archivistische band hebben (per tienjarenblok, per onderwerp), waardoor meteen de vermelde retroacta terugkomen op de plaats van herkomst; tot slot het selecteren (vernietigen/bewaren), reviseren, beschrijven en orde nen van de aldus chronologisch en systematisch afgezonderde semi-statische archivalia'. Ten slotte benadrukte hij, dat het succes van de hele operatie afhangt van de kwantiteit en de kwaliteit van het personeel, zowel bij de registratuurafde lingen als bij de archiefdienst. Wat dit betreft, was al een hele weg afgelegd, maar moet het einddoel nog worden bereikt. Het nieuwe semi-statische archief De heer E. J. Eeftink, archiefinspecteur bij de gemeentelijke archiefdienst te 's-Gravenhage, sloot de rij der sprekers af. De titel van zijn bijdrage luidde: Het nieuwe semi-statische archief. De bode terug? Hij schetste een nabij toe komstbeeld, waarbij het dossierstelsel met zijn zaaksgewijze ordening heeft 143

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1987 | | pagina 24