Zeldzaam geworden complex van kalkovens in Dedemsvaart wachtend op herstel. Foto: P. Nijhof, Nieuwegein. Een van de laatste in gebruik zijnde gashou ders van Nederland in Dedemsvaart. Foto: P. Nijhof, Nieuwegein. Metaalwarenfabriek Drenthina in Hoogeveen, 1947. Foto: Drents Museum, Assen. delenindustrie ontbreken bijvoorbeeld de vleesverwerkende industrie, visbe- werkingsinrichtingen en fabrieken van brood, koek en dergelijke producten. De transportmiddelenindustrie omvat naast de scheepswerven slechts archi valia van een rijtuigen-/wagenmaker. Auto- en vliegtuigfabrieken ontbreken totaal. Een ander verschijnsel is het ontbreken van enkele grote namen bij voorbeeld bij de brood- en koekindustrie, de koffie- en theefabrieken en de scheepswerven. Eigenlijk kan alleen bij de textielindustrie, ondanks een zwaar accent op de stoffenproductie, en bij de papierfabrieken gesproken worden van evenwichtiger samengestelde bestanden. Een bijzonder geval: de machinefabrieken vóór 1914 De in dit artikel gepleegde constateringen kunnen - het is al gezegd - slechts met de nodige voorzichtigheid worden gebruikt. Voor een wetenschappelijk verantwoorde oplossing voor de vraag: wat moet er nu geacquireerd worden? is nog meer onderzoek nodig naar de ontwikkelingen binnen de verschillende bedrijfstakken. Pas als bekend is in welke streken en op welke momenten zich belangrijke ontwikkelingen op het gebied van de bedrijfsgeschiedenis hebben 120 Machinefabriek Begemann aan de Zuid- Willems vaart in Helmond. Foto: P. Nijhof, Nieuwegein. voorgedaan, kan een afzonderlijk bedrijfsarchief op zijn juiste waarde wor den geschat. Dergelijke kennis is nog schaars.28 Slechts voor machinefabrieken bestaat er sinds kort een overzicht van de bedrijven die er in het verleden zijn geweest - zij het dat het alleen betrekking heeft op bedrijven die vóór 1914 zijn opgericht.29 In dit overzicht van Van Hooff zijn in totaal 291 bedrijven opgenomen. Van acht procent van deze be drijven blijkt archief te zijn overgebracht naar een openbare archiefbewaar plaats. Gezien de 'centrale rol die deze tak van nijverheid vervult in het in dustrialisatieproces van een land'30 is dit percentage laag te noemen. Nog somberder wordt het beeld als er niet gekeken wordt naar het aantal archieven, maar naar de omvang in meters. Van de in totaal 519 meter archief is 91% afkomstig van slechts vijf bedrijven, namelijk Stork te Hengelo (met 391 meter alleen al 71,5% van de totale bedrijfstak), Dikkers te Hengelo (15 meter), Reineveld te Delft (27 meter), J. ten Horn te Veendam (15 meter) en Delnoz te Maastricht (12 meter). De resterende 18 archieven hebben een totale omvang van 79 meter, dat is gemiddeld ruim 4 meter per archief. Bekijken we de regionale spreiding van de fabrieken dan is de verdeling als volgt: Groningen 21 - Friesland 8 - Drenthe 2-Overijssel 30 - Gelderland 16- Utrecht 20 - Noord-Holland 23 - Amsterdam 36 - Zuid-Holland 90 - Zeeland 5 - Noord-Brabant 25 en Limburg 15. De bewaard gebleven archieven zijn, naar verhouding, heel anders verdeeld: Groningen 2 Friesland 0 - Drenthe 1 Overijssel 4-Gelderland 2-Utrecht 2-Noord-Holland O-ga Amsterdam 3 - Zuid-Holland 5 - Zeeland 2 - Noord-Brabant 1 - Limburg 1 Het voorbeeld van de machinefabrieken geeft te denken: veel meer dan 90% van de archieven is niet veiliggesteld in een openbare archiefbewaarplaats. Hoe veel er nog bij de bedrijven zelf bewaard is gebleven is niet bekend, maar aan genomen kan worden dat een zeer groot deel van de archieven verloren is ge gaan. Het voorbeeld geeft ook aan hoe nuttig het is als er onderzoek wordt gedaan naar bedrijven en archieven 'in het veld'. Inventarisatieprojecten als dat van Van Hooff geven de archivaris een basis van waaruit hij zijn acquisi tiebeleid planmatig kan opzetten en vergemakkelijken het stellen van priori teiten. 121

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1987 | | pagina 13