Berichten uit het buitenland
ding van kerk en staat, Ma laïcisation de la vie publique', wat later aangepre-
zen werd als een groots resultaat van de revolutie.9 De jongere generatie be
greep de Nutschristenen niet. Dit maakte, dat de rijksarchivaris De Jonge op
9 oktober 1847 schreef dat het oordeel van den heer Groen van Prinsterer over
de omwenteling van 1795 en wat daarna gebeurde, niet alleen gestreng,- maar
in meer dan één opzigt onjuist en partijdig is.10 Ook in die tijd was de geschied
schrijving een produkt van bitterheid en aspiratie.
De namen in de lijsten illustreerden ook ontwikkelingen, die volgden; Al-
barda, Bichon, Cleveringa, Duymaer, Van Eeghen, Gorter, Van Hall, Huet,
Huizinga, Hugenholtz, Kappeyne, Kingma, Van Lennep, Marchant, Mees, Van
Oosterzee, Quack, Rink, Snouck Hurgronje, Talma, Verwey, Wiselius en een
drieduizend anderen. Zij lieten een erfenis en opgaven na, die het verdienen
in '87 en volgende jaren te worden herdacht.
Noten
1 j.h. van der palm, Bijbel, bevattende alleen de
boeken des Ouden en Nieuwe Verbonds (Lei
den 1825) 23; dat zij tot Godsdienstig onderrigt
en huiselijke stichting gebruikbaarder, en met
het licht onzer tijden meer overeenkomstig
wierd.
2 n. beets, Leven en karakter van Johannes Hen-
dricus van der Palm (Leiden 1842) 99.
3 A.j.KOX, m.chamahaun, Van Stevin tot Lo-
rentz (Amsterdam 1980) 106.
4 beets 50, 100 en volgende; zie ook a. de
groot, Leven en arbeid van J. H. van der
Palm (Wageningen 1960) 30 en volgende.
5 h.t. colenbrander, De patriottentijd i (Den
Haag 1897) 75, 76.
6 h.pierson, 'De heerschappij der bourgeoisie in
de Nederlandsch Hervormde Kerk', in: De
Gids 33 (1869) i 442.
7 a. F. manning, De betekenis van C.R.A. van
Bommel voor de Noordelijke Nederlanden
Utrecht 1956.
8 j.michman, 'Centrum en periferie', in Studia
Rosenthaliana xix, 2 (1985) 210.
9 Annates historiques de la révolution frangaise
529 (januari-maart 1985) 6.
10 a.c. vreede, Levensschets van G. W. Vreede
(Leiden 1883) 304.
Résumé
Les 'homines novi' et la Bible
Le professeur a l'université de Leyde, J. H. van der Palm (1763-1840), publiait une
nouvelle version de La Bible en 1825. Plus de 3000 personnes ont souscrit a eet ouvra-
ge. L'auteur relève l'intérêt des listes de souscripteurs en rapport avec la recherche
des 'homines novi' aux Pays-Bas.
44
Centralisatie, decentralisatie en de archieven
1
Algemeen
Van 15 tot en met 19 september 1986 had de 24e Conférence Internationale de
la Table Ronde des Archives (citra) plaats in de Finlandia-Hall in Helsinki.
Leden van de citra zijn de nationale archiefdiensten en de nationale archiva-
rissenverenigingen. Drs. J. N. T. van Albada vertegenwoordigde de van, dank
zij een subsidie van de Centrale Directie Internationale Betrekkingen en de Di
recties Monumenten, Musea en Archieven van het Ministerie van wvc.
Dr. F. C. J. Ketelaar, plaatsvervangend algemeen rijksarchivaris en secretaris
van de citra, completeerde de Nederlandse afvaardiging.
Aan de conferentie, die werd geopend door de minister van Cultuur en We
tenschap, namen deel vijf en zestig personen uit 46 landen, vier personen na
mens de Internationale Archiefraad (ica) en vier personen namens internati
onale organisaties (vn, unesco, ifla en Rode Kruis). Uit de kring van de ica
(regionale organisaties, secties en ereleden) waren vijf personen aanwezig. Het
gezelschap bestond verder uit vijftien waarnemers en toehoorders uit vier lan
den (voornamelijk Finland). Enkele deelnemers werden door hun partner ver
gezeld.
Ook bij dit congres waren de ontmoetingen in de wandelgangen zeker niet
minder belangrijk dan de formele zittingen. Het voorrecht een groot aantal bij
eenkomsten van de Ronde Tafel bij te mogen wonen leidt daardoor tot waar
devolle collegiale contacten en vriendschapsbanden.
2
Centralisatie, decentralisatie en de archieven, het congres
1 2-1 Inleiding
Aanleiding voor het onderwerp 'centralisatie, decentralisatie en archieven' was
een aanbeveling van prof. R. -H. Bautier, die in 1969 geformuleerd was tijdens
de elfde Ronde Tafel in Boekarest (gewijd aan de lokale archieven). Hij con
cludeerde toen dat de relaties tussen centrale/nationale archiefdiensten en die
op een regionaal of provinciaal niveau een aparte bijeenkomst waard zouden
zijn. Aan de hand van een door de secretaris van de citra, dr. F. C. J. Kete
laar, vervaardigd rapport behandelde een vergadering van gemiddeld tachtig
personen het onderwerp: 'centralisatie, decentralisatie en de archieven'. Kete-
45