Men bleek niet van de overtuiging af te brengen dat het archief anders te zijner tijd als gevolg van de concentratie van de noordelijke rijksarchieven naar Gro ningen zou doorverhuizen. De onrust die het Rijksarchief in Friesland enige jaren geleden veroorzaakte door het in de publiciteit brengen van een ministe riële proefballon, blijkt nu dus nog na te werken! Nadat, zoals vermeld, met de voorbereidenden werkzaamheden in oktober 1985 een aanvang was gemaakt, vond in de februari-week van de Elfsteden tocht 1986 met behulp van een plaatselijke vrachtrijder en werklieden van de dienst Gemeentewerken de verhuizing plaats. Hiervoor waren twee dagen uit getrokken, maar doordat bij Bartlehiem en omgeving paaltjes geslagen moesten worden en de verhuizer regelmatig bleek te worden opgehouden door zijn vaste vlees- en broodritten, werden het ruim vijf dagen. Bij de werkzaamheden zijn vier personen van het Gemeentearchief Leeuwarden betrokken geweest en twee van Leeuwarderadeel, waarvan er één via de 'Stichting Archiefverzorging' was aangesteld. In augustus 1986 kon het projekt als afgerond worden beschouwd. Het Gemeentearchief van Leeuwarden was 175 m1 en een aantal plaat singslijsten rijker en had weer veel ervaring opgedaan. Conclusies en stellingen De voorgaande bladzijden brengen mij ertoe een aantal stellingen te poneren die enerzijds een conclusie zijn van aspekten van deze bijdrage, anderzijds een uitnodiging tot discussie. 1 Inbewaringgeving door een overheid van het eigen archief aan een andere over heid staat in beginsel op gespannen voet met de zorgplicht zoals deze door de wetgever in de Archiefwet is vastgelegd. Het feit dat anders waardevolle gege vens verloren dreigen te gaan mag geen reden zijn om van deze plicht af te wijken. De inbewaringgeving door de gemeente Leeuwarderadeel toont aan dat, onverlet het voorafgaande, zich toch uitzonderingen kunnen voordoen (vergelijk Archiefbesluit 1968, artikel 11). 2 Het is aan te raden om als onderdeel van de voorlopige werkzaamheden een duidelijke verantwoording van de verrichte schoning en inventarisatie te note ren teneinde latere bewerkers de gelegenheid te geven tot een zo goed mogelij ke voorstelling van de aangetroffen orde. 3 Een verantwoorde inventarisatie vereist gedegen aandacht voor het vervaardi gen van de in artikel 5 van het Archiefbesluit 1968 vereiste specificatie van ver nietigde archiefbescheiden. Op grond van dit artikel en gezien de regelmatig te constateren ontduiking van deze verplichting is het wenselijk dat de examen- respektievelijk beoordelingscommissies van de opleidingen tot middelbaar en hoger archiefambtenaar en de Voortgezette Vorming Archiefbeheer deze spe- cifikatie in voorkomende gevallen als bijlage tot de inventaris verplicht stellen. 4 Uit hoofde van één van haar belangrijkste taken, namelijk een voorwaarden scheppend beleid te voeren op het gebied van de gewenste openbaarheid, mag privacy-gevoeligheid voor de overheid nooit een reden zijn om tot vernietiging van archiefbescheiden over te gaan. Teneinde onvolledigheid en geschiedver valsing te voorkomen is het de taak van de archiefbeheerder om in voorko mende gevallen bij de zorgdrager aan te dringen op het creëren van waarbor- 38 gen voor een afdoende en veilige bewaring totdat de gestelde termijn van open baarheidsbeperking is verstreken. 5 De definitieve schonings- en inventarisatiewerkzaamheden aan archieven waar van de organisatie- en/of archiefstructuur onvoldoende bekend zijn, dienen uitgesteld te worden tot door middel van raadpleging in de praktijk meer in houdelijke kennis is verkregen. 6 Het definitief drukken van een inventaris moet in principe uitgesteld worden totdat deze, in kleine oplage verspreid onder geïnteresseerde gebruikers, in de praktijk zijn waarde heeft bewezen. 7 Uit de omschrijving van de funktie-eisen en de daarbij behorende salarisscha len in vacature-oproepen voor medewerkers belast met de sanering van semi- statische archieven moet de conclusie getrokken worden dat onvoldoende be kend is wat onder verantwoorde selektieve vernietiging en inventarisatie moet worden verstaan. 8 De landelijke opleidingen die het inventariseren van archieven op het lespro gramma hebben staan, wijzen onvoldoende op de noodzaak van een veelal voor afgaande selektieve vernietiging. 9 Uit efficiency-overwegingen is het zorgdragers van archieven aan te raden een kosten-batenanalyse op te stellen van de werkzaamheden verbonden aan de gehele archiefzorg en daarin het opzetten of hebben van c.q. deelnemen aan een archiefdienst met een inspekterende en adviserende taak ten aanzien van de niet overgebrachte archieven te vergelijken met een situatie waarin gebruik wordt gemaakt van het bureau odrp van de vng of vergelijkbare instellingen op dit gebied. 10 Het verdient aanbeveling om in de betreffende wettelijke voorschriften een be paling op te nemen dat in geval van instelling, reorganisatie of opheffing van een overheidsinstelling de betreffende archivaris vooraf over de geplande ge volgen voor het archiefbeheer gehoord wordt. Noten 1 Rechtsgebieden van de grietmannen. 'Gretene' is oud-Fries voor rechtspraak. 2 Deze nederzetting was ook bekend onder de naam Nijehove. 3 w. eekhoff, Geschiedkundige beschrijving van Leeuwarden (Leeuwarden 1846) i, 39. 4 a. van der minne en anderen, Leeuwarden 1435-1935 (Leeuwarden 1935) 4; eekhoff, 69. 5 'Trimdeel' is oud-Fries voor een derde deel. De grietenij Leeuwarderadeel was ten behoeve van de rechterkeuze in drie gebieden onderverdeeld. Vergelijk de kaart. 6 j.r.g. schuur, Leeuwarden voor 1435 (Zutphen 1979) 14. 7 VAN DER MINNE, 9-11. 8 g. abma, Ljouwerteradiel (Leeuwarden 1984) 25. 9 abma, 25. 10 Staatscourant 1943, no. 252. 11 Leeuwarden schafte pas in 1963 zijn eerste droogkopieerapparaat aan! 12 Bij brief van 24 april 1961. 13 Bij brief van 20 mei 1976. 14 Men verwees hierbij naar de Handleiding, hoofdstuk 2. 15 Bij brief van 19 januari 1977. 16 Bij brief van 24 januari 1980. 17 Diens stoel was enige jaren vakant geweest. 18 Deze moest de omvang van de archieven in elk geval verantwoord tot 200 m1 terugbrengen, zijnde de maximaal beschikbare ruimte in het depot van het Gemeentearchief Leeuwarden. 19 Tevens stelde Leeuwarderadeel hiervoor maxi maal dertig werkdagen beschikbaar. 20 Van de circa 1200 inventarisnummers vertoon den ruim 250 vochtschade en werden 300 num mers als 'bindwerk' genoteerd. 21 Geschat op elf man/vrouwjaren. 22 Met betrekking tot het huidige Leeuwardera- deelster grondgebied tot 1944 valt te denken aan het verstrekken van inlichtingen, historisch onderzoek, publikaties, tentoonstellingen enz. 23 Voor Leeuwarderadeel bleek hier een voordeel te zijn weggelegd, omdat haar maximale aan- 39

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1987 | | pagina 20