38 Ter vergroting van de kans op identificatie van dit werk volgt een opgave van de genoemde fo lia met een korte aanduiding van de oorkonde en de uitgave in Het oudste cartularium van het Sticht Utrecht (S. Muller Fz. ed.) Werken Historisch Genootschap Derde Serie nr. 3, 's- Gravenhage 1892. Tabel bij noot 38 Nummer Folia 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 xv xxvt XXVIt XXIX XXXIII XXXIIII XXXIIII XXXVIII XXXIX XXXIX XLII XLV LI Lil lui liii LX LXV LXVI LXVIII Jaar 953 908 944 944 1006 1024 1025 1040 1040 geen 1046 geen 1056 1077 1086 1089 geen 1138 1145 1064 Aanduiding OCM p. Otto i Muiden 28 Otto i Duurstede, Deventer, Tiel 59 Otto li Vollenhove 61 Otto li Drenthe 65 Hendrik n Drenthe 72 Hendrik n Drenthe 74 Koenraad 11 Drenthe 75 Hendrik m Drenthe 81 Hendrik m Eems-Friesland 83 Hendrik iv Groningen 84 Hendrik m Drenthe 89 Hendrik iv sub Wilhelmo Drenthe 95 Hendrik iv Duurstede, Deventer, Tiel 104 Hendrik iv Staveren 106 Hendrik m Ooster- en Westergo 107 Hendrik iv Ooster- en Westergo 108 Hendrik v Friesland 120 Koenraad 11 Ooster- en Westergo 127 Koenraad 11 Ooster- en Westergo 131 Hendrik iv Holland 101 Nr. 31 22 26 27 40 42 43 49 50 51 53 62 64 71 73 76 86 94 97 68 39 Zie ook ga Deventer stad ma 460 a. In het direct te noemen Memoriale wordt gespro ken over het raadplegen van de Canonica trai- ectensia. 40 ga Kampen stad 9 f. cxvm. Het verslag is in een stad-Groninger hand geschreven, vergelijk GAGr pk 124 r 244 en andere GAGr pk 192 r 245 is gedateerd 19 september 1469! 41 ga Deventer stad ma 460+ a. 42 ga stad rvr 103, 2? 43 Zie bijvoorbeeld ogd 1023. 44 ga Deventer stad cr 1469 f. 3v. ga Deventer charter 200. Overigens bevinden zich in het reeds geciteerde ga Deventer stad ma 460 a twee niet geauthenticeerde afschriften van 1040 en 1359. 45 ga Deventer stad ma 460+ A. ga Kampen stad 9 f. cxix. In verband met de kwestie van de venen is een soortgelijk stuk bewaard geble ven in rau Dom 55 ff. 277-279: Informacie voer de ghene die van myns gnedichs heeren weeghen van Utrecht ende den staten van den lande gedeputiert zullen werden inden Haghe roerende tstuck vanden veenen (ongedateerd). 46 rau Dom 36. sigillo aureo valde ponderantelfl) hoewel de toevoeging niet goed te lezen is, is de bedoeling duidelijk: de aandacht wordt ge vestigd op het gewicht van het zegel en dus de geldwaarde. 47 Vervallen. 48 gosses, 'De bisschop', 37 noot 2. 49 DRIESSEN 893, STEINDORFF 392. 50 KORT, 'Utrechtse oorkonden', 131. 51 rau Dom 39. Hier wordt ook nog een vidimus van 1419 genoemd en een copie auctentyck geextraheert ende geauctentiseert ex libro dona- tionum imperialium. 52 Inderdaad komt een van beide stukken die op 17 november 1531 worden getranssumeerd evenals de vidimus van de bevestiging door Ka- rel iv in een zeventiende eeuwse inventaris van het Domarchief voor (rau Dom 44). Gedeelte lijk wordt de beschrijving van 1531 afgedrukt bij ogd 17. 53 muller, Catalogus p. xxvi noot 6 54 Algemeen Rijksarchief, Graven van Holland 2102m. 55 Muller, 'De echtheid', 23. 56 Zie voor de Goudse archiefbewaarplaats: J.Smit, 'Een bijdrage tot de geschiedenis van het Hollandsche archiefdepot te Gouda', in: nab 33 (1925-1926) 141-160. 280 57 muller, Catalogus p. xxxm. 58 a. van buchell, Diarium ed. G. Brom-L. A. van Langeraad. whg derde serie 21 (Amster dam 1907) 212. 59 Naar Muller, Catalogus p. xxvm noot 2. 60 Zie voor een beschrijving van het zegel op basis van de weergegeven teksten de Bijlage. 61 GAGr stad rvr 493 (samengesteld circa 1641). 62 a. j. de sitter, Voorloopig register van char ters, privilegiën, placaeten, ordonnantiën enz. Stad en Lande betreffende, Groningen 1789. De Sitter vermeldt dat hij 3 copieën heeft: een vidimus van 1419 en een van 1537. Dit laatste jaartal zou 1531 kunnen zijn. De derde copie benoemt hij niet. Het zullen afschriften ge weest zijn van de hierna te noemen stukken uit het Rijksarchief in Groningen. Dan wordt ook duidelijk welk het derde waarschijnlijk is. Zie ook: a.t.schuitema meyer, Historie van het archief der stad Groningen. (Groningen 1975) 136. 63 b. alting, De pilaren ende peerlen van Gronin gen (Groningen 1648) 35. 64 rau Dom 55 f. liiv. RAGr Ommelanden 759 r. 3 en 26 (oud Doos E 1). Druk: Driessen nr. LXI. 65 RAGr Ommelanden 759 R. 3 en 215+ (oud Doos E 11). Druk: Driessen nr. ccxvn. 66 RAGr Ommelanden 758 r. 3. 67 SMIT 160. Bewaarplaats 1040-1531? Utrecht, Domarchief. Vidimus 1419 Vidimus 1469 Keyen Vidimus 1531 15317-1590? Gouda Buchelius Suys 1590-? Den Haag, Leen- en Registerkamer 9 Datum 21 mei 1040. Zegelaar koning Hendrik III. Zegelclausule aurea nostre imaginis bulla iussimus insigniri. Materiaal goud passim. wellicht massief, valde ponderante Keyen Vorm rond alle kk zegels Maat Toestand signum tarnen et bullam auream regalia prefata adhuc Vidimus 1531 sana integra. Bevestiging uithangend Informatie inferius impendente Vidimus 1531 in filis sericeis blavei (sc. flavei) Vidimus 1531 Aversum randschrift XPE protege me Henricum regem Memoriale Vidimus 1531 Buchelius voorstelling sijn imago Memoriale ymego domini regis syn ymego caput imperatoris barbatum et coronatum Vidimus 1531 usque ad scapulas inclusum, cum dextera extensa manu juxta quam erat avicula quadam. Buchelius Reversum randschrift Roma caput mundi regii (sic) orbis frena rotundi. Memoriale Roma caput mundi. regit orbis frena rotundi. Vidimus 1531 voorstelling borch Memoriale ymago auree Rome Vidimus 1531 urbs Roma cum his verbis Aurea Roma Buchelius Buchelius deelt niet mede van welk van de vier aanwezige gouden zegels hij een beschrijving geeft. De bullen zijn van Hendrik m uit 1040, Koenraad m uit 1145, Hendrik vi uit 1196 en Frederik li uit 1220. Voor zover mij bekend draagt van deze zegels alleen dat van Hendrik m het rand schrift Christeprotege me Henricum regemOok de adelaarsscepter, waar avicula op wijst, doet een vroeg zegel vermoeden. Het blijkt geen troonzegel te zijn naar een zegel met een borstbeeld. 281

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1987 | | pagina 12