hoedanigheid het stuk werd ontvangen of opgemaakt en er zullen hierbij on getwijfeld fouten zijn gemaakt. Maar ik behoef u als archivarissen niet duide lijk te maken dat de vorming van 'één grote rubriek Financiën'zoals mevrouw Roelevink wil (bladzijde 91), haaks staat op de Handleiding, daar we te ma ken hebben met de financiën van de Staten van Holland en die van de Staten- Generaal, van twee organen dus.56 Nog twee korte opmerkingen hierover: de definitieve inventaris van het Staten-archief zal dezelfde indeling krijgen, zo dat deze inventarissen naar object van bemoeienis en periode naast elkaar ge hanteerd kunnen en moeten worden. Verder is het mogelijk nu het aandeel van de landsadvocaat in de besluitvorming en het bestuur te herleiden, terwijl de deliberatie achter de resolutie, zoals U weet, voorgoed voor ons verborgen zal blijven, op enkele gegevens uit particuliere notulen na.57 3 De archieven van de stedelijke logementen Tot slot nog een enkel woord over de archieven die de gedeputeerden ter dag vaart in de stedelijke logementen in Den Haag hebben gevormd. Van Maanen zal daarop in het volgende artikel nader ingaan voor de stad Leiden. Het is vanzelfsprekend dat de gedeputeerden ter dagvaart - doorgaans een burge meester en een lid van de vroedschap, bijgestaan door de pensionaris van de stad - een archief of anderszins een hoeveelheid bescheiden hebben gevormd. Immers men ontving de beschrijving voor de dagvaart, het stadsbestuur nam een besluit op de punten van de agenda en met deze lastgeving trokken de ge deputeerden naar Den Haag. Allengs kreeg men eigen, vaste verblijfplaatsen, de logementen, waar stukken binnenkwamen, bijeen werden gehouden en ach terbleven.58 Deze tendentie werd verstrekt door de bestuursstructuur van Holland. Al onder graaf Floris v werden er commissies ingesteld om grensconflicten te beslechten of arbitrage tussen partijen te verrichten. Doorgaans werd zo'n com missie samengesteld uit leden van de grafelijke raad, soms aangevuld met ver tegenwoordigers van steden wanneer het handelsconflicten betrof. Vaak be hield de graaf dergelijke kwesties aan zich, dat wil zeggen dat hij er met zijn grafelijke raad in extra-ordinaire jurisdictie uitspraak over deed. Geleidelijk kwam er een specialisatie doordat dezelfde deskundigen financiële kwesties, muntzaken, dijkzaken, buitenlandse zaken en dergelijke behartigden. Hieruit zijn permanente commissies voortgekomen, later besognes geheten. Daarnaast werden er ad hoc-commissies ingesteld voor plotseling zich voordoende pro blemen, zoals die voor het onderzoek naar de paalworm in 1732 die een ernsti ge bedreiging vormde voor de Westfriese zeedijken.59 Deze werkwijze is tij dens het ancien régime blijven bestaan en men kan stellen dat Holland commissoriaal werd geregeerd (zie het organisatieschema). Om de werklast te verduren, werden de vaste commissies gelijkelijk over de leden verdeeld en ver kreeg een stad door middel van het voorzitterschap de finale verantwoorde lijkheid. Zo kreeg Leiden dat van de commissie voor kerkelijke zaken, Amster dam dat voor de Noordse zaken en Oostzeehandel en Haarlem voor justitiële zaken. Uit het logementsarchief van de gedeputeerden van Haarlem dat inge volge de ministeriële enquête tussen 1865 en 1870 aan het Rijksarchief werd 190 overgedragen,60 blijkt evident de zojuist geschetste werkwijze; dit archief is inmiddels door mevrouw Meiboom geïnventariseerd. In 1983 hebben wij deze enquête herhaald,61 zonder veel resultaat. De logementsarchieven zijn in de Franse tijd teruggevoerd naar de steden en vermoedelijk, zoals in het geval van Rotterdam,62 geïntegreerd in het stadsarchief; bijgevolg zijn ze niet als zodanig herkend. Noten Tekst van een lezing gehouden op de Holland se archivarissendag van 29 mei 1986. Dienten gevolge is de annotatie beperkt gehouden. Voor meer informatie over verschenen litera tuur en inventarissen zij verwezen naar De ar chieven in Zuid-Holland, onder redactie van J. A. M. Y. Bos-Rops, J.A. van den Hoek, T. P. M. Huijs en A. M. van der Woel (Alphen aan den Rijn 1983). 1 Het ontstaan van de Hoekse en Kabeljauwse twisten (Zutphen 1982), 133-159. 2 h. spangenberg, Vom Lehnstaat zum Stan- destaat. Ein Beitrag zur Entstehung der landstandische Verfassung, München 1912 (19642). 3 brokken, Het ontstaan, 158. 4 a. g. jongkees, Staat en kerk in Holland en Zeeland onder de Bourgondische hertogen, 1425 -1477 (Groningen 1942), 206-208. 5 a. uyttebrouck, Le gouvernement du duché de Brabant au bas moyen age (1355 -1430) (Brus sel 1975), i, 435-438. 6 w. prevenier, De Leden en de Staten van Vlaanderen (1384-1405) (Brussel 1961) 61 e.v. Een beknopt overzicht gaf Prevenier in 'Les Etats de Flandre depuis les origines jusqu'en 1790', in: Standen en Landen 33 (1965), 15-59. 7 Dhondt en Ganshof zagen in de conjuratio na de moord op Karei de Goede in 1127- 1128 al 'de oorsprong en eerste werkelijke toepassing van de idee der nationale souvereiniteit in Vlaanderen' (prevenier, De Leden en de Sta ten, 29). De oudste vermelding van een samen werkingsverband van de scabini Flandriae da teert van 1241; in 1242 is er sprake van een communitas scabinorum Flandrensium (ibi dem, 17 en 32 e.v.). 8 b.guenêe, L'Occident aux xive et xve siècles. Les Etats, Parijs 1971. 9 w.p.blockmans, De volksvertegenwoordiging in Vlaanderen in de overgang van Middeleeu wen naar Nieuwe Tijden (1384 -1506) (Brussel 1978), 51 -52. 10 J.w.koopmans, 'Drie kleine steden in de Sta ten', in: Heemtijdinghen. Orgaan van de Stichts-Hollandse Historische Vereniging 21 (1985), 109-114. 11 Zie voor het college van de Ridderschap mijn inleiding op de voorlopige inventaris van het Archief van de Ridderschap en edelen van Hol land en West-Friesland, 1572-1795, bewerkt door mevrouw A. W. M. van Driel-Koolen ('s- Gravenhage 1982). 12 h.f.k. van nierop, Van ridders tot regenten. De Hollandse adel in de zestiende en de eerste helft van de zeventiende eeuw (Dieren 1984; Hollandse Historische Reeks, deel I), 178. Van Nierop (ibidem, noot 151) weerspreekt de me ning van Meilink dat de Ridderschap voor het eerst in 1528 de kleine steden vertegenwoordigd zou hebben. 13 th. van riemsdijk, De tresorie en kanselarij van de graven van Holland en Zeeland uit het Henegouwsche en Beyersche Huis ('s-Graven- hage 1908), 209 e.v.; h.hardenberg, 'Het ont staan van de Staten van Holland', in: Drie kwart eeuw historisch leven in Den Haag. Historische opstellen uitgegeven ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van het Historisch Ge zelschap te 's-Gravenhage ('s-Gravenhage 1975), 104-120. 14 p.a. meilink, 'Dagvaarten van de Staten- Generaal, 1427—1477', in: Bijdragen voor de geschiedenis der Nederlanden 5 (1950), 199. 15 a. g. jongkees, 'Het Groot Privilege van Hol land en Zeeland (14 maart 1477)', in: Standen en Landen 80 (1985), 145-234; met tekstuit gave aldaar, 209-234. 16 Vergelijk j.j.woltjer, 'Inleiding', in: Opstand en onafhankelijkheid. Eerste vrije Statenverga dering Dordrecht 1572. Catalogus Augustijnen kerk Dordrecht (Den Haag 1972), 5-27. 17 m.-a. arnould, 'Les lendemains de Nancy dans les "pays de par deca" (janvier-avril 1477)', in: Standen en Landen 80 (1985), 77, 78 en 93; jongkees, Het Groot Privilege, 178- 179 en 182. 18 r. van uytven, '1477 in Brabant' in: Standen en Landen 80 (1985), 280. 19 jongkees, Het Groot Privilege, 184-191, in het bijzonder 189. 20 van nierop, Van ridders tot regenten, 179-181. 21 p.a.meilink, Archieven van de Staten van Hol land en de hen opgevolgde gewestelijke bestu ren, Eerste Deel: Archieven van de Staten van Holland vóór 1572 ('s-Gravenhage 1929), 2; 191

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1986 | | pagina 7