het bijvoorbeeld gesteld met de migratie? Hoe vond de ontsluiting van Lim
burg middels wegen, spoorwegen en waterwegen plaats? Wie maakten er ge
bruik van? Waar ontstonden de carnavalsverenigingen en aan welke code hiel
den zij zich? En is er een ontwikkeling? Of: een van de eerste stakingen in
Nederland vond plaats in het vroeg geïndustrialiseerde Maastricht. Onder lei
ding van wie? Is er een Limburgs gedragspatroon in te onderkennen?19
Moeilijker tenslotte nog zijn te vangen voorstellingen, normen, waarden.
Eigenlijk kan elk stuk papier bron zijn, waaruit via een redenering mentaliteit
te destilleren valt. De vraag is immers: hoe stelt de Limburger zich zelf voor?
Waarin ligt de onderscheiding met andere leef- en beeldwerelden? Omdat wel
iswaar elk stuk papier bron kan zijn, maar anderzijds het onmogelijk is elk
stuk daadwerkelijk te raadplegen, zal men op twee wijzen de beeldwereld moeten
benaderen. Enerzijds door op stiltes te letten: waar gebeuren bepaalde dingen
niet? Bijvoorbeeld, bij de inhuldiging van koning Willem n in Limburg in 1841
beschikte (na de Belgische periode 1830- 1839) het merendeel van de platte
landsgemeenten in het district Maastricht niet over een Nederlandse vlag.20
Anderzijds zal men vooral moeten speuren naar reeksen gegevens over een lan
gere periode om vat te krijgen op ontwikkelingen. Men zou bijvoorbeeld voor
een langere periode na kunnen gaan waar en wanneer het predicaat 'konink
lijke' verschijnt bij bedrijven. In de periode 1895 - 1910 is dat vooral gedu
rende de jaren 1904- 1906 het geval.21 In elk geval zal getracht moeten wor
den het losse stuk uit te schakelen, zowel om praktische reden (het is onmogelijk
alles te bekijken) als om principiële redenen, om namelijk niet in de verleiding
van het schietgebedje te komen en zo op een te smalle basis tot interpretaties
te geraken.
Hierboven is reeds gebleken dat bij de thematische benaderingen de relatie met
de archiefstukken al zeer snel gelegd moet worden. Wil men vanuit de ar
chiefstukken werken, de tweede benadering, dan kan men naar vijf typen zoe
ken in bijvoorbeeld het archief van het provinciaal bestuur:
stukken die betrekking hebben op de formele organisatie, de structuur van de
organisatie
stukken die betrekking hebben op het personeel, de functionarissen
stukken waaruit gedragspatronen blijken, bijvoorbeeld migratie, of een le
vensstijl
stukken die betrekking hebben op initiërende gebeurtenissen met betrekking
tot de mentale aansluiting bij Nederland
stukken met betrekking tot het (zelf)beeld dat men heeft.
Beide benaderingen zullen bij een onderzoek door elkaar lopen. Probleem
blijft - het kwam ook duidelijk naar voren uit de discussie aan het einde van
de studiedag - dat enerzijds de traditionele inventarissen niet gemaakt of be
rekend zijn op dit type onderzoek. Andere wegen om tot inhoudelijke ontslui
ting te komen zullen begaan moeten worden, zoals bij het Rijksarchief te Lim
burg het project Proverbal dat met behulp van een computer de 300 meter
verbalen in het archief van het provinciaal bestuur nader toegankelijk beoogt
te maken.22 Anderzijds beschikken studenten door de verkorting van de stu
dieduur over steeds minder tijd om tijdrovend archiefonderzoek te doen.
242
Hoe dat ook zij, de studiedag heeft er ongetwijfeld toe bijgedragen dat er bij
de beheerders van de bronnen meer oog is om voor onderzoek naar mentali
teit de juiste bronnen aan te boren.
Noten
1 Gehouden in het Rijksarchief in Limburg op
28 oktober 1985. Dit artikel is niet puur een
samenvatting, maar getracht is voorbeelden toe
te voegen. Het werd eveneens gepubliceerd in
De Maasgouw; tijdschrift voor Limburgse ge
schiedenis en oudheidkunde 105 (1986),
23-33.
2 x (1984), 406-437.
3 Aanwezig waren drs. A. M. J. A. Berkvens,
drs. P. A. W. Dingemans, M. van Heyst,
drs. Th. P. M. Huijs, drs. J. T. J. Jamar,
prof. dr. J. C. G. M. Jansen, drs. A. H. Jennis-
kens, mr. W. E. S. L. Keyser-Schuurman,
dr. G. C. P. Linssen, drs. G. J. Mentink,
dr. J. F. R. Philips, drs. E. Ramakers,
drs. K. Schutgens, dr.P.Ubachs, dr. M. van
der Eycken, dr. G. H. A. Venner,
drs. J. H. M. Wieland.
4 Hier wordt verder niet ingegaan op de op zich
al weer discutabele notie feit. Recent schreven
daar onder meer over h. w. von der dunk, De
organisatie van het verleden (Bussum, 1982),
213-227, en F.r. ankersmit, Denken over ge
schiedenis (Groningen, 1984), 89-91.
5 r.j.i.goossens en a.m.s. van hees, Beschrij
ving van de doop-, huwelijks- en overlijdings-
registers ter inzage op het Rijksarchief in Lim
burg (Maastricht, 1980), Inleiding 5.
6 F. w.j.koorn, Methodiek van het historisch on
derzoek ('s-Gravenhage, 1982), 38-39 (sylla
bus van de rijksarchiefschool). In dit verband
wordt nog gewezen op de door de Stichting
Archiefpublicaties (Prins Willem Alexanderhof
28, 2595 BE 's-Gravenhage) uitgegeven serie
Broncommentaren, 1985- Tot nu toe ver
schenen vier delen:
De kohieren van de gemeentelijke hoofdelijke
omslag, 1851 - 1922
De registers van de patentplichtigen,
1805- 1893
De registres civiques van 1811 (1812, 1813)
De volkstelling van 1807/1808.
7 Zie bijvoorbeeld m.vovelle, Piété baroque et
déchristianisation en Provence au xvm siècle.
Les attitudes devant la mort d'après les clauses
des testaments. Paris, 1973. Vovelle analyseer
de voor deze studie duizenden testamenten. Zie
recent voor de betekenis van een quantitatieve
benadering j. c. G. M. jansen, Bezig zijn met ge
schiedenis. Maastricht, 1984 (inaugurale rede).
Eveneens in Studies over de sociaal-
economische geschiedenis van Limburg xxix
(1984), 1-35.
8 p.orbons en l. spronck, 'Limburgers worden
Nederlanders. Een moeizaam integratieproces',
in: Publications en (1966), 31 -53.
9 m.vovelle, Mentaliteitsgeschiedenis. Essays
over leef- en beeldwereld. Nijmegen, 1985.
10 Zie FRIJHOFF, a.w.
11 l.febvre, Le problème de l'incroyance au
xvne siècle; la religion de Rabelais. Paris,
1942.
12 1958.
13 Zie bijvoorbeeld het repertorium op de verba
len van de gouverneur en gedeputeerde staten
en de klapper daarop, respectievelijk de inven
taris nummers 302 - 345 en 346 - 347 in de ar
chieven van het provinciaal bestuur van Lim
burg 1814-1913, in het Rijksarchief in
Limburg.
14 j.grauwels, 'Emigratie van Limburgers naar
België, 1835- 1856', in: Van der Nyersen Up-
waert (Maastricht, 1981), 289-302, en
g.c.p. linssen, 'Limburgers naar Noord-
Amerika', in: Economisch en sociaal-historisch
jaarboek xxxv (1972). Eveneens in De Maas
gouw 1974, 35 - 54.
15 vovelle, Mentaliteitsgeschiedenis, bijvoorbeeld
66-68.
16 Ontleend aan een roman van Boris Vian,
1946.
17 Deze oneerbiedige vergelijking is geheel voor
rekening van de auteur. Frijhoff staat hier bui
ten.
18 Voor een recent voorbeeld zie th. a.m.canters,
'Liberalen, klerikalen en antiklerikalen in
Venlo, 1838- 1839', in: Publications cxx
(1984), 8-161.
19 Vergelijk j. perry, Roomsche kinine tegen roo-
de koorts. Arbeidersbeweging en de katholieke
kerk in Maastricht, 1880-1920. Amsterdam,
1983.
20 j.h.m. wieland, "s-Konings verschijning in het
hertogdom Limburg', in: Van der Nyersen Up-
waert, 306-307.
21 Archieven provinciaal bestuur van Limburg,
inv. nrs. 546-558.
22 p.a.w.dingemans, 'Automatisering in het
Rijksarchief in Limburg', in: Nederlands Ar
chievenblad lxxxix (1985), 152- 160.
243