Het nu verworven archievan de o.l.m. is een OetangnjKe oron voor ae agrarische geschiedenis van Overijssel in deze eeuw. Het geeft een beeld van de boerenorganisatie, waarvan ter illustratie de foto uit 1919 (boven), en de leiders daarvan, zoals ir. S. L. Louwes in 1932 (onder). Fotocollectie o.l.m. De inventarisatie van de geacquireerde archieven Uit het voorgaande kan al worden afgeleid dat de meeste archieven in ongeor dende staat aan het rijksarchief in bewaring werden gegeven. Alleen de archieven van de proefbedrijven en van een stichting voor bedrijfsvoorlichting waren voor zien van een door de beherende instelling vervaardigde inventaris. De archieven van de coöperatieve verenigingen, van de scholen en ook van de standsorganisaties waren niet geordend. Besloten werd om de archieven zo spoedig mogelijk van een plaatsingslijst te voorzien. Nog gedurende de cam pagne werden tal van plaatsingslijsten gemaakt. Bij kleine archieven gebeurde dit soms binnen enkele dagen of weken na binnenkomst. Een geval apart vorm den de vrij omvangrijke archieven van de o.l.m. Kort na de acquisitie ben ik begonnen met de inventarisatie hiervan. Dit resulteerde in een in 1984 door het rijksarchief uitgegeven inventaris.7 Het spreekt echter vanzelf dat ordening en inventarisatie geen gelijke tred konden houden met de enorme aanwas van deze archieven. De reden dat ik het punt van ordening en inventarisatie aanroer, is dat de voortgang in de ordenings- en inventarisatiewerkzaamheden als een soort 'proeve van betrouw baarheid' kan worden gezien door de inbewaringgever en derhalve de acquisitie campagne flink kan ondersteunen. Om het verkregen vertrouwen in de agrari sche wereld (en dat geldt waarschijnlijk voor iedere acquisitiecampagne in elke maatschappelijke sector) te behouden en ook om eventuele weifelaars over de streep te trekken door met fraaie plaatsingslijsten te zwaaien, is het noodzake lijk, althans sterk aan te bevelen, de ordenings- en inventarisatiewerkzaamhe den nog tijdens de acquisitiecampagne aan te vangen. Samenvatting: wat is van belang voor het slagen van een acquisitiecampagne? Het verrichten van vooronderzoek Dit is noodzakelijk. Doel van een dergelijk onderzoek is inzicht te krijgen in de organisaties die bestaan hebben en bestaan in de maatschappelijke sec tor waar een archiefdienst wil acquireren. Een vooronderzoek kan lijsten van organisaties, verenigingen en personen opleveren en de daarbij behorende jaar tallen alsmede structuren blootleggen aan de hand waarvan selectiecriteria voor de acquisitie kunnen worden ontwikkeld. In ons geval bleek dat de bekend heid met de agrarische wereld, die werd verkregen via het vooronderzoek, op prijs gesteld werd door de benaderde verenigingen en personen. De contacten met de stands- en koepelorganisaties Het belang van deze contacten kan nauwelijks overschat worden. De mede werking van dergelijke organisaties of juist het ontbreken daarvan blijkt cru ciaal te zijn geweest voor het verloop van de acquisitiecampagne. Er is enige speelruimte buiten deze contacten maar deze is beperkt. Met het benadrukken van het belang van deze contacten is geenszins gezegd dat een organisatie als 211

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1986 | | pagina 17