witte kozijnen, ramen, dakkapellen en kroonlijst, grijze pannenkap, witte ge pleisterde binnenwanden, blanke grenehouten kolommen, balken en plafonds, blanke eikehouten trappen, hardstenen halvloer, 'moderne' meubels, arma turen en stoffering. 2-3 Depots De depots bevatten de archieven, die de bestaansreden van het rijksarchief uit maken. Onder nauwkeurig beheerste condities van temperatuur en luchtvoch tigheid staan de documenten gerangschikt in stellingen met een schaplengte tot circa 27 km op een vloeroppervlak dat bijna zo groot is als een voetbal veld. De betonnen depots vullen de wallen in de westelijke helft van de citadel van wachtgebouw bij de Zuidpoort tot ateliergebouw bij de Noordpoort, zo dat ze een halve kring vormen om het hoofdgebouw, waar ze door een na velstreng zijn verbonden. Er zijn twee bouwlagen: één op het niveau van de begane grond van het hoofd gebouw en één op het niveau van de kelder. De onderste bouwlaag, die een aanzienlijk groter oppervlak heeft dan de bovenste, strekt zich gedeeltelijk uit onder het maaiveld van het terreplein. De afwerking van aarde, gras en straat werk van terreplein en wallen is op de depots voortgezet. De gangen die op beide niveaus aan de binnenzijde van de halve kring de depots ontsluiten, heb ben op enkele plaatsen kazemat-achtige raamopeningen in de taluds van de wallen en halfcirkelvormige lichtkommen. In de citadel ligt in de wallen en onder het terreplein een groter bouwvolume verborgen dan er zich boven verheft. Toch zijn de depots, al vertonen ze zich in de gedaante van een vestingwal, onmiskenbaar aanwezig. Waardoor? Door de raamopeningen in de taluds? Door de navelstreng-verbinding van hoofd gebouw en wal? Of door de steenachtige afwerking en de krachtige plastiek van taluds en opritten van het walgedeelte, dat de achtergrond vormt van het hoofdgebouw? 2-4 Beeldende kunst Drie beeldende kunstprojecten onderstrepen de bedoelingen van de architec tuur en voegen eigen waarden toe. Het schermachtige staketsel van alumini um staven, dat door Peter Koorstra in het najaar van 1985 in de Zuidpoort is uitgevoerd, dient een tweeledig doel. Enerzijds representeert dit object de citadel, zoals eertijds de reeds lang verdwenen toren boven de poort, ander zijds begeleidt het de bezoeker naar het centrum van de citadel, waar het mid denplein mede gevormd wordt door de vier 'bomen' van de kunstenaar Heppe de Moor. Deze dode en gekortwiekte bomen zullen langzaam vergaan, maar hun afdruk achterlaten in de half-omhullende pylonen. De halve krans van bomen, de levende en de dode, richt de aandacht op de voorgevel van het hoofd gebouw. Gaat de bezoeker door de toegangspoort, dan betreedt hij de centrale zui lenhal. Tussen de zuilen ter weerszijden hangen de doeken van Guusje van den Heuvel, aan beide zijden één. Deze doeken van kunstvezelstof met stiksels beel den het thema 'veelheid en ordening' uit. Het doorschijnende materiaal licht op door indirect daglicht aan de achterzijde. 364 3 Conclusie Uit het voorafgaande blijkt, dat het nieuwe gebouw van het Rijksarchief in Noord-Brabant een wel zeer afwijkend bouwmodel heeft en alleen al om die reden moeilijk vergelijkbaar is met de 'traditionele' archiefgebouwen zoals die na de Tweede Wereldoorlog in binnen- en buitenland zijn gerealiseerd. Afgezien van de vormgeving en de beschikking over een eigen buiten- en binnenterrein van 24 000 m2, dat in kantoortijd voor het publiek vrij toegan kelijk is, rijst de vraag welke de meest specifieke elementen zijn van dit com plex. Genoemd kunnen worden: a de zeer fraaie ligging in een eigen door wallen omsloten stiltegebied aan de rand van het stadscentrum met een ruime parkeeraccomodatie voor publiek en me dewerkers b de uitstekende mogelijkheden voor wetenschappelijk onderzoek: twee studie zalen (79 plaatsen en 10 plaatsen in de hal), een collegezaal met volledig uitge ruste filmkabine, twee projectgroepkamers met eigen depot voor zelfbediening door universitaire werkgroepen, twee aansluitpunten op computersystemen el ders door middel van een Telemixtelefoonapparaat met beeldscherm in een van de projectgroepkamers en in een glazen kabine binnen de wetenschappe lijke studiezaal c de beveiliging tegen inbraak en brand door lexaan voorzetramen, een deursig naleringssysteem en een tableau waarop een eventuele brandhaard onmiddel lijk kan worden gelocaliseerd d een beveiliging tegen wateroverlast in de bewaarplaatsen door zogenaamde wa tersnuffelaars e een door een computer bestuurde electronische controle op temperatuur en relatieve vochtigheidsgraad in de bewaarplaatsen via een beeldscherm af te le zen en bij te stellen een volledige zonwering op alle ramen van studiezalen en werkkamers tenein de de geringste mogelijkheid van een nadelige uv-straling op archiefstukken uit te sluiten g de beschikbaarheid van een tentoonstellingszaal op museaal niveau met de potcondities en beveiligde vitrines, zodat archivalia en voorwerpen van geschie denis en kunst kunnen worden geëxposeerd h een volstrekt logische ordening van de publieksruimten rondom een centrale hal als trefpunt van bezoekers en medewerkers i een heldere indeling van het gebouw conform de afdelingsstructuur van een rijksarchief in de provincie j een concentratie van fotografisch en restauratieatelier in één afzonderlijk bouw deel (op de wijze van de veel uitgebreidere voorzieningen op dit gebied en op audiovisueel terrein in gebouw 7 van de vernieuwde gemeentelijke archiefdienst van Amsterdam) k de zeer gemakkelijke bereikbaarheid van terrein en publieksruimten voor in validen de zeer mooie eenheid van (Deens) meubilair in alle ruimten m de uitstraling die van het gebouw uitgaat op bezoekers en medewerkers, waar door de werksfeer gunstig wordt beïnvloed. Hiertoe draagt ook de voor het publiek geschapen mogelijkheid om van de kantine gebruik te maken bij. 365

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1986 | | pagina 32