meegekomen en in een enkel geval zelfs een volledige krakeling-vormige 'hori zontale' afkortingsstreep, die bij een woord hoort, dat een regel lager staat ('Pietersz.' uit nr. 124; 'dochter' en 'Ysbrant' uit nrs. 41 en 16). Een niet-zeer- geoefende gebruiker van de atlas kan hier gemakkelijk in de war raken en den ken, dat deze vreemde elementen deel uitmaken van het getoonde woord. Ook valt het op, dat in de toelichtende tekst op de meeste plaatsen de bovenge schreven horizontale afkortingsstreep is weggevallen. Dit zijn punten, waar aan bij eventuele herdruk aandacht zou moeten worden besteed. Al blijkt uit het voorgaande, dat in mijn ogen deze uitgave nog niet de volle dige volmaaktheid heeft bereikt, dat kan toch niet afdoen aan de omstandig heid, dat daaraan de positieve punten sterk overheersen. De kwaliteiten van de atlas op het gebied van tekstkeuze en tekstweergave maken hem bovendien niet alleen tot een nuttig studie-instrument voor de geavanceerde alleen- studerende archiefbezoeker. Als aanvullend lesmiddel lijkt hij tevens zeer ge schikt voor de deelnemer aan een cursus voor amateur-historici en voor de vakstudent. E. D. Eijken h.j.a.h.g. metselaars, Onderzoek in het rijksarchief in Noord-Holland, Haarlem 1984. 59 blz. (alleen te koop in het rijksarchief in Noord-Holland) Het betreft hier een gids die is samengesteld door het hoofd externe dienstver lening van het rijksarchief en die bestemd is voor de amateurs die in het ar chief onderzoek komen doen. De gids dient tevens als leerstof bij een cursus historisch onderzoek. Het werk is in drie hoofdstukken verdeeld en behandelt achtereenvolgens het historisch onderzoek in het algemeen, de archieven en verzamelingen van het rijksarchief zelf en in hoofdstuk 3 enige voorkomende onderzoeken. Hoofdstuk 1 over historisch onderzoek gaat in op het gebruik van literatuur en bronnen en op de verwerking van gevonden gegevens. Er worden tal van nuttige aanwijzigingen gegeven hoe men literatuur kan vinden en hoe men er mee om moet gaan. Als het over bronnen gaat komen vragen aan de orde als: welke archieven zijn er? waar bevinden zij zich? en wat zit er in? De amateur wordt op overzichtelijke wijze op het spoor gezet om vooral systematisch te werk te gaan. In het tweede hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van de belang rijkste archieven en verzamelingen. Deze beschrijving biedt net iets meer dan die van het archiefoverzicht omdat ook verteld wordt welke relevante soorten van stukken men in een bepaald archief aan kan treffen. Aan die informatie is vaak grote behoefte bij de gebruiker. In het derde hoofdstuk tenslotte wordt geschetst welke soorten archieven vaak gebruikt worden bij onderzoek naar de geschiedenis van een familie en van een plaats of streek. Het lijkt mij dat het rijksarchief in Noord-Holland met deze gids over een belangrijk hulpmiddel voor zijn bezoekers beschikt die in de studiezaal zijn diensten zal bewijzen. Als ik al een bezwaar zou moeten noemen dan is dat 280 hooguit dat een en ander sterk bekeken is door de bril van de archivaris in de zin van: 'wat hebben wij' (aan archief) en dat de onderzoeker meer behept is met de vraag: 'wat wil ik weten?' Een ander bezwaar, dat de auteur niet ver weten kan worden, is dat de gids alleen betrekking heeft op het rijksarchief en dat alle andere archieven in de provincie onbesproken blijven. Ik denk dat de amateur graag wil weten wat er op locaal niveau te vinden is en wanneer hij naar welk archief moet gaan. Uit de gids zou je de indruk kunnen krijgen dat iedere archiefdienst in Noord-Holland zijn eigen handleiding maar moet ma ken. Wellicht zou een provinciale bundeling het overwegen waard zijn. M. AW. Gerding H. van bavel, Regestenboek van het archief van de abdij van Berne U34-1400. Abdij van Berne, Heeswijk 1984, xxxvo en 155 blz., 100,- Een niet onbelangrijk gevolg van de reformatie en de Nederlandse opstand is dat de archieven van vele in die tijd opgeheven en geconfisqueerde kloosters en abdijen thans berusten in de openbare archiefbewaarplaatsen van rijk en gemeenten. Slechts weinige archieven van middeleeuwse kloostergemeen schappen bevinden zich in Nederland op dit moment in particulier bezit. Tot deze kleine groep behoort onder andere het omvangrijke archief van de nor- bertijner abdij van Berne, momenteel gevestigd te Heeswijk-Dinther. Reali seert men zich dat een voor het historisch onderzoek zo belangrijk archief als dat van de abdij Berne volledig buiten de voorschriften van de archiefwet valt dan mag men zich gelukkig prijzen wanneer blijkt met welk een goede zorg dat archief door de archivaris van de abdij, pater Van Bavel, wordt beheerd. Zij die in het verleden onderzoek in het abdijarchief hebben gedaan hebben dat veelvuldig ondervonden en er hun voordeel mee gedaan; thans komt het opnieuw tot uiting in het door Van Bavel samengestelde regestenboek. Dit werk bevat de regesten van alle in het abdijarchief aanwezige akten van af de stichting van de abdij in 1134 tot 1 januari 1400. Volgens het voorwoord mag het worden beschouwd 'als een serieuze aanzet tot de volledige inventari satie van het oude kloosterarchief'. Men kan hieruit afleiden dat de aange kondigde inventarisatie in 1984 nog in een beginstadium verkeerde, hetgeen verklaart waarom bij de afzonderlijke regesten voor de vindplaatsen alleen naar de door Van Bavels voorganger dr. H. Heijmans ingevoerde codering van de archiefkasten van de abdij kon worden verwezen. Bekijkt men het regestenboek mede aan de hand van de uitvoerige inleiding wat nader, dan stelt men vast dat het merendeel van de circa 500 regesten de inhoud weergeeft van in het eigenlijke abdijarchief aanwezige charters voor een deel vidimussen uit de periode van 1400. Daarnaast zijn de akten ver werkt die zijn overgeleverd in cartularia en andere afschriften uit later tijd, zoals het 'Bullarium Roovers' (circa 1630) en de 'Collectie oude afschriften (17e eeuw), welke eveneens deel uitmaken van het archief van de abdij zelf. Behalve van het abdij archief sensu stricto heeft Van Bavel ook gebruik ge maakt van andere archieven, collecties en handschriften, die in het verleden op een of andere manier in het archiefdepot van de abdij Berne-Heeswijk zijn 281

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1985 | | pagina 34