Maastricht kocht echter niet het hele bij Hanssen achtergebleven archief aan
van diens erfgenamen. Wel attendeerde rijksarchivaris Goossens in 1929 zijn
Bossche collega op het bestaan van een 35-tal charters in de nalatenschap
Hanssen, die mogelijkerwijs interessant zouden zijn voor het Noordbrabant
se depot. De charters hadden voornamelijk betrekking op de familie van Gre-
venbroeck en haar bezittingen te Mierlo, Vught, Helvoirt en s-Hertogen-
bosch. Noord-Brabant vond ze inderdaad belangwekkend êenoeg en kocht ze
aan voor 60 gulden van de erfgenamen Hanssen. Ook nu weer informeerde
men te Maastricht naar de herkomst van de stukken en andermaal bleef men
een antwoord schuldig. Later, in februari 1930, gaf de rijksarchivaris van
Noord-Brabant zelf het juiste antwoord: afkomstig van het kasteel Alden-
ghoor,26 hetgeen zijn Maastrichtse ambtgenoot moest beamen. De charters
waren via het huwelijk van Maria Hillegonda van Grevenbroeck met Hans
Caspar van Keverberg op het einde van de 17e eeuw of in het begin van de 18e
eeuw in het familiearchief van Keverberg terecht gekomen. Een nauwkeurige
afscheiding van Brabantse charters had Hanssen in het verleden niet doorge
voerd. Zoals trouwens de meeste caesuren die hij had aangebracht maakt ook
deze een grove indruk. In het archief dat hij in 1905 10 aan Maastricht had
verkocht zaten ook charters met betrekking tot deze Brabantse goederen. In
nog grotere mate was dit het geval met de 'restcharters' die in het supplement
van baron d'Olne werden aangetroffen.
Kleinere aanwinsten, grotere verliezen en andere perikelen
In de tussentijd had in 1926 de bekende archiefruil met Pruisen plaatsgevon
den en abermals was het archief Keverberg aangesproken. Voornamelijk
stukken betreffende de bekende Karei Lodewijk baron van Keverberg en
diens Duitse tijd in Franse dienst werden aan het Hauptstaatsarchiv te Düssel-
dorf afgestaan. Thans berusten daar ook stukken betrekking hebbende op
goederen liggende op het grondgebied van de huidige Bondsrepubliek, maar
thuis horende in het familiearchief van Keverberg. De familie bezat onder an
dere de heerlijkheid Lintzenich bij Aken. Vermoedelijk zijn deze stukken
door Hanssen aan Düsseldorf verkocht.27 Hier geldt wederom hetgeen reeds
bij Noord-Brabant moest worden gemeld: ook in de Maastrichtse archivalia
berusten stukken over dezelfde persoon en over dezelfde goederen! Düssel
dorf op zijn beurt stond de stukken betreffende Van Keverberg als prefect van
het departement van de Boven-Eems af aan het Staatsarchiv te Osnabrück.2®
De in het archief aangetroffen stukken betreffende diens zuster Clementina
Francisca Florentina Josepha barones van Keverberg (1773- 1839), laatste
abdis van het klooster Bedburg te Kleef, werden door Düsseldorf bij het ar
chief van dit klooster geplaatst.29
De volgende die met archief van de familie van Keverberg op de proppen
kwam was een zekere Marius Hendricks uit Amsterdam en afgaande op diens
correspondentie geen onbekende van rijksarchivaris Goossens. Wellicht was
hij een voormalig leerling van Goossens in diens Rolducse periode. Goossens
noemt hem: 'Waarde Marius' en Hendricks antwoordt met: 'Zeer geachte
Doctor'. Hendricks bezat in 1931 twee pakken archief. Het ene bestond uit
132
akten ook weer betrekking hebbende op de familie van Grevenbroeck en het
andere bevatte voornamelijk correspondentie van de familie van Keverberg
zélf. 9 Hoe hij er aan gekomen was bleek niet. Gezien het tijdstip van opdui
ken lijkt het niet onwaarschijnlijk dat ook deze stukken afkomstig waren uit
de nalatenschap Hanssen.
In de serie aanwinsten viel verder nog te melden de aankoop in 1952 door
het rijksarchief in Noord-Brabant bij Geerts' Boekhuis te Arnhem van een
tweetal charters uit 1631 en 1640, alweer betreffende de familie van Greven
broeck. Het is niet helemaal zeker, maar een herkomst uit het archief van Ke
verberg is niet uit te sluiten.31
Laten we nog een keer terug komen op Hanssen. Zoals we gezien hebben
was hij rond 1900 archivaris van het bisdom Roermond en is hij uit dien
hoofde dan ook de samensteller van een inventaris van het archief van het ou
de bisdom Roermond. Het gelukkige toeval wil dat dit archief in 1970 in be
waring is genomen door het rijksarchief in Limburg te Maastricht. Bij de
doorneming van deze inventaris bleek al vrij snel dat een aantal stukken uit
het archief van Keverberg ook bij het bisdom terecht waren gekomen32 en
ook in de vrij vele portefeuilles ongeordend archief bleek nog een aantal stuk
ken Keverberg te zitten.33 Iets wat door de eerder gememoreerde marginale
aantekeningen van Hanssen in de lijst Slanghen reeds werd vermoed. Al deze
archivalia hadden iets te maken met geestelijken of geestelijke instellingen.
Bij het globaal doornemen van dit archief bleek eens te meer de verzamelwoe
de van Hanssen: bij de stukken betreffende kloosters en dergelijke bleek ar
chief te zijn geplaatst dat thuis hoorde in het archief van die kloosters zelf.
Maastricht heeft in het verleden dan ook bij de inventarisatie van enkele
kloosterarchieven diverse stukken terug gebracht naar hun juiste plaats. Bij
de inventarisatie in 1979 van het archief van het klooster St. Elisabethsdal te
Nunhem heeft men het in portefeuille 63 onder nummer 1 vermelde charter
gelicht en opgenomen in de inventaris van genoemd klooster onder nummer
339. Blijkens de lijst Slanghen/Olne hoort het stuk echter thuis bij het familie
archief van Keverberg! Ook werd in het bisdomarchief nog een pak procesak
ten gevonden van de schepenbank Thorn34 en een hoofdvaartproces uit 1590
van Linne op het hoofdgerecht Roermond.35 Bij herinventarisatie van dit bis
schoppelijke archief zullen ongetwijfeld meer van dit soort vondsten worden
gedaan.
133