Het ivA-rapport bestudeerd
lans over 1984 vastgesteld en wordt de penningmeester gedechargeerd voor het
door hem gevoerde financiële beheer. Hierna komt de begroting 1985 aan de
orde. J. H. Coelingh Benninck vraagt gezien de kosten voor het publiceren van
de Staat van het Nederlandse Archief wezen of niet moet worden overwogen de
Staat eens per twee of drie jaar uit te brengen. De voorzitter antwoordt dat dit
punt reeds overwogen is. Samengaan met een dergelijke uitgave van wvc is
overwogen maar zou de Staat te zeer afhankelijk maken van de besluitvorming
en het produktieschema van wvc. Via handopsteken tijdens de vergadering
ontstaat geen duidelij ke meerderheid voor of tegen één- of meerjarige verschij
ningsfrequentie van de Staat. Dr. J. E. A. L. Struick merkt op dat deze verga
dering maar een deel van de leden representeert. Hij vindt dat er nu geen beslis
sing moet worden genomen, ook gezien het feit dat dit geen vooraf
aangekondigd voorstel was. Besloten wordt dit in een volgende ledenvergade
ring ter tafel te brengen. Hierna wordt de begroting 1985 vastgesteld.
J. N. Hanemaaijer en drs. R. D. van der Vlis nemen hun benoeming in de
kascommissie voor 1985 aan.
6 Bestuursverkiezing Aftredend zijn mw. F. Cossee-de Wijs en drs. J. N. T.
van Albada, welke laatste tussentijds aftreedt. Dit houdt verband met het
rooster van aftreden dat anders in 1985 drie aftredende bestuursleden te zien
zou geven, hetgeen de bestuurscontinuïteit in gevaar zou brengen. De voor
gestelde kandidaten - er zijn geen tegenkandidaten ingediend-, G. J.Röh-
ner en drs. I. W. L. A. Caminada, worden bij acclamatie gekozen. Kolk
vraagt vervolgens of bij de bestuursverdeling voortaan ook rekening kan wor
den gehouden met de archiefambtenaren die werkzaam zijn in de periferie van
het archiefwezen. De voorzitter antwoordt dat hiermee zeker rekening wordt
gehouden naast andere zwaarwegende criteria.
7 Benoeming bestuursleden Stichting Archiefpublikaties In de plaats van het
niet-herkiesbare bestuurslid prof. dr. C. Dekker wordt mr. T. N. Schelhaas
benoemd. Tevens vindt herbenoeming plaats van mw. drs. M. Mijnssen-
Dutihl, drs. J. P. Sigmond en drs. R. M. E. Raaff.
8 Rondvraag Jansen verzoekt om aan de redactie van het woordenboek van
Van Dale een exemplaar van het Lexicon van Nederlandse Archieftermen toe
te sturen zodat de definitie van het woord 'archief' kan worden aangepast.
Bordewijk antwoordt hierop dat hij reeds contact met de redactie heeft gehad
en als antwoord kreeg dat het criterium voor definiëring van termen datgene
is wat in het spraakgebruik geldig is.
Woelderink vraagt het woord naar aanleiding van het punt van de adver
tenties voor middelbare archiefambtenaren ter secretarie dat de voorzitter in
zijn jaarrede heeft aangesneden. Hij vindt dit een zeer principieel punt: de
van moet zich blijven realiseren dat zij te allen tijde de belangen naar buiten
vertegenwoordigen moet en dat een beleidswijziging als een zwaktebod kan
worden opgevat. De voorzitter stelt voor om dit punt als agendapunt op de
volgende ledenvergadering op te voeren. Hiertoe wordt besloten.
Vervolgens wordt de vergadering gesloten. De presentielijst werd getekend
door 79 personen.
208
Rapport van de werkgroep ter bestudering van het
iVA-rapport 'Het behoud van culturele
voorwerpen' (1977), voor zover het archieven betreft.
Werkwijze
De werkgroep, ingesteld door de Vereniging van archiefrestauratoren en de
Vereniging van archivarissen in Nederland, was samengesteld uit de volgende
personen: G. H. J. Diekstra (gemeentearchief Groningen)-drs. R. C. Hol
(rijksarchief Zeeland)-W. J. Th. Smit (Koninklijke bibliotheek, 's-Graven-
hage)-drs. C. J. Stadig (Velp, Vereniging van Archiefrestauratoren)-drs.
A. J.M. den Teuling (provinciale archiefinspectie Drenthe) - P. H. J. Vlas
veld (gemeente-archief Amsterdam). De heren Stadig en Den Teuling fun
geerden respectievelijk als voorzitter en secretaris.
De werkgroep heeft op 18 mei 1982 voor het eerst vergaderd en daarna op
3 september, 19 november, 15 december 1982 en 22 februari 1983. Bij de ver
gaderingen van november en december zijn respectievelijk de heer
G. W. H. Pieters, coördinator restauratiezaken van de rijksarchiefdienst, en
de heer ir. J. Lodewijks, rijksadviseur bij het ministerie van Welzijn, Volksge
zondheid en Cultuur, beiden betrokken bij de samenstelling van het rapport,
uitgenodigd om de wijze van tot stand komen van het rapport toe te lichten.
Het feit, dat zij gevolg hebben gegeven aan de uitnodiging, heeft de conclusies
van dit rapport in grote mate beïnvloed. Het iVA-instituut is door de werk
groep wel benaderd, maar heeft ons bij het eerste contact naar de heren Pie
ters en Lodewijks doorverwezen, daar de normstelling en aangeleverde en
quêteformulieren niet door het instituut zijn getoetst, maar slechts op de
gebruikelijke, verantwoorde, wijze zijn verwerkt.
Algemeen
De werkgroep heeft getracht de berekening van de ruim 75.000 manjaren ach
terstand in de restauratie en conservering van archiefbescheiden op betrouw
baarheid te toetsen. Het is duidelijk dat een groot deel van de achterstand al
leen via massa-processen kan worden weggewerkt, zoals ook de auteurs van
het rapport opmerken. Het cijfer 75.000 is nog uitsluitend gebaseerd op am
bachtelijk handwerk, vel voor vel en band voor band. Het iVA-rapport (p.
107) komt tot een totaal van bijna 50.000 voor restauratie en ruim 26.000 voor
conservering.
209