Minder gelukkig zou ik moeten zijn met de toevoeging van de gedeponeerde archieven van de families Van Byland Halt en de heerlijkheid Ruinen. Waar om deze stukken niet overgebracht naar de reeds aanwezige archieven el ders?25 Het antwoord staat in de inleiding: het archief is afkomstig van twee afzonderlijke bewaargevers die het bijeenhouden en zelfs gescheiden plaat sing van hun bestanden hebben bedongen en zo met hun bepalingen de schoonheid van deze inventaris hebben aangetast.26 Plichtsgetrouw wordt door de inventarisator de naakte waarheid weergegeven: hier zwicht het bestemmingsbeginsel voor het lex dura sed lex. Ik heb moeite met de detailindeling van de persoonsarchieven. De verfijnin gen die Jongbloed heeft toegepast en die in de Aanwijzingen niet zijn aanbe volen, geven naar mijn mening aanleiding tot inconsequenties. Vandaar dat ik mijn bedenkingen hier ter diskussie wil stellen. 1 Jongbloed ziet terecht dat partners in een huwelijk elk een afzonderlijk ar chiefvormende instelling zijn, en maakt daartussen onderscheid. Hij be schouwt echter de huwelijkssluiting, de overeenkomst van huwelijkse voor waarden en het mutuele testament als gemeenschappelijke handelingen, die hij dan in een aparte rubriek onderbrengt, desnoods in twee, als een van de partners hertrouwt. De stukken betreffende vermogens (ook al is er sprake van gemeenschappelijke boedels)27 en nalatenschappen worden echter bij de partners afzonderlijk ondergebracht. Omwille van deze verbanden en de on zekerheid die er bestaat omtrent gemeenschappelijke en gescheiden boedels wil ik er toch voor pleiten om 'gemakshalve'28 ook de huwelijksakten etc. (soms door mij in één nummer beschreven, Jongbloed doet dat niet) bij de man onder te brengen. 2 Jongbloed deelt de archieven van afzonderlijke personen als volgt in: na on derscheid gemaakt te hebben tussen stukken van algemene aard en stukken betreffende bijzondere onderwerpen onderscheidt hij 'Stukken aangaande (het) privé leven', 'Stukken aangaande (het) openbaar leven' en 'Stukken aan gaande vermogensbeheer'. Dat laatste is onderverdeeld in 'Eigen vermogen' en 'Vermogen van anderen'. Hierover twee opmerkingen: A In de rubriek 'Eigen vermogen' zijn testamenten en nalatenschapsstukken op genomen. Ik zie in deze stukken ook een persoonlijk element, vooral wanneer nalatenschappen snel worden afgewikkeld: een enkele keer breng ik de stuk ken betreffende overlijden en nalatenschap in één nummer onder. In de Aan wijzingen is geconstateerd dat een uniforme indeling van persoonlijke (ook fi nanciële) stukken op een logische wijze niet mogelijk is. Willen wij komen tot een onderscheid tussen persoonlijk leven - financiën, c.q. vermogen, dan zul len we conventies moeten opstellen over de plaatsing van bepaalde catego rieën stukken, desnoods bij meerderheid van stemmen. Per slot van rekening berust ook de plaatsing van nalatenschapsstukken bij de overleden personen op afspraken. B Werkelijk inconsequent is de toepassing van de rubriek 'Vermogen van ande ren'. Hieronder zijn geplaatst: voogdijschappen, toevertrouwde zakelijke transacties van familieleden, maar ook stukken die naar mijn mening het ei gen vermogen betreffen: transacties met wissels te eigener behoeve (inventa risnummer 92)29 en tenaamstellingen bij verkoop van eigen goed (405)30. De plaatsing van enkele ingekomen brieven van buitenlandse bankiers31 onder 202 deze rubriek is niet in de beschrijving verantwoord. Een ander bezwaar tegen deze rubriek is, dat voogdij meer impliceerde dan louter vermogensbeheer, omdat er immers ook sprake was van een ouderlijke machtsrelatie. Jongbloed heeft hier een innovatie gecreëerd die niet is geslaagd. Ik had mij voorgenomen om in de inventaris van Jongbloed naar punten van diskussie te zoeken, en slaagde erin één punt van kritiek te vinden. Daar staat tegenover dat een grote hoeveelheid problemen op meesterlijke wijze is over wonnen en dat de structuur van het archief helder is weergegeven. De afwer king van de inventaris is navenant: de inhoud bevat het gehele schema en de onderverdeling is duidelijk weergegeven. De inleiding bevat een gewetensvolle verantwoording tot op het scrupuleuze af; dat zij school moge maken! Een opmerking over de afwerking: Jongbloed heeft voor het zichtbaar maken van de complexe indeling van zijn archief met succes zijn gehele letter- en cijfer- kast omgekeerd. Dat lukt niet altijd: niet elke typist heeft Griekse letters en een tekstverwerker zeker niet. Daarom zou ik om praktische (niet om estheti sche!) redenen voor de inhoudsopgave een cijfercode aanbevelen, die ook meer paginaruimte overlaat voor de beschrijving van de titel. J.A.A. Bervoets Noten 1 Ik heb de titels van de inventarissen doorgege ven aan een medewerker van de Werkgroep Achttiende Eeuw. Het officiële adres is Stadi onkade 401, 1077 vp Amsterdam. 2 nab 88, 193-233. 3 Jongbloed, 51. 4 Sandberg, ix. 5 Sandberg, 63. Beschrijving in een n.b. 6 Sandberg, 61. 7 Sandberg, 62. 8 Sandberg, 61 9 nab 88, 198. 10 De indeling staat niet in de inhoudsopgave. Ze is ontleend aan Sandberg, 158-167. Inventaris nummer 732, een notarieel protest aan het ge recht van Nieuwerkerk, is niet ingedeeld. 11 Vergelijk nab 88, 206. Vergelijking met Jong bloed en Denys is niet mogelijk. Jongbloed be schrijft een gedeponeerd heerlijkheidsarchief als een supplement op een reeds geïnventariseerd bestand door mr. J.G.C. Joosting, Denys deelt 'zijn' heerlijkheidsarchief niet in, maar ge bruikt verzamelkopjes. 12 Facsimile-herdruk van de Tweede Druk (1920), 71. 13 Ibidem, 60-61. 14 Sandberg, 59. 15 T.a.p. 86. 16 j.denys, Inventaris van het archief van de fa milies De Moerman d'Harlebeke en van de aan verwante families. Rijksarchief in Gent (Brus sel, 1975). 17 denys, Inventaris Van Pottelsberghe, 66. 18 T.a.p. (7), 14 en 34. 19 T.a.p. (5). 20 Vergelijk het gehele zakelijke gedeelte, bijvoor beeld blz. 40-41 (inventarisnummers 279, 285, 286bis, 291). 21 Inventarisnummers 148 blz. 125 en 225 blz. 33). Ik heb de correcte vertaling van de Franse ar chiefterm Manuel gebruikt voor de interpreta tie. 22 Sandberg, blz. vi. 23 nab 88, 199-208. 24 Vergelijk Aanwijzingen in nab 88, ibidem. 25 Het familiearchief Van Bylandt bevindt zich bij de Eerste Afdeling van het Algemeen Rijks archief, terwijl er ook een stukje in het Rijks archief in Gelderland berust; het archief van de heerlijkheid Ruinen berust in het Rijksarchief in Drenthe. Vergelijk Jongbloed, 33-34 en 46. 26 Jongbloed 44-45. 27 Zoals wellicht bekend was vóór de invoering van het Burgerlijk Wetboek in 1838 zelfs bij de vaststelling van gemeenschap van goederen een akte van huwelijkse voorwaarden nodig. 28 Aanwijzigingen in nab 88, 198. 29 Jongbloed, 70. 30 Jongbloed, 126. 31 Jongbloed, 64. 203

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1985 | | pagina 43