Een ander bestuurslid zal zich gaan bezighouden met de contacten met zuster
verenigingen als SOD, nvba, vng, nhg en andere verenigingen op aanpalende
terreinen. Ook dit is een in zwaarte toenemend onderdeel van de bestuurstaak
gebleken, waaraan extra aandacht gegeven moet worden.
De zoeven geschetste reorganisatie van de bestuurswerkzaamheden, die in
1984 is voorbereid, betekent een ontlasting voor vooral de voorzitter en de se
cretaris. Tegelijkertijd wordt bereikt dat de zogenaamde bestuursleden 'zon
der functie' - de gelukkigen of ongelukkigen die geen voorzitter, vice-
voorzitter, secretaris of penningmeester zijn - zich niet in de bijwagen hoeven
te voelen, maar een inhoudsvoller en daardoor aantrekkelijker taak krijgen.
De besprekingen over het functioneren van het bestuur hebben ook op andere
punten tot verbeteringen geleid, bijvoorbeeld ten aanzien van de voorberei
ding van de bestuursvergaderingen.
Archiefambtenaar ter secretarie
Voor nog een andere in het bestuur dikwijls besproken aangelegenheid wil ik
uw aandacht vragen. Ter plaatsing in Nieuws van archieven werd een adver
tentie aangeboden, waarin voor de verzorging van het oud-archief van een ge
meente een middelbaar archiefambtenaar ter secretarie werd gevraagd. Hier
betrof het een vacature ontstaan wegens pensionering van een middelbaar ar
chiefambtenaar met dezelfde taak. In een ander geval (Assen) ging het om een
nieuwe functie. Het bestuur besloot eerstbedoelde oproep niet, de tweede wel
te plaatsen, omdat in het laatste geval de advertentietekst vermeldde: 'de
funktionaris zal bij voldoende funktioneren t.z.t. kunnen worden aangesteld
in de funktie van gemeentearchivaris'. Daarmee is het bestuur afgeweken van
de richting die de ledenvergadering in 1980 aangaf.1 Toen droeg de ledenver
gadering, na bespreking van de 'kwestie' Alphen aan den Rijn, het bestuur op
slechts circulaires voor vacatures van archief ambtenaren ter secretarie te ver
spreiden, indien schriftelijk zou worden aangetoond 'dat het betreffende ge
meentebestuur de betrokkene binnen 3 jaar aanstelt tot gemeentearchivaris'.
Deze formulering ging een grote meerderheid in de ledenvergadering overi
gens nog te ver: 44 van de 99 aanwezigen verklaarden zich tégen het voorstel
omdat velen waarschijnlijk in het geheel geen medewerking van de van
wensten aan aanstelling van een middelbaar archiefambtenaar ter secretarie,
een constructie waarvan de ledenvergadering in 1974 (geval Middelburg) had
verklaard dat deze in strijd is met de geest van de Archiefwet.2
Anno 1985 vraagt het bestuur zich af of er aanleiding is om de sedert 1980
bestaande beperking van de mogelijkheid om advertenties voor middelbare
archiefambtenaren ter secretarie te verspreiden, te laten vallen. In de eerste
plaats is het inmiddels duidelijk geworden dat een wettelijke verplichting voor
gemeenten tot aanstelling van een gemeente- of streekarchivaris er niet zal ko
men. De geest van de wet waarop de ledenvergadering zich in 1974 kon beroe
pen, wordt door minister Brinkman in de fles teruggeduwd, zo blijkt uit zijn
bij brief van 25 maart 1985 aan het bestuur gezonden conceptnota archiefbe-
leid. Het zal blijven afhangen van de overredingskracht van de provinciale in
specteurs der archieven en van de goede wil van de gemeentebesturen of er nog
122
gemeentearchivarissen komen. De aanstelling van een middelbaar archief
ambtenaar ter secretarie is een uiting van die goede wil en geeft de mogelijk
heid tot uitgroei naar een gemeentearchivariaat. In de afgelopen jaren hebben
we in een aantal gemeenten die ontwikkeling kunnen constateren: het zwarte
schaap Middelburg ging als eerste over de dam, gevolgd door gemeenten als
Thorn en Rijswijk.
In de tweede plaats vindt het bestuur het zijn taak mee te werken aan de
creatie en het behoud van arbeidsplaatsen voor gediplomeerde archiefambte
naren. Beter een middelbaar archiefambtenaar ter secretarie dan een onder de
hoede van de sociale dienst of in de ww.
In de derde plaats had de tot nu toe gevolgde taktiek veel weg van struisvo
gelpolitiek: de door de van geweigerde advertenties kwamen toch op het
prikbord van de rijks archiefschool en in de media.
In de vierde plaats constateert het bestuur dat tegen de opneming in de Staat
van het Nederlandse archiefwezen van middelbare archiefambtenaren ter se
cretarie geen bezwaren zijn binnengekomen. Kennelijk en geleidelijk worden
de middelbare archiefambtenaren ter secretarie ook werkelijk als collegae be
schouwd. Wij weten dat velen van hen normaal deelnemen aan provinciale
bijeenkomsten van archivarissen-diensthoofden, zoals trouwens al veel langer
het geval was met die middelbare archiefambtenaren ter waterschapssecreta
rie die formeel geen waterschapsarchivaris zijn.
Concluderend: het bestuur stelt zich voor voortaan advertenties waarin een
hoger of middelbaar archief ambtenaar waar ook ter wereld gevraagd wordt,
zonder beperking in Nieuws van archieven te publiceren. In de rondvraag
hopen wij te vernemen hoe u over deze evolutie denkt.3
Ethiek en traditie
'When you did me the honour to elect me as your President, my first thoughts
turned, as you may well imagine, to the awesome duty of delivering a Presi
dential Adress', zo zei de president van de British Records Association in
1983, het jaar waarin u mij tot voorzitter van de van verkoos. Evenals vorig
jaar in Haarlem heb ik een deel van mijn jaarrede gebruikt om aandacht te
vragen voor de ethiek van ons vak. Ik doe dat niet om te moraliseren. Even
min kunt u mij ervan verdenken niet de ogen open te hebben voor alle culture
le, wetenschappelijke, administratieve, technische kanten van mijn en uw
vak. Bij de dagelijkse werkzaamheden lijkt voor ethiek en moraal weinig
plaats. In de traditie van onze vereniging is aan de vaktechnische aspecten al
tijd veel aandacht geschonken, is er op die terreinen veel gepresteerd. Dage
lijks werkend onder de ogen van mijn voorganger J. A. Feith ben ik mij ervan
bewust te werken in een lange en goede traditie. Maar, zoals de grote Franse
archivaris Charles Braibant zei, wanneer de traditie niet meer wordt aange
past aan de eisen van de tijd waarin we nu leven, wanneer de traditie slechts
voortkomt uit gebrek aan verbeelding en aan durf, dan verandert zij van
naam, dan heet zij: routine. 'Quand vous rencontrez la routine, n'hésitez pas,
tordez-lui son cou'.4 In de routine is geen plaats voor ethiek. Mogen wij de
durf hebben de traditie in ons vak aan te passen aan de eisen van de levenden!
123