fijnmazige regeling brengt bovendien hoge arbeidskosten met zich mee, die de instellingen in een tijd van bezuinigingen zeker niet op kunnen brengen. Twee ideeën om het probleem van de botsende belangen te omzeilen duiken nogal eens op: de steekproef en de anonimisering. Tegen het nemen van een aselecte steekproef zijn tijdens de laatste Table Ronde des Archives te Bratis lava4 praktische en principiële bezwaren gerezen. Deze lijken echter niet van dien aard, dat dit middel voor de patiëntendossiers bij voorbaat moet worden afgewezen. Enkele voorbeelden die in Bratislava werden aangevoerd betref fen trouwens niet het principe van de steekproef, maar de uitvoering ervan. We zouden in dit verband ook nog willen opmerken dat het beginsel van de steekproef in de statistiek, de sociale en de natuurwetenschappen al zo lang gebruikt wordt, dat het apriori onwaarschijnlijk lijkt, dat het bij de selectie van archieven niet gebruikt zou kunnen worden. Een tegen de anonimisering aangevoerd bezwaar is, dat het te veel tijd zou kosten. En tijd is geld en geld was al schaars en is de laatste jaren nog schaar ser geworden. De repliek kan echter luiden, dat men met dit argument elke suggestie de grond in kan boren. Men dient ten slotte nog te beseffen, dat als zulke oplossingen op principië le gronden worden afgewezen er in feite niets anders rest dan totale en massale vernietiging. De archivaris beheert de bronnen tot de geschiedenis en hij is in dit land ook ten dele verantwoordelijk voor de selectie van datgene, wat er aan bronnen aan het nageslacht wordt overgeleverd. Wat zal dit nageslacht zeg gen, als blijkt, dat alle dossiers zijn vernietigd en men slechts statistieken tot zijn beschikking heeft, waar men niets mee kan beginnen? Wij zouden deze bijdrage willen beëindigen met een oproep andere, betere oplossingen te bedenken voor het probleem van de patiëntendossiers, zeker als men de nu geopperde afwijst. In het algemeen zouden wij er op willen aan dringen dit lastige probleem, door de oud-secretaris van de Archiefraad drs. D. Herpin vergeleken met een doolhof, serieus te nemen. Noten 1 Staatsblad 1984, nr 94. 2 'DES-hormoon nadelig voor dochters tweede ge neratie', in: nrc-Handelsblad 25 juni 1984. 3 Koninklijke Nederlandse Akademie van Weten schappen, Sociaal-Wetenschappelijke Raad, Privacy en sociaal-wetenschappelijk onderzoek, Werkdo cument nr 10, januari 1984. 4 f.c.j.ketelaar, 'De archivaris en de toevloed van moderne archieven. 22e Internationale Conferentie van de Table Ronde des Archives', in Nederlands Archievenblad 88 (1984), 139-141. Bijlage Werkgroep epidemiologie van bacteriële meningitis Gedurende de jaren 1982-1984 onderzochten wij bijna 2000 statussen van pa tiënten met bacteriële meningitis. Dit onderzoek betrof de periode 1959-1983 en het vond plaats in tientallen ziekenhuizen verspreid over het land. Aanvra gen bij de archieven geschiedden aan de hand van patiëntengegevens, aanwe zig op ons laboratorium. Ook indien deze gegevens volledig waren, kon een 178 status niet altijd gevonden worden. Ter illustratie is bijgevoegd een staafdia gram betreffende onze aanvragen bij 9 ziekenhuizen in het gebied van de IJs- sel. Opvallend is het slechte rendement van de aanvragen voor de periode 1959-1971. Recente gegevens kunnen niet altijd dezelfde informatie geven; het door ons bestudeerde ziektebeeld verandert bijvoorbeeld in karakter in de loop van de tijd. We zijn er ook beducht voor dat met name de statussen van overleden pa tiënten na verloop van tijd uit de archieven verwijderd worden. Een kostbaar en arbeidsintensief retrospectief onderzoek als dit (het vergaren van een maxi mum aan gegevens betreffende een tamelijk zeldzame ziekte) staat of valt bij een goed beheer van archieven. Het alternatief is prospectief onderzoek (het onderzoeken van nieuwe gevallen), wat veel meer tijd neemt en veel kostbaar der is. Medische archieven vertegenwoordigen dus ook een grote economische waarde. In de nabije toekomst zullen geschoolde onderzoekers waarschijnlijk in toenemende mate gaan putten uit deze waardevolle bron. Op zijn minst zou er een beleid moeten komen ten aanzien van behoud en vernietiging van informatie in deze archieven. Men zou bijvoorbeeld mini maal de ontslagbrieven kunnen bewaren (eventueel op microfilm of mi crofiche). H. C. Zanen hoogleraar bacteriologie en epidemiologie P.Bol-L. Spanjaard artsen-epidemiologen Vakgroep medische microbiologie, Universiteit van Amsterdam Summary The authors, archivists of the Godshuizen in 's-Hertogenbosch - a conglome rate of institutions in the field of intramural physical and mental health service - are preparing rules on the preservation, destruction and publicity of patient files after completion of the patient's treatment. Patient files are defi ned as records drawn up or received by the medical, paramedical and nursing personnel within the framework of the treatment thus excluding the financial-administrative records. An inventarisation was therefore made of the opinions held on this subject within the Dutch health services and public archives. The authors also made a superficial orientation on the condition of the hundreds of thousands of files stored in the cellars and the lofts of Dutch hospital; this put up a rather gloomy image: among a huge majority of very badly stored collections only a few well ordered and accessible ones could be found. The inventarisation of opinions on the handling of these completed files re vealed little or no agreement at all on the fundamental questions between the many parties concerned: (organisations of) physicians, medical registrators, archivists, clients/patients and researchers on epidemiology, genetics and the history of medicine. For example: the 'client movement' requires that the file be given to the client after treatment is completed; the State Archive Inspec tor's Office specifies that files produced in public hospitals (i.e. under govern mental control) are subject to the conditions of the 1962 Archives Bill which 179 L.S.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1985 | | pagina 31