Deze is geënt op de Archiefwet 1962 en het Archiefbesluit. Onder meer wordt
hierin het toezicht op het beheer van de nog niet overgebrachte archieven van
de Godshuizen opgedragen aan de eigen archivaris, die sedert 1 mei 1979 in
dienst is genomen. Artikel 11 bepaalt, dat de archiefbescheiden die ouder zijn
dan dertig jaar dienen te worden overgebracht naar de archiefbewaarplaats
van de Godshuizen. Artikel 4 voorziet erin, dat er een afzonderlijke door het
bestuur vast te stellen regeling dient te komen voor de patiëntendossiers.
Onder een patiëntendossier wordt verstaan het geheel van bescheiden opge
maakt of ontvangen door medici, paramedici en verpleegkundigen in het ka
der van de behandeling van een patiënt. Deze omschrijving sluit de financieel-
administratieve bescheiden uit.
De huidige situatie rond deze dossiers laat zich als volgt omschrijven. Bij de
psychiatrische instellingen van de Godshuizen met onder meer het Psychia
trisch Ziekenhuis Reinier van Arkel (gesticht in 1439/1442) en het Psychia
trisch Ziekenhuis Voorburg (gesticht in 1885) zijn vrijwel alle sedert circa
1860 aangelegde medische dossiers bewaard gebleven. Deze dossiers zijn niet
overgebracht en worden door één van de personeelsleden van Voorburg na
mens de geneesheer-directeur beheerd. Ordening en bewaring zijn voorbeel
dig: indien het stamboeknummer bekend is, kan het opgevraagde dossier bin
nen één minuut geproduceerd worden.
Bij het Groot Ziekengasthuis, onstaan circa 1250-1275 en thans een alge
meen regionaal ziekenhuis met 650 bedden, is de situatie veel minder gunstig.
De sedert circa 1925 gevormde dossiers liggen verspreid in de kelders van het
ziekenhuis. Zij liggen daar in vele stapels, ongeordend, zonder dat iemand er
zich in jaren om heeft bekommerd. Zolang niemand deze kelders nodig heeft,
blijven ze daar wel liggen; mocht dat wel het geval zijn, dan zou het personeel,
als er geen archivaris was, waarschijnlijk niet dralen de 'oude papieren' in een
container te werpen. De dossiers van vóór 1925 zijn vermoedelijk rond 1972
vernietigd, toen het gebouw waarin zij waren opgetast op instorten stond. Se
dert ongeveer tien jaar bestaat er een Centraal Medisch Archief, dat tot ieders
tevredenheid functioneert; de beheerder ervan is echter niet verantwoordelijk
voor de oudere dossiers.
De andere instellingen van de Godshuizen zijn kleiner en ten dele van tame
lijk recente datum. Een deel van de dossiers van de pupillen (Jeugdcentrum
De Vliert) c.q. bewoners (Verpleeghuis Oosterhof) is overgebracht naar de ar
chiefbewaarplaats op het centraal bureau. Het gaat bij deze laatste instellin
gen om honderden, bij de drie ziekenhuizen gaat het om tienduizenden dos
siers. Onze aandacht richt zich om practische redenen derhalve voorlopig op
deze omvangrijke bestanden.
Met als doel de invulling van de in artikel 4 bedoelde regeling voor te berei
den, hebben wij de standpunten van de betrokkenen geïnventariseerd. Daarbij
ontbreken op het eerste gezicht de standpunten van organisaties van (ex-)pa-
tiënten. Een van deze organisaties, de Cliëntenbond, nam echter wel deel aan
de voorbereiding van het onder Bil vermelde concept-rapport, maar trok
zich hieruit terug. In het algemeen kan gesteld worden, dat in deze kringen het
idee gangbaar is, dat het dossier eigendom is van de patiënt en dat hij/zij er
mee mag doen, wat hij/zij wil. Zeer vaak is men geporteerd voor een vernieti
ging zeer kort na de beëindiging van de behandeling. In de volgende paragraaf
170
zullen de verzamelde standpunten in al hun divergentie de revue passeren.
Daarna worden enige conclusies getrokken.
2
De standpunten
De problematiek rond deze dossiers is complex vanwege een aantal omstan
digheden, die op korte termijn niet te veranderen zijn. De gezondheidszorg is
in drie sectoren verdeeld, namelijk de algemene (lichamelijke), de geestelijke
gezondheidszorg en de zwakzinnigenzorg. Deze sectoren hanteren verschil
lende normen ten aanzien van privacy en openbaarheid. Binnen de geestelijke
gezondheidszorg speelt de problematiek van de privacy een grotere rol dan in
de algemene gezondheidszorg. De eerste lijn is bijzonder versnipperd: huisart
sen, vrijgevestigde specialisten en instellingen voor de ambulante geestelijke
gezondheidszorg, zoals de Instituten voor Multidisciplinaire Psychotherapie
(imp's) hebben hun eigen beroepsorganisaties. Binnen de bovengenoemde
drie sectoren treft men zowel door de overheid beheerde als particuliere instel
lingen aan, welke laatste niet onder de werking van de Archiefwet 1962 vallen
en veruit in de meerderheid zijn. De medische specialisten, of ze nu vrij ge
vestigd of aan een ziekenhuis verbonden zijn, hebben de neiging de door hen
gevormde dossiers als hun eigendom te beschouwen. Aangezien het meren
deel van hen zelfstandig ondernemer is, kunnen zij zich nogal onafhankelijk
opstellen.
Herhaaldelijk wordt in de literatuur gewezen op de gigantische omvang van
de bestanden: jaarlijks vinden er in de algemene ziekenhuizen twee miljoen
opnamen plaats. Oudere bestanden zijn veelal nauwelijks geordend, wat hun
feitelijke gebruikswaarde nihil maakt. Schonen binnen de dossiers is ondoen
lijk, omdat dit te veel tijd kost.
In het hierna volgende overzicht is de versnippering van het veld ondervan
gen door slechts een onderscheid te maken tussen algemene en geestelijke ge
zondheidszorg. Voorts hebben wij ons beperkt tot dossiers, gevormd binnen
instellingen voorzover zij zich onder de hoede van de centrale medische admi
nistratie bevinden. Het door de meeste scribenten als relevant geachte onder
scheid tussen gevormde en nog te vormen dossiers hebben wij gehandhaafd.
Per instantie/functionaris komen, voorzover genoemd, de volgende pun
ten aan de orde:
1 betreft overheids- of particuliere instellingen of beide
2 de patiëntendossiers horen wel of niet onder de werking van de Archiefwet
1962 (met vermelding van motieven)
3 wenselijk geachte bewaringsduur
3-1 van gevormde dossiers
3-2 van nog te vormen dossiers
4 uitzonderingen op 3
4-1 ten aanzien van gevormde dossiers
4-2 ten aanzien van nog te vormen dossiers
5 procedure te volgen bij vernietiging
6 aantal jaren, waarna de dossiers openbaar behoren te zijn
7 wenselijk geachte plaats van bewaring van de dossiers
8 opmerkingen
171