Zeilemaker, Hoedemaker etc. noemden, doch die een ander beroep uitoefen den, zodat we dus met familienamen te maken hebben. Meestal is die zeker heid er echter niet, reden waarom ik de knoop heb doorgehakt en zowel op de voornaam als de beroepsnaam heb geïndiceerd. 6 In de samengestelde patronimica als Jan Pieter Claes Gerritsz zitten drie per sonen verscholen, namelijk Jan Pietersz, Pieter Claesz en Claes Gerritsz. De enige manier om deze zichtbaar te maken is door zowel te indiceren op Jan als Piet als Claes. Hetzelfde is het geval met Geertruid Jan Pietersz weduwe en Mayken Jan Claeszdr. Doordat op de voornaam geïndiceerd wordt, is het eenvoudig zowel van de vrouwen als de mannen fiches te maken. Aldus kan men ook Jan Pietersz en Jan Claesz terugvinden. Je kunt natuurlijk stellen dat het maar patroniemen zijn, maar óf we indiceren volledig, óf we doen het als de Alkmaarse archivaris Bruinvis, die een DTB-klapper op 'belangrijke fa milies' maakte. Herhaaldelijk is bepleit voornamen te verlatiniseren. Ik ben daarop tegen, want Jan wordt weliswaar Johannes en Claes wordt Nicolaas (en Dam wordt Adam, of is het Dammas?), maar er zijn middeleeuwse namen, die zich daar toe niet lenen. Noordhollandse namen als Boke, Boyke, Doef, Duyf (Colom- binus?), Iel, IJf (Ivo?) onttrekken zich eraan. De latiniseerkunde in de katho lieke doopboeken heeft dan ook mijn bewondering niet en ik kan me de verontwaardiging voorstellen van Friese vaders, die Jelle tot Jelenius, Sjoerd tot Siardus en Sipke tot Sypcerus zagen omgeknutseld. Ook schijnt een Lolle zich eens gemetamorphoseerd te hebben tot Lullius. Men besluite dus niet te snel daartoe. 8 Blijkens Veldhuyzen-Stal moeten we toe naar genormaliseerde namen, ergo alle varianten onder een standaardnaam (hopelijk met de nodige verwijzin gen). Uit 2 en 3 blijkt alreeds dat ook ik voorstander ben van dat systeem, maar toch is voorzichtigheid geboden, aangezien men al te gemakkelijk in hy percorrectie vervalt. Voorbeeld is de wel zeer slechte index, die op mijn Kam per inventarissen is gemaakt. Daarin zijn de middeleeuwse namen Kuenretorf en Buter 'genormaliseerd' tot Kuindertorf (waarom niet Kuindertwrf?) en Buyter. De maker heeft de stadssecretaris nageschreven, die in een aantal ge vallen in de akten de namen normaliseerde; ten onrechte, want in het Kam pens wordt tot op de dag van vandaag de ui of uu uitgesproken als oe of uu. Buyter is bovendien fout, want de naam heeft niets met 'buit' en alles met 'bo ter te maken. Namen als Cueper, Stuver en Stuvesant zijn daarentegen in de 166 index niet genormaliseerd, maar dit terzijde. In alle geval is het vermoeden ge rezen dat Kamper namen met u als oe werden uitgesproken en ook is er een evolutie van u (uitgesproken als oe) naar ue (uitgesproken als uu) hetgeen, als de drager van de naam zich buiten Kampen begaf, kon leiden tot een verdere evolutie naar ui (Hartsoecker Hartsueker Hartsuiker; een hartzoeker was een pijl en de naam heeft dus niets met het Sinterklaasgebeuren te maken). Namen met oe (en oi) hadden in de uitspraak een lange o. De indexmaker heeft een aantal namen genormaliseerd en dus werd Van Voerst tot Van Voor st en Sloeth tot Sloot. Maar Sloeth is een nog bestaande naam, zodat Sloot een hypercorrectie is. Namen als Boem, Van Ghoer, Koenyncx, Van Loen, Spoel de enz. enz. zijn daarentegen niet genormaliseerd, doch ook dit terzijde. De naam Roeper ontkwam eveneens aan normalisatie, doch dit is alleen begrijpe lijk voor wie weet dat de naam niet teruggaat op 'roepen', maar op 'ropen' (trekken). 9 Normalisatie is dus prachtig, doch men dient zich wel te realiseren waar men mee bezig is. Duidelijk is, dat varianten als Van Neerden, van Nierden, Van Eerden en Van Ierden samengebracht moeten worden met Van Heerden. Zo ook Van Oenden en Van Noenen met Van Oenen en Ten Napel met Ten Apel. Maar wat te doen met Van Holtsende, Van Oltsende en Van Tolsende (met de varianten van dien, als Holtesende, Tolseynde enz.); plaatsen we die op Van Houteinde? Geen kenner van het Kamper archief zal echter op die naam zoe ken (want die naam heeft nooit bestaan), maar op Van Holtsende. En om en kele Brabantse voorbeelden te noemen, de namen Van de Wolk, Van Rooy en Van Buul zijn afgeleid van respectievelijk Waalwijk, St. Oedenrode en Budel. Als je ze echter aldus zou normaliseren kom je op niet-bestaande namen. En wat doen we met Van Hees(ch), Verhees en Hezemans, die alle drie hetzelfde betekenen en ook wel door elkaar werden gebruikt? Het betekent gewoon dat we een keuze moeten maken en dat verwijzigingen niet te voorkomen zijn. Ik durf zelfs te stellen (bij wijze van troost), dat de keuze nu ook weer niet zó re levant is, als verwijzigingen maar goed zijn. Sommigen hebben een hekel aan ver wijzigingen en schijnen ze te beschouwen als een testimonium paupertatis. Alles goed en wel, maar we zijn aan het indiceren en niet aan het inventa riseren. 10 Brabantse familienamen gaan veelal terug op een toponiem, ook al is die dik wijls niet herkenbaar voor iemand die de streek niet kent. In Noord-Holland is het niet anders, al liet men dikwijls 'van' weg. We dienen ons echter te reali seren dat de familie Berkhout eerst haar familienaam ontving toen Aris Tijmsz zich vanuit Berkhout te Alkmaar vestigde. Zolang Aris te Berkhout woonde kwam niemand op de gedachte hem Berkhout te noemen. Hetgeen doet vermoeden dat we ons niet moeten blindstaren op de familienaam, maar dat indiceren op het patroniem ook zijn nut kan hebben. 167 7

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1985 | | pagina 25