veranderingen aangebracht, juist als bestand historische betekenis heeft. Een
voudig omdat de officiële tekeningen, de afdrukken, over het gehele beleids-
archief zijn uitgewaaierd. Het was dan ook deze overweging die de leiding van
de Rotterdamse archiefdienst deed besluiten medewerking te verlenen aan een
projekt tot verfilming van het omvangrijke bestand aan calques van de dienst
Stadsontwikkeling. Dit houdt in dat er drie bestanden microfoto's zullen wor
den gevormd. Twee daarvan blijven bij Stadsontwikkeling, respectievelijk als
negatievenbestand en 'werkbestand', terwijl het derde als schaduwbestand,
compleet met ingang, bij de archiefdienst wordt ondergebracht. De calques
zelf, waarvan er vele door hun brosheid nauwelijks meer te hanteren vallen,
worden daarna vernietigd. Ziedaar ons streven om het behoud van de ge
gevens- want daar gaat het toch om? - zo goed mogelijk veilig te stellen.
Terug naar de tekeningen. Ik neem als voorbeeld die van de dienst Bouw
en Woningtoezicht. De jaarlijkse aanwas daarvan bedraagt zo'n 25 tot 30 m1.
Bij deze dienst zelf worden de papieren tekeningen al heel snel na afhandeling
van de bouwvergunningsaanvraag op microfilm gezet. Niet om daarmee, zo
als in onze kring nog wel eens snierend wordt gezegd, de beurs van de micro
filmfabrikant te spekken, maar omdat men zich bij deze dienst met die micro
foto's uitstekend kan redden. Dat is geen opgepoetst verhaal, maar verslag
van meer dan tien jaar ervaring. Gevolg daarvan is intussen wel dat deze
dienst er op uit is om de papieren tekeningen zo snel mogelijk naar de archief
dienst door te schuiven. Om de twee of drie jaar komt er weer een berg. Overi
gens moet gezegd worden dat Bouw- en Woningtoezicht ons goed gezind is:
steeds wordt een complete verzameling microfoto's meegeleverd. Slaan we
óók op in ons depot. Kan nog wel eens van pas komen. Immers, de houdbaar
heid van de papieren tekeningen is niet om enthousiast over te zijn. Deze is in
elk geval minder dan die van de microfoto's. Maar o, die kostbare archief
ruimte. Goed dat de belastingbetalers, onszelf maar even wegcijferend, dit al
les niet weten!
Hoe staat het nu met de wettelijke mogelijkheden voor het vernietigen van
de zojuist bedoelde, dus verfilmde, tekeningen? De boven deze bijdrage ge
plaatste vraag doet mijn mening al kennen: géén mogelijkheid. Ik zou mij na
melijk helemaal niet zo happy voelen - eerder nog een spookrijder-op de
weg, enige tijd geleden door de heer Ketelaar aangewezen. De heer Ketelaar
stelde voor, ongetwijfeld met de beste bedoelingen, eerst gewaarmerkte af
schriften (in de vorm van microfilm) te vervaardigen en daarna een incidente
le machtiging tot vernietiging te vragen, zoals bedoeld in artikel 3, vierde lid,
van het Archiefbesluit. Maar is deze bepaling voor zulk gebruik wel bedoeld?
Ik heb altijd begrepen van niet. Bovendien is aan de incidentele machtiging
het nadeel verbonden dat de Archiefraad daaraan niet te pas komt. Het hier
besproken probleem is mijns inziens te algemeen van aard om via de inciden
tele machtiging te worden opgelost, aangenomen al dat men er in zou trappen.
Nee, als we dan toch over sluipweggetjes zouden willen praten weet ik nog wel
een beter. Immers, van een bouwvergunning moet altijd, volgens de plaatse
lijke bouwverordening, binnen een bepaalde tijd gebruik worden gemaakt.
Daarna vervalt het recht om te bouwen. Ergo, zo kan men stellen, het betreft
hier allemaal vervallen bouwvergunningen. En vervallen vergunningen mo
gen na korte tijd vernietigd worden. Dus wég met die handel! Maar nee, zo
162
toch maar liever niet. Gaat tegen mijn geweten in, omdat ik beter weet. Al zou
ik niet mogen beweren dat ik vrij ben van elke verleiding op dit punt.
Intussen put ik toch enige moed uit het feit, ook door de heer Ketelaar ge
memoreerd, dat de Nota archiefbeleid de wenselijkheid van aanpassing van
de wetgeving heeft uitgesproken. Het daarop gevolgde Voorlopig standpunt
van de minister heeft mij zelfs min of meer optimistisch gemaakt. De minister
verklaarde namelijk dat zijns inziens 'de archiefwetgeving, meer dan nu het
geval is, moet openstaan voor de nieuwe technische mogelijkheden, met name
door de erkenning van de mogelijkheid tot vervanging van bestaande archief
bescheiden door andere informatiedragers.'4 Een boeiende vraag is echter
nog wel hoeveel tijd de bewindsman nodig zal hebben om zijn voornemens in
daden om te zetten. Gelukkig maar dat de vernietiging niet in de Archiefwet
zelf, maar op grond van die wet in het Archiefbesluit is geregeld. Dat was han
diger, zo is mij wel eens uitgelegd, om snel op allerlei veranderingen in onze
samenleving te kunnen reageren.
We zijn benieuwd!
Noten
1 nab 79 (1975), 437-441.
2 F.c.J.ketelaar, 'Vervanging van archiefbe
scheiden door reprodukties', in: nab 87 (1983),
301-307.
3 Discussienota archiefbeleiduitgebracht door
de commissie nota archiefbeleid, 1982.
Voorlopig standpunt van de minister van wel
zijn, volksgezondheid en cultuur, met betrek
king tot de discussienota archiefbeleid, juli
1983
4 Voorlopig standpunt, p. 13. Inmiddels ook
concept-nota archiefbeleid, p. 6.
163