3
De UDC toegelicht
Twee bekende indelingsschema's die in Nederlandse bibliotheken en
documentatie-instellingen worden gebruikt zijn de udc en het SISO. De Uni
versele Decimale Classificatie, kortweg udc genoemd, is een in het begin van
deze eeuw ontwikkeld schema waarmee collecties boeken en documenten ont
sloten kunnen worden. Zij wordt over het algemeen gebruikt in de speciale bi
bliotheken (bijvoorbeeld van bedrijven), wetenschappelijke bibliotheken en
documentatiediensten. Het is een internationaal systeem dat door biblio
theek- en documentatie-organisaties uit verschillende landen van tijd tot tijd
gecontroleerd wordt op betrouwbaarheid en actualiteit.
Zoals de naam al zegt is de UDC universeel en decimaal. Universeel omdat
zij al het menselijk weten, denken en handelen wil omvatten. De decimale op
zet van de udc maakt het mogelijk elke code onbegrensd uit te breiden. De
opzet van de udc is deductief en hiërarchisch, dat wil zeggen dat er altijd
wordt gewerkt van het algemene naar het bijzondere.
De udc - en hierin ligt het grote voordeel boven andere classificaties zoals
het siso-werkt met hoofdgetallen, bijzondere hulpgetallen, algemene hulp
getallen en verbindingssymbolen. De hoofdgetallen staan meestal voor wat
men 'onderwerp' zou kunnen noemen. De bijzondere hulpgetallen geven een
nadere bepaling aan dit hoofdgetal, met andere woorden zij geven een nadere
omschrijving van het onderwerp. De bijzondere hulpgetallen zijn in het alge
meen slechts geldig in die rubriek waarin het hoofdgetal thuis hoort. Een
voorbeeld hiervan is:
hoofdgetal 77 fotografie
met bijzonder hulpgetal 77.025 het houdbaar maken van foto's
De algemene hulpgetallen gelden daarentegen voor de gehele classificatie. De
hulpgetallen zijn onderverdeeld in vijf tabellen en kunnen achter elke code ge
plaatst worden. We onderscheiden hulpgetallen van taal vorm (0.
plaats (1)/(9etnische groeperingen en tijd
Een boek met als onderwerp 'De studie van de paleografie in Duitsland in
de 19e eeuw' kan bijvoorbeeld als volgt in code worden uitgedrukt:
Een getal uit de hoofdrubriek voor paleografie, uitgedrukt als
930.272
Een algemeen hulpgetal van plaats voor Duitsland,
(430)
Een algemeen hulpgetal van tijd voor de 19e eeuw,
"18"
zodat de complete code dan wordt:
930.272(430)"18"
De complete code wordt samengesteld door combinatie van de verschillende
descriptoren, dat zijn groepen van cijfers die samen een (sub-)onderwerp aan
duiden. In een computer is het mogelijk elke descriptor apart in te voeren.
Door het intypen van de verschillende codes kan men dan elke gewenste com
binatie maken. Hoewel de werkzaamheden wat meer tijd kosten, is dit ook
142
mogelijk wanneer niet over een computer wordt beschikt. Ook dan kan naast
de hoofdgetallen een ingang gemaakt worden op plaats of vorm. Juist dit ge
geven maakt de udc voor archiefbibliotheken zo aantrekkelijk; een belang
rijke ontsluitingsfactor is immers de collectie regionaal-historische literatuur.
Een andere karakteristiek van de udc is de mogelijkheid om verschillende
onderwerpen te 'koppelen'. Het onderwerp van een boek is niet altijd gemak
kelijk te bepalen. Vaak heeft een boek meerdere onderwerpen. In zo'n geval
zal de bibliothecaris meerdere ingangen moeten maken of kiezen tussen het ene
en het andere onderwerp. Het eerste is niet altijd mogelijk, omdat in een boek
soms juist de samenhang van die onderwerpen zo belangrijk is. Het laatste is
niet zo aantrekkelijk omdat in dat geval de inhoud van het boek niet volledig
in de catalogus wordt verwerkt. De UDC lost dit op door beide onderwerpen
met elkaar te verbinden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de verbindings
symbolen. Het 'plus'-teken heeft bijvoorbeeld een nevenschikkende func
tie in het combineren van twee UDC-getallen. Het kan twee onafhankelijke co
des uit de udc samenstellen tot een grotere. Ook kan dit teken gebruikt
worden om een opsomming aan te geven van twee verschillende onderwerpen
waarbij een toevallige samenhang bestaat. Een boek over bijvoorbeeld monu
menten en archieven krijgt de code 725.94 930.25 Monumenten. Gedenkte
kens. Triomfbogen. Fonteinen. Archivistiek. Archieven.
De schuine streep duitse komma, wordt gebruikt wanneer men een
reeks van opeenvolgende UDC-notaties wil weergeven. Ook hier kunnen de
verschillende notaties tot een groter geheel worden samengevoegd. Een voor
beeld: 352/354 Bestuurslichamen. Het 'dubbele punt'-teken geeft een rela
tie aan tussen UDC-getallen. Een boek met als onderwerp de invloed van de
katholieke kerk op het onderwijs krijgt als code 282.1:37 Rooms-katholieke
kerk. Opvoeding en onderwijs in het algemeen. De code kan ook gelezen wor
den als 37:282.1. Dit is afhankelijk van het gezichtspunt van de onderzoeker.
Het ster-teken asterisk, wordt gebruikt om UDC-getallen te kunnen on
derscheiden van niet-UDC-getallen.
Het SlSO-systeem, welke afkorting staat voor Schema voor de Indeling van
de Systematische catalogus in Openbare bibliotheken, is een Nederlands sche
ma, speciaal ontworpen voor collecties van openbare bibliotheken. In het al
gemeen richten openbare bibliotheken zich niet op werken over gespeciali
seerde onderwerpen, maar is men bij de collectievorming meer op
populair-wetenschappelijke werken gericht. Het SISO deelt weliswaar alle ge
bieden van menselijk handelen en werken in, maar laat verregaande onderver
delingen achterwege. Het schema is tevens geschikt voor toepassing bij syste
matische plaatsing van de boeken in open boekerijen, zoals bij openbare
bibliotheken gebruikelijk is. Het naar eigen inzicht gebruiken van hulpgetal
len en het koppelen van rubrieken wordt bij het siso niet toegepast. Slechts
bij enkele rubrieken van het siso is het gebruik van hulpgetallen mogelijk.
143