Boven Drs. C.O.A. baron Schimmelpenninck van der Oije, geflankeerd door
(links) dr. J. V. Th. Knoppers en (rechts) mr. C. F. M.Jansen.
(foto: gemeentearchief Den Haag)
Onder Mevrouw drs. J.A.M. Y.Bos-Rops achter de discussie-microfoon.
(foto: gemeentearchief Den Haag)
Ik ga mijn verhaal beëindigen. Ik heb u geschetst wat er op dit moment binnen
mijn bedrijf aan de hand is met betrekking tot het materiële aspect van de in
formatiedrager. Hier vallen nog geen conclusies te trekken. Als belangrijk
punt kan hier wel gezegd worden dat men wil bereiken dat kwaliteit en duur
zaamheid van de drager gerelateerd worden aan de inhoud van de informatie
zelf.
Ten aanzien van de beschikbaarheid van de informatie in een bedrijf kan
samenvattend worden gesteld dat hieraan slechts wordt gedacht als er gespro-
74
ken wordt over kwaliteitseisen. De kwaliteit van de drager is hierbij totaal on-
interressant. Men heeft een archivaris en het is zijn taak informatie te allen tij
de beschikbaar te hebben. Maar hoe hij dat doet... Ik hoop in ieder geval dat
de resultaten van de genoemde werkgroepen daarbij helpen. En of Megadoc
kan helpen zal van geval tot geval (en budget tot budget) bekeken moeten
worden.
Ik hoop dat ik niet al te warrig ben geweest. En mocht het toch wat onsa
menhangend zijn overgekomen, dan moge dit illustreren dat wij er ook nog
lang niet uit zijn, uit het vraagstuk van de kwaliteitseisen voor informatie
dragers.
Noot
Mr. C.F.M.Jansen is hoofd van het bureau
archiefzaken van Philips.
3-3 Discussie Redactie
Drs.A.J.M. den Teulingv raagt aan dr. J.V.Th.Knoppersoferin Canada er
varing is opgedaan met soft-ware die ter beveiliging zichzelf vernietigt en of
er een kosten/baten-analyse is gemaakt van opslag op magneetschijf of flop
py disk. Knoppers antwoordt op de eerste vraag dat daarmee geen ervaring is
in Canada en op de tweede vraag dat de magneetband als voorloper wordt be
schouwd van de optical disk, die beter houdbaar is.
Aan mr. C.F.M.Jansen vraagt Den Teuling wanneer de rapporten van de
werkgroepen gepubliceerd worden. Jansen antwoordt dat resultaten in de
loop van 1985 op papier zullen staan, die dan ook ter beschikking van de
VAN-leden zullen zijn.
Drs. J.N. T. van Albada vraagt of men in Canada ervaring heeft met het
overschrijven van microfilms zonder kwaliteitsverlies. Knoppers zegt dat men
pas met de tweede generatie bezig, één master wordt niet gebruikt en één is
bestemd voor kopiëring. Op het moment is het geen reëel probleem. Rond
2000 zal men overschakelen op de optische digitaal verwerkte informatie.
P. C. Buiter vraagt aan Knoppers of het gebruik van hologrammen bekend
is. Deze antwoordt dat een hologram bestaat uit gegevens en een programma
en dat men daarmee nog niet bezig is. Het wordt nu alleen nog gebruikt bij de
credit cards en medische archieven.
A. F. M. Schout en wil weten of het papier verdwijnt door de optische
opslag. Jansen zegt dat Megadoc niet de vervanger is van papier, maar een
systeem voor het vastleggen van informatie. De taak van de archivaris is de
ontsluiting van informatie, ongeacht de informatiedrager. Knoppers herhaalt
dat men zowel informatie als informatiedrager archiveert. Drs. C.O.A. ba
ron Schimmelpenninck van der Oije haalt in dit verband de stelling aan, gepo
neerd binnen de nvba, dat de elektronische opslag het einde is van de orde-
ningsproblematiek
Dr. F. C. J. Ketelaar merkt op dat de kwaliteit van de informatiedrager gere
lateerd moet worden aan de inhoud van de informatie zelf. Hij memoreert de
discussie over kringlooppapier in dit verband. De grote opgave is aan te geven
75