Van de randapparatuur zijn te noemen:
de documentlezer, waarmee een a4 pagina in een seconde kan worden gelezen
een transfergeheugen, waarin informatie tijdelijk kan worden opgeslagen; de
in- en uitvoersnelheid hiervan is 4 miljoen bits per seconde
een speciaal beeldscherm met 2400 lijnen, waarmee ook fijne details van een
document flikkeringsvrij 'worden weergegeven
de optische recorder en de optische speler voor DOR-platen
een of meer 'juke box' modules, elk met 64 DOR-platen. Hiermee kunnen pla
ten automatisch worden opgezet en verwisseld op recorder of speler
een speciale communicatie-aansluiting waardoor het mogelijk wordt verschil
lende Megadoc-systemen via het openbare data- of telefoonnet met elkaar te
laten communiceren
een tekstverwerker (word processor), de alfanumerieke tegenhanger van de
documentlezer
een beeldbewerker waarmee de comprimering en decomprimering van de aan
geboden pagina's kan worden uitgevoerd
een data-switch, opgesteld tussen de perifere apparatuur en de minicomputer;
dit is een electronische schakelaar die het mogelijk maakt om de verschillende
perifere apparaten op commando van de computer, doch buiten de computer
om, met elkaar te verbinden.
Een speciaal ontworpen programmapakket zorgt voor de bestudering van het
systeem. Een onderdeel is de automatische boekhouding van alle opgeslagen
documenten.
Bij de presentatie van het systeem enige jaren geleden, werd het gebruik er
van als volgt geïllustreerd. Een secretaresse opent de post, zet alle stukken met
behulp van de documentlezer op de DOR-plaat en vult tegelijkertijd, via haar
terminal, de electronische brievenbus van al diegenen voor wie ze secretaresse
werkzaamheden verricht. De geadresseerden kunnen dan alle aan hen gea
dresseerde stukken op het beeldscherm op hun bureau lezen. Het interactieve
systeem stelt daarbij op de terminal van de geadresseerde de vraag wat er met
elk van de documenten moet gebeuren. Moet een document bewaard worden,
dan wordt het via de terminal voorzien van een aantal trefwoorden, die via de
automatische boekhouding in het gegevensbestand (data base) van Megadoc
worden opgeslagen. Wil men een document opzoeken, dan typt men een aan
tal op dat document betrekking hebbende trefwoorden in, waarna een zoek
actie in de data base start. Achtereenvolgens worden dan al die documenten
op de terminal opgesomd, die bij de trefwoorden passen. Het gewenste docu
ment kan men daaruit selecteren, waarna dit op het beeldscherm verschijnt.
De prestaties van dit electronisch archief, met zijn immense opslagcapaci
teit, compactheid en snelle toegankelijkheid, zijn indrukwekkend. Zo had
men zich dat voorgesteld.
Megadoc is niet in eerste instantie bedoeld als de vervanger van bestaande
grote archieven, alhoewel het daar evenals microfilm zijn toepassing kan vin
den. Het grote voordeel van Megadoc is dat de informatie niet lokaal aanwe
zig behoeft te zijn. De digitale elektronische vorm laat transmissie toe over
grote afstanden. Bovendien kan meer dan een persoon tegelijkertijd dezelfde
informatie opvragen. Maar hier liggen nu niet direct de grootste problemen in
de meeste archieven.
Ik wil, nu ik het over Megadoc heb, nog even terug naar de duurzaamheid van
de informatiedrager speciaal met betrekking tot dit systeem. De duurzaam
heid van steen en van papier is bekend. Eeuwenlange ervaring heeft dat bewe
zen. Opslagmaterialen zoals film, magnetische en optische media hebben deze
historie niet, zodat zekerheid over het duurzame karakter nog niet te verkrij
gen is. Wel is er een aantal algemene opmerkingen te maken.
Een nieuwe technologie is nooit volmaakt vanaf het begin. Voortdurend
wordt er aan een technologie gesleuteld om positieve eigenschappen en effek-
ten te versterken en om zwakke eigenschappen weg te werken. Dit is duidelijk
te illustreren met de historie van fotografisch materiaal. Foto's uit de
beginperiode vooral kleurenfoto's verbleekten redelijk snel. Nu echter,
met de huidige fotografische technologie zijn er in dit opzicht veel minder
problemen. Moet nu de duurzaamheid van fotografisch materiaal in het alge
meen afgemeten worden aan de verbleekte eerstelingen of aan de mogelijkhe
den die het materiaal nu biedt?
Met optische opslagmedia zoals die bij Megadoc kan op grond van verou-
deringstechnieken een garantie van een tiental jaren worden gegeven. Maar
wat is de situatie over tien of twintig jaar? Of nog langer? Overigens betekent
die garantie veel, 100% exacte weergave van de opname na tien jaar. Dit is
echter niet reëel, want wie bekommert zich om een extra zwart stipje van 0,1
mm bij 0,1 mm op een blad a4. De vraag hierbij is, hoeveel van deze extra
zwarte stipjes (of witte stipjes die oorspronkelijk zwart waren) mogen aanwe
zig zijn, voordat de kopie niet meer acceptabel is. Wellicht gebeurt dat pas na
honderd of tweehonderd jaren en met de technologie is pas gestart!
De betere kwaliteit van digitale opslagmethoden boven analoge registratie
technieken is bekend vanuit het audio-gebied. De compact disc is kwalitatief
veel beter dan de gewone grammofoonplaat, die overigens weer beduidend
beter is dan de produkten uit de begintijd van de geluidsregistratie.
Naast het ondubbelzinnige karakter van digitale opslag geeft de digitale
vorm de belangrijke mogelijkheid tot opslaan van redundantie. Er worden
meer gegevens opgenomen dan noodzakelijk is om later, als blijkt dat door
een of andere oorzaak informatie verloren is gegaan, deze weer (automatisch)
te kunnen reconstrueren. Dat voordeel heeft Megadoc en de meeste magne
tische opslagmethodieken boven fotografische methoden als microfilm.
Eenmaal digitaal vastgelegd is informatie altijd te reproduceren, in principe
onafhankelijk van de nu gekozen of aanwezige reproductie-apparatuur.
Ook hier een vergelijking met de compact disc. In de meeste audio-systemen
is het weergavegedeelte (luidspekers) de zwakste schakel van de configuratie.
Is er in de toekomst een weergavemedia van betere kwaliteit gevonden, dan kan
met dezelfde disc van nu een betere geluidskwaliteit verkregen worden.
In principe laat digitale opslag onbeperkte kwaliteit toe. De archive-
ringsmethodiek van Megadoc is in de eerste plaats gericht op de beschikbaar
heid van informatie. Die beschikbaarheid wordt bereikt in een aantal stappen:
a de goede en uitgebreide indexering
b de snelle, electronische weergaven van de informatie
c meer mensen kunnen tegelijkertijd over dezelfde informatie beschikken, zo
dat de situatie 'in gebruik' of 'uitgeleend' niet bestaat
d de informatie is niet plaatsgebonden, maar kan over grote afstanden beschik
baar worden gesteld.
72
73