Fasering is verder nog te beschouwen als het gespreid aanschaffen van appara tuur en programmatuur. In de eerste fasen zal het automatiseren bestaan uit het invoeren, verwerken en uitvoeren van de gegevens op papier of micro fiches, waarmee ze voor raadpleging beschikbaar komen (zogenaamde batch- verwerking). Voor een dergelijke opzet is weinig apparatuur nodig. De meeste handelingen, met name verwerking en uitvoer van gegevens, kunnen elders plaatsvinden, in de meeste gevallen zal dit via batchverwerking kunnen ge schieden. In een latere fase kan het mogelijk gemaakt worden de ingevoerde gegevens direkt op te vragen uit het geheugen van de computer. Raadpleging is dan mogelijk door middel van een beeldscherm in een vraag- en antwoordpro- ces (interaktief werken). Te stellen eisen 20 Het systeem moet zo zijn opgebouwd dat het gefaseerd kan worden ingevoerd. De fasen zouden zó moeten worden gekozen dat de investering per fase door een gemiddelde archiefdienst kan worden opgebracht. 21 Archiefdiensten moeten het tempo van invoering zelf kunnen bepalen. 22 De fasering moet het ook mogelijk maken dat de individuele archiefdiensten hun specifieke knelpunten het eerst aan kunnen pakken. 23 Voorbijgaand aan de financiële haalbaarheid op dit moment zal het systeem het in de laatste fase mogelijk moeten maken dat er een landelijk gekoppeld net van databanken met historische persoonsgegevens ontstaat, dat on-line bevraagbaar is. 3-2-8 Overige eisen 24 Het is gewenst om een aantal vrije velden te reserveren om enige speelruimte te creëren voor speciale toepassingen, te denken valt hierbij aan coderingen, zo als plaatsnamen en beroepen. 25 Een aantal systeemfaciliteiten (in een later stadium nader te specificeren) zal een dusdanige gebruikersvriendelijkheid moeten hebben dat in latere fasen di- rekte raadpleging van het systeem door de gemiddelde bezoeker mogelijk is. Het gebruiksgemak van de overige faciliteiten zal globaal dusdanig moeten zijn dat een gemiddelde archiefmedewerker met een korte inwerkperiode (minder dan vijf dagen) alle routinehandelingen met het systeem kan verrich ten. 26 Het systeem zal uitgebreide waarborgen moeten bevatten voor bewaren van eenmaal ingevoerde gegevens (kopieënvervaardiging e.d.). 27 De eis van landelijke koppelbaarheid (hetzij permanent, hetzij incidenteel) brengt mee dat archiefdiensten in principe geen eigen versies van het systeem moeten ontwerpen. Er zal een vorm van systeembeheer ingericht moeten wor den waarmee de uniformiteit van het totale systeem bewaakt wordt. 28 Per archiefdienst zal één persoon de functie van systeembeheerder op zich moeten nemen. 388 4 Aanbevelingen In een volgend voorbereidend stadium zal een kosten-baten-analyse gemaakt moeten worden. Daartoe zal een globaal ontwerp van het systeem vervaardigd moeten worden. In deze analyse zal ook plaats ingeruimd moeten worden voor moeilijk op geld waardeerbare grootheden, zoals de verwerking van de output van het geautomatiseerde aktuele br en de maatschappelijke baten. Zonder een proefbedrijf zullen de praktische problemen bij systeembouw niet boven water komen. De projectgroep stelt daarom twee betrekkelijk overzich telijke projecten voor: a invoer van het bevolkingsregister van de geannexeerde gemeenten berustende in het gemeentearchief van 's-Hertogenbosch veel diverse gegevens per record (alle) weinig records b invoer van de toegang op het bevolkingsregister van de gemeente Groningen tot 1910 weinig gegevens per record (ca. 5) veel records. Met deze keuze van twee elkaar aanvullende proefprojecten hoopt de project groep de meeste praktische problemen zichtbaar te kunnen maken. Bovendien zijn de projecten relatief beperkt van aard zodat de eerste resultaten op redelij ke termijn te verwachten zullen zijn. De projectgroep heeft na een eerste oriëntatie geen verdere pogingen gedaan om een overzicht te krijgen van akti- viteiten op het gebied van beheer van databanken met historische persoonsge gevens in het buitenland. Al in een vroeg stadium bleek dat de verwante activi teiten in het buitenland vooralsnog geen vruchtbaar aanknopingspunt vorm den voor verdere bestudering. Het zal echter niet uitgesloten moeten worden dat bij verdergaande systeemontwikkeling profijt getrokken kan worden van resultaten bij projecten die slechts geringe overeenkomst vertonen met de automatisering van de historische persoonsgegevens uit de negentiende en twintigste eeuw. 5 Bijlagen 1 Frequentie van de raadpleging van de historische br- en BS-bestanden Het als eerste in hoofdstuk 2 genoemde knelpunt, de toename van het gebruik, doet alle andere knelpunten des te sterker gevoelen. Om een idee te krijgen van het huidige gebruik is er een poging gedaan om het totale gebruik van dtb-, br- en BS-bestanden op dit moment te kunnen benaderen. Voor een kosten- baten-analyse in het vervolg van de werkzaamheden van de projectgroep kun nen de hieronder gepresenteerde cijfers van nut zijn. De gemeentelijke archiefdiensten van Amsterdam en Rotterdam (steden waar ca. 10% van de Nederlandse bevolking woont) tellen tezamen 15.500 ge nealogische bezoeken per jaar. Alle gemeentelijke archiefdiensten beslaan ca. 389

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1985 | | pagina 55