vaststellen en kunnen zien of bepaalde informatie historische waarde heeft. In verband hiermede is het nodig dat de archivaris toegang heeft tot alle archief bestanden. Ook geeft paragraaf 8 regels voor de toegang van derden tot archieven in verband met onderzoek en statistiek. Bij postkantoren, universi teiten, bibliotheken en archivariaten zijn boeken met documentatie ter inzage gelegd, waarin vermeld wordt hoe men informatie kan krijgen. In totaal zijn er minstens 8000 punten, waar deze informatie te verkrijgen is.1 Aanvraagfor mulieren zijn daar aanwezig. Een aanvraag kost 5 dollar. De Privacywet stelt verplicht dat voor zogenaamde informatiebanken die over persoonsgegevens beschikken een index wordt uitgegeven waar uit moet blijken over welke gegevens zij beschikken. Die informatie is voor ieder persoon die het betreft gratis toegankelijk; onder voorwaarde soms ook voor derden. De Privacywet is niet van toepassing op stukken overgebracht naar een ar chief. Een van de redenen hiervoor is dat deze stukken van oudere datum zijn. De uitvoering van beide wetten ligt bij de Treasury Board. Dit is geen centrale rekenkamer, maar een soort ministerie, dat taken heeft op het gebied van ad ministratief en informatiebeleid. Wat is er zoal het eerste jaar gebeurd? Geen grote toeloop op regerings instanties. We moeten ook hier zeggen dat het in de wet uitdrukkelijk is vast gelegd dat het niet de bedoeling is bestaande vormen van informatieverlening en voorlichting te vervangen, maar dat de wet alleen gebruikt moet worden als hulpmiddel wanneer men niet de informatie krijgt die men wenst. Ik moet er bij zeggen dat de burger geen reden behoeft aan te geven waarom de informa tie gevraagd wordt. Het is een recht, gegeven aan het publiek, men mag zelfs niet informeren waarom men de informatie vraagt. De vraagstelling moet zijn of de informatie kan worden geweigerd en wat zijn de redenen daarvoor. Er waren niet zoveel verzoeken om access. Verzoeken krachtens de Privacywet liggen veel hoger. De vraag was of men het zich financieel kon veroorloven zo'n recht in te voeren. De kosten van invoering van de Privacywet waren echter niet zo hoog als sommigen dachten. In de beide wetten is het instituut ombudsman opgenomen. De ombudsman is een onpartijdig persoon met de bevoegdheid van een rechter c.q. van een po litieagent. Er zijn twee ombudsmannen, een 'information commissioner on access' en een 'commissioner on privacy' waartoe burgers zich kunnen wen den, zonder gebruik te behoeven maken van een advokaat, wanneer er een verschil van mening is met een departement over een bepaalde access- of priva- cyzaak. Hiervoor worden geen kosten in rekening gebracht. De commissioner maakt dan een rapport op. Het departement kan zich hierin schikken of de burger kan zich tot de rechter wenden. Voor deze zaken is een speciale recht bank aangewezen, de Federal Court Trial Division. Burgers hebben nu niet met verschillende rechtbanken te maken. Een ambtenaar, die op grond van een access-aanvraag, in goed vertrouwen, onterecht informatie verstrekt, is niet schuldig krachtens de geheimhoudingswet. De Treasury Board is wettelijk verantwoordelijk voor het uitvoeren en handhaven van de Privacywet. De rijksarchivaris is gemachtigd, namens de Treasury Board, om alle bewaartermijnen voor persoonlijke gegevens offi cieel vast te stellen. Volgens de Privacywet moeten de bewaartermijnen voor 368 persoonlijke gegevens van elke databank gepubliceerd worden in de Privacy- Index. Minstens eens per jaar moet een volledige inventaris van alle 'personal information banks' gepubliceerd worden in deze index. De organisatie van het archiefwezen in Canada is anders dan in Nederland. De Public Archives of Canada (pac) archiveert regeringsstukken op federaal niveau, alsmede diverse privé stukken. Er zijn in Canada in de pac twee ope rationele afdelingen, te weten de Archives Branch en de Records Management Branch. Binnen de Archives Branch is er weer een indeling die anders is dan in Ne derland, namelijk gerangschikt naar soort informatiedrager. De Federal Ar chives Division en de Machine Readable Archives Division hebben eigenlijk het meeste te maken met federale regeringsstukken. De handschriften vóór 1867 en de stukken uit de privé-sector, die zich in de Manuscript Division be vinden, vallen niet onder de Wet openbaarheid. Sinds vier a vijfjaar is er een soort bevriezing van aankoop van nieuwe dos sierkasten. Komen er nieuwe archiefbescheiden, dan zal eerst papier afgesto ten moeten worden. Meestal gebeurt dit als de leiding met vakantie is. De se cretaresse verzamelt alle dossiers die een tot drie jaar oud zijn, die vervolgens worden overgebracht naar de depots voor semi-actieve stukken. Vele dossiers worden in Canada namelijk per jaar gerangschikt. Het bovenstaande geldt ook voor computerbanden. Volgens de laatste telling is het electronisch ge heugen ongeveer 100 maal groter dan het papierbestand. De archivaris heeft als onderdeel van de Records Management Branch voor de federale regering de volgende taken: het geven van adviezen en cursussen in records management-, het vaststellen van bewaartermijnen in overleg met de departementen; het onderhouden van opslagplaatsen voor semi-actieve stukken; het vervullen van functies betreffende het beheer van informatie namens de Treasury Board. Verder is er nog een Records Management Service Division, die cursussen geeft in records management en de procedure voor wat betreft de bewaartermijnen evalueert en controleert. Als laatste kan nog genoemd worden de National Personal Records Centre, een soort centraal depot voor dossiers van alle oud-ambtenaren, militairen en rijkspolitie. Deze organisatie verstrekt informatie over personen en stelt de be waartermijnen vast. Zij hebben daar al aardig veel ervaring opgedaan met het verstrekken van persoonsgerichte informatie. Getracht wordt zoveel mogelijk de aanvragen informeel te behandelen en af te werken. De informele vragen worden wel conform de wet behandeld en alle rechten van het individu worden gehandhaafd zonder al te veel paperassen (bureaucratie). Als de aanvrager niet tevreden is of informatie is achterhouden, wordt de aanvrager geïnfor meerd over het recht een formele aanvraag in te dienen. Hoewel de Privacywet in 1983 werd ingevoerd, konden de burgers van Ca nada krachtens deel vier van de Canadian Human Rights Act al aanvragen om persoonlijke informatie indienen. Op grond van deel 4 van deze Act zijn vanaf 1978 tot en met 1983 gemiddeld 2.300 informele aanvragen gedaan. Formele aanvragen waren er gemiddeld 59. Dit betekent een percentage van 2,5 ten op zichte van de informele aanvragen. Krachtens de Privacywet van 1983 zijn er 2.565 informele aanvragen per maand gedaan. Er waren 246 formele aanvra- 369

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1985 | | pagina 45