te kunnen binnenhalen. De onrustbarende groei van het aantal rode stippen in mijn eigen depots is zeker voor een deel hierop terug te voeren. Iedere archiva ris moet echter wel bedenken, dat een overeenkomst met openbaarheidsbeper- kende bepalingen misschien wel in een eufore stemming over de aanwinst kan zijn aangegaan en in alle vriendschap kan zijn gesloten, maar dat het nooit een gentlemen's agreement is. Het is een normale juridische overeenkomst met keiharde afspraken, waarvan de archivaris maar moet zien, of hij ze kan nako men. En niet alleen moet hij ze nakomen, hij moet er ook voor in kunnen staan, dat zijn medewerkers dat zullen doen. Dit laatste realiseert men zich niet altijd even helder, maar het is wel zo, dat de openbaarheidsbeperkingen, gesteld bij de overbrenging van een archief niet alleen gelden voor een derde onderzoeker, die vaak zelfs schriftelijk moet verklaren, dat hij zich eraan zal houden, maar evengoed voor de archiefbeheerder en al zijn medewerkers, aan wie zo'n verklaring niet gevraagd wordt. Openbaarheidsbeperkende bepalingen in een akte van overdracht, inbe- waargeving of schenking, dames en heren, houden voor een beheerder van een archiefbewaarplaats gewoonlijk minstens twee, soms drie zaken in, waarvoor hij zal moeten instaan. De eerste is de zekerheid van een goed afgeschermde berging der bescheiden. In de tweede plaats zal de archiefbeheerder moeten kunnen instaan voor zijn eigen betrouwbaarheid en voor die van zijn mede werkers. Tenslotte zal hij eventueel ook nog de betrouwbaarheid moeten kun nen garanderen van onderzoekers, die toestemming hebben het archief te raadplegen. Ik zei 'eventueel', want dit laatste hangt af van de vraag, wie een dergelijke toestemming gaat verlenen. Dat kan de archivaris zelf zijn, maar degene die het archief heeft overgedragen kan zulks ook aan zich willen hou den. Ik kom straks nog terug op de kwestie, wie nu het meest geëigend is toestem ming tot raadpleging te verlenen. De andere partij, degene dus die het archief gaat overdragen, behoort te weten, dat de beheerder van een archief nooit voor de volle honderd procent kan garanderen, dat er nooit iets mis zal gaan met de door hem verlangde totale of beperkte niet-openbaarheid. Eerst dan kan hij verantwoord de keuze van wel of niet overdragen maken. De beheer der van de archiefbewaarplaats dient te beseffen, dat hij nooit zijn ambtelijke aansprakelijkheid kan uitsluiten, ook al heeft hij bij het sluiten van het con tract nog zo duidelijk zijn eigen beperkingen of die van zijn dienst aangege ven. Verder moet hij goed weten, dat hij met het sluiten van een overeenkomst met openbaarheidsbeperkende bepalingen ook zijn medewerkers een last op hun schouders legt, waarvan zij terdege op de hoogte moeten worden gesteld. Tenslotte nog dient hij in zijn achterhoofd te houden, dat hij ambtelijk ver antwoordelijk is, maar dat hij ook nog meerderen heeft die bestuurlijk voor hem en zijn dienst verantwoordelijk zijn. Zoals gezegd, dames en heren, moet een archiefbeheerder kunnen instaan voor een veilige berging van de niet-openbare stukken. De meest ideale oplos sing hiervoor zou zijn, dat alle dergelijk geaarde stukken, tot welk archief ook behorend, afzonderlijk in een apart daarvoor gereserveerde ruimte werden bijeengeplaatst. In die ruimte zouden verder geen andere stukken mogen wor den geborgen en de sleutel ervan zou onder één persoon, denkelijk de archief beheerder zelf, moeten berusten. Die afzonderlijke ruimte behoeft geen af- 346 zonderlijk depot te zijn - dat zou wat al te luxueus zijn - maar kan bestaan uit een deugdelijk afgeschoten depotgedeelte, voorzien van een stevige deur. Goedkoper is het natuurlijk om een paar stevige stalen kasten aan te schaffen, waarvoor dan ook weer een sleutelbewaarder zou moeten worden aangesteld. Zelf beschik ik te Nijmegen in een van de depots over zo'n kast, waarin ik ma teriaal bewaar, dat niet alleen privacy-gevoelig is maar bovendien snel te ge bruiken, voor wie kwade bedoelingen heeft. Het zijn stukken van uiteenlopen de aard. Er zijn ambtelijke stukken bij, afkomstig uit het archief van het kabi net van de burgemeester, van de gemeentesecretaris als diensthoofd en uit ons eigen dienstarchief. Verder een aantal verslagen van geheime raadzittingen met bijlagen en de u bekende inventaris van het archief van Zwart Front, uit gegeven door het Rijksarchief in Noord-Brabant. In diezelfde kast bewaar ik ook stukken, afkomstig van particulieren, zoals oorlogsdagboeken, de per soonlijke stukken van enige Nijmeegse politici van lokaal belang en zelfs lief desbrieven. Dit laatste proza is niet opgeweld uit enig Nijmeegs smachtend ge moed, maar uit dat van Mussert en ons onlangs door een onbekende geschon ken. Ik zal er graag aan meewerken, dat zij van mijn geheime kast overgaan naar die van de algemene rijksarchivaris. De genoemde oorlogsdagboeken heb ik nog eens extra in een afsluitbare metalen kist moeten bergen. Dat was name lijk één van de voorwaarden van de schenkingsakte. Verschillende andere be scheiden heb ik in enveloppen gedaan, die ik persoonlijk heb verzegeld en van het opschrift voorzien, dat zij alleen door de gemeentearchivaris mogen wor den geopend. Het klinkt alles bij elkaar wat primitief misschien, maar tot nu toe werkt dit systeem doeltreffend. Om nu echter terug te komen op de berging in stalen kasten: bij kleinere diensten kan daar waarschijnlijk wel mee worden volstaan. Bij grotere al spoe dig niet meer. Voor die diensten zou het misschien de beste oplossing zijn om alle privacy-gevoelige archiefstukken te microfilmen en de originele beschei den te vernietigen. De microfilms of-fiches zouden dan natuurlijk deugdelijk opgeborgen moeten worden, bij voorkeur in een afsluitbare kast in het depot. Zelf denk ik op deze manier een einde te kunnen maken aan mijn zorgen over de vele meters aan personeelsdossiers, die weliswaar vernietigbaar zijn, maar die ik toch niet weg wil doen, en niet te vergeten mijn angsten over onze twee advocatenarchieven. Het gaat hier over moderne archiefbescheiden zonder in trinsieke waarde, zodat tegen substitutieverfilming geen bezwaren lijken te zijnMicrofilms of -fiches zijn niet alleen veel compacter en dus veel makkelij ker weg te sluiten dan originele stukken, zij hebben ook het voordeel dat zij niet op een stille middag snel even in het depot kunnen worden doorgebladerd door een kwaadwillende medewerker van de dienst. Inmiddels zijn we nog niet zover in Nijmegen. De niet-openbare archief bestanddelen, die zich niet in mijn geheime kast bevinden, staan normaal tus sen de andere stukken in de depots. Alleen zijn zij voorzien van een rode stip. Daar gaat uiteraard geen enkele preventieve werking van uit tegenover het per soneel. Integendeel zou je zelfs kunnen zeggen. De rode stippen kunnen im mers ook juist een uitdaging vormen. Sommige collega's vinden dat de reden om toch vooral geen bijzondere kenmerken op niet-openbare archiefbestan den aan te brengen. De bedoeling van onze rode stippen is echter in de eerste plaats te voorkomen dat bij vergissing een verkeerde doos of portefeuille 347

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1985 | | pagina 34