reglementaire gronden moet aftreden. Dr. Volke uit Marbach volgt prof. Zeiler op als secretaris. Leden zijn mevrouw Benna (Wenen), de heer Ezomo (Iba- dan), de heer Gordon (Ottawa), de heer Hahn (Weimar), mevrouw Stolzen- berg (West-Berlijn) en mevrouw Volkova (Moskou). De volgende vergadering zal in 1986 te Marbach gehouden worden en als thema's meekrijgen de cultu rele uitstraling van literatuurarchieven en de wijze van uitgave van literaire bronnen. De werkgroep audiovisuele archieven (ica/pav) R. H. J. Egeter van Kuyk In het kader van de Internationale Archiefraad is de Werkgroep Av-archieven tot dusverre in een hoekje blijven zitten. Het probleem, wat te doen met av- media in een archief, lag er wel en werd ook erkend, maar de urgentie ervan was niet voldoende om verdere actie te rechtvaardigen. Over deze problema tiek is eerder in 1984 een ronde-tafelbespreking in Brussel gehouden, hetgeen temeer noodzakelijk was omdat niet alleen de iar, maar ook andere organisa ties als bijvoorbeeld de UNESCO en de federaties van tv- en filmarchieven geïn teresseerd zijn. Het is duidelijk noodzakelijk, en dit op korte termijn, de acti viteiten te bundelen. Tijdens het congres te Bonn is derhalve een bespreking van de werkgroep gehouden waarbij aanwezig waren de heren Kahlenberg (Bundesarchiv brd, Quétin (Archives de France) en ondergetekende, alsmede een vertegenwoor digster van de federatie van filmarchieven. Kort samengevat (en gezien de wei nige activiteiten van de werkgroep in het verleden is deze samenvatting ook compleet) resulteerde de besprekingen in de volgende punten van acties: Aan de iar wordt nogmaals voorgesteld de werkgroep tot een volwaardige commissie te vormen, met dus de mogelijkheid van samenwerking met andere organisaties en van acties op belangrijk geachte punten. De eerste taak van de commissie is het maken van een inventaris van archieven die uitsluitend of gedeeltelijk met AV-materiaal te maken hebben, zulks als completering van de reeds bestaande inventarisaties van bovengenoemde fe deraties. Hierbij kan hulp van de UNESCO worden verwacht. De inventarisatie zou om tijd te winnen in eerste instantie worden beperkt tot door overheden beheerde of mede gefinancierde instellingen. Een tweede inventarisatie dient zich te richten op het punt van opleidingen, zowel binnen archiefkringen als daarbuiten (bijvoorbeeld bij omroeporgani saties). Op dit gebied liggen enerzijds grote behoeften, terwijl anderzijds een aantal ontwikkelingen dreigt plaats te vinden zonder overleg en coördinatie. Een en ander geldt zowel de ontwikkelingslanden als de geïndustrialiseerde landen. In een latere fase dient ook de formulering en waardering van functie ter sprake te komen. Coördinatie van toegankelijkheidssystemen, respectievelijk de automatisering ervan, komt op de derde plaats. De commissie zou moeten worden uitgebreid tot acht personen, van wie in ieder geval twee uit een ontwikkelingsland. Ze moet een bulletin uitgeven. 306 De volgende bespreking van de groep is voorzien voor april 1985. Er zal in dit blad worden gerapporteerd over de voortgang van de activiteiten. Het internationaal verband voor genealogie en heraldiek O. Schutte Op woensdagmiddag 19 september 1984 werd door deelnemers aan het con gres en afgevaardigden naar de Conféderation Internationale du Genealogie et d'Heraldique een vergadering in de vorm van een table ronde belegd. Na korte inleidingen van dr. Hans-Enno Korn, Jean-Etienne Genequant en prof. Danberindi werden vooral door enkele leden van de ica suggesties gedaan om het gebruik van archiefstukken door genealogen en heraldici zo gestroomlijnd mogelijk te laten verlopen. Het bleek echter dat de problemen dienaangaande per land zeer verschilden zodat weinig van algemene strekking tot stand kwam. Fachgruppe 2 (gemeentearchivarissen) J. H. S. M. Veen Na de opening sprak dr. H. Rumschöttel van de Generaldirektion der Staatli- chen Archive Bayerns over het op 24 augustus 1984 bij de Bondsraad ingedien de ontwerp voor een Bondsarchiefwet. Tot op heden kent de Duitse Bondsre publiek namelijk nog geen archiefwet. Archiefzaken worden óf plaatselijk ge regeld óf er bestaan helemaal geen voorschriften. Wel bestaan er een aantal wetten, waarbij tevens bepaalde voorschriften gegeven zijn voor archiefza ken, die bij deze wetten betrokken zijn. Zo kent men het Datenschutzgesetz. Ten gevolge van de federale organisatie van de Bondsrepubliek is de toe komstige Bondsarchiefwet alleen geldig voor de archieven van de Bondsrege ring en haar voorgangers. De Lander als Hamburg, Rheinland-Pfalz, Beieren enz., moeten hun archiefzaken in eigen landswetten regelen. Het is in overeen komstige gevallen gebruikelijk, dat de landswet zich conformeert aan de des betreffende bondswet en dat hierin een nadere uitwerking wordt geregeld. Sommige landen zijn dan ook al bezig met het ontwerp voor een eigen archief wet met gebruikmaking van de ontwerp-bondswet. Andere daarentegen wach ten nog af hoe de definitieve bondswet er uit gaat zien. Voor zover bekend is zullen de landswetten de gemeentelijke autonomie op archiefgebied, die vrij groot is, niet sterk aantasten, tenminste niet sterker dan door andere wetten als het Datenschutzgesetz al wordt gedaan. Wel zal de vrij grote mate van openbaarheid van bepaalde recente archiefstukken beperkt moeten worden ten gunste van een grotere privacybescherming, iets waar niet elke Duitse col lega even gelukkig mee is. Vervolgens sprak dr. F. Rump, bibliothecaris, tijdelijk verbonden aan het stadsarchief van Göttingen, aan een door hem ontwikkelde trefwoordencata logus op de handelingen van de gemeenteraad van Göttingen per legislatuur- periode, welke voorlopig alleen gehanteerd zal worden voor de tijd van na 1945. Deze bleek noodzakelijk te zijn omdat de Göttinger archiefdienst niet steeds voldoende aan de bestuurlijke en politieke vraag naar besluiten en toe zeggingen betreffende zaken uit het nabije verleden kon voldoen. Bij de op- 307

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1985 | | pagina 14