De zegelcommissie (ica/CSg) Caspar van Heet Maria Carmona de los Santos leest een extract uit haar Franstalige rapport over conservering en restauratie van zegels voor. Dr. Toni Diederich (aartsbis schoppelijk archief Keulen) toont een voorbeeld van de Keulse charterber ging, waarbij alle eer gegund wordt aan dr. M. P. van Buijtenen. Allerlei af grijselijke aantastingen van zegels worden gemeld. Zegels die in het Vaticaan door een katoenen lapje waren beschermd, zijn thans tot stof uitgedroogd. In Zweden is zelfs ongekleurde was door microben aangetast. En de loden zegels in het Vaticaan en in Schotland vertonen oxidatie, niet daarentegen die in Ve netië. Opmerkelijk is dat de loden zegels uit de dertiende eeuw duidelijk een betere kwaliteit hebben dan die uit de achttiende eeuw. In het Vaticaan over weegt men de bullen per pontificaat op oxidatie te onderzoeken. Het door Stefania Ricci (Venetië) samengestelde format voor de zegelbe schrijving zal een volgende vergadering besproken worden. Er zal een interna tionale reizende zegeltentoonstelling komen, te beginnen in Keulen. Volgende vergadering van de internationale zegelcommissie wordt vast gesteld in het komende voorjaar in Londen. Committee on arts and litterature (ica/cla) L. Pirenne Het comité, een besloten werkgroep van de Internationale Archiefraad, verga derde op dinsdag 18 september in het sombere gebouw van de Pedagogische faculteit en op vrijdag 21 september in een zijzaal van de Beethovenhalle. Dit comité is in 1972 te Moskou 'geboren' en in 1976 formeel te Washington opgericht. Deze geboorte in de hoofdstad van de Sowjet-Unie is geen toeval ligheid. Juist in Oost-Europa leeft een grote belangstelling voor het werk van de eigen schrijvers. Het was daarom te betreuren dat mevrouw Volkova, directrice van het ar chief voor kunst en literatuur in Moskou en voorzitter van het comité, door ziekte verhinderd was de beide vergaderingen te leiden. Dit gebeurde nu op dinsdag door professor Bernhard Zeiler, directeur van het Duitse litteratuur archief te Marbach (bij Stuttgart) en op donderdag door dr. Karl-Heinz Hahn van het Goethe- und Schillerarchief te Weimar. Aan de beraadslagingen namen verder deel dr. Michal Elias uit Tsjecho- Slowakije, mevrouw Ingeborg Stolzenberg (West-Berlijn), dr. Werner Volke (Marbach) en als gasten Emanuel Ezomo van het Staatsarchief van Nigeria, mevrouw Ivanka Kraleva van de centrale directie der archieven in Bulgarije, mevrouw Marianne Lomarch van het Bundesarchiv te Koblenz, mevrouw Eila Tuovinen van het Finse gezelschap voor literatuur en ondergetekende namens de rijksarchiefdienst en de commissie Buitenlandse Betrekkingen van van. Het comité tracht een zekere homologatie tot stand te brengen in de tech niek van de beschrijving van dit soort archieven. Op dit gebied waren twee stu dierapporten beschikbaar en wel van mevrouw Anna Benna uit Wenen en van de heer Elias uit Praag. Het rapport van mr. Gordon uit Ottawa was te alge meen van aard en te weinig toegesneden op het aan dit comité toevertrouwde werkterrein. Het werkstuk van dr. Michal Elias was het best uitgesponnen en daardoor ook bruikbaar voor anderen. De auteur constateert het gemis van een aangepaste terminologie voor dit soort archieven en de noodzaak van bespreking in de wijze van beschrijving gezien het grote aantal losse stukken. Het eigenlijke archief van de schrijver of kunstenaar moet meer aandacht krij gen dan de literaire nalatenschap op zich, die meestal in gedrukte vorm in bi bliotheken aanwezig, omschreven en becommentarieerd is. In het algemeen wordt de verwarring betreurd, die bestaat op het gebied van de acquisitie van dit soort archieven. Overheidsarchiefdiensten in algemene zin, gespecialiseerde archiefdiensten, musea, bibliotheken, conservatoria, verenigingen, stichtingen, partijbureaus bewegen zich op dit terrein. Ook in de Sowjet-Unie is er concurrentie tussen met name archiefdiensten en musea. Geconstateerd werd dat archivarissen de nalatenschap van een schrijver met meer werkelijkheidszin benaderen dan 'museummensen'. Ook achtte dr. Hahn uit Weimar de specialisatie, die voor dit soort archieven nodig is, maar gedeeltelijk bereikbaar. Het terrein is te breed. De wanorde waarin tal van dit soort archieven zich bevinden maakt een begin van ordening voor de voet weg noodzakelijk zoals ook mevrouw Lamarch opmerkt. Eenvoudiger beschrij vingsmethoden zijn bovendien onvermijdelijk alleen al op grond van het te kort aan mankracht (voor de ordening en beschrijving van archieven van staatslieden zijn op het Bundesarchiv maar twee archivarissen beschikbaar). Terughoudendheid in de beschrijving van stukken brengt wel met zich mee dat onderzoekers meer zelf zullen moeten doen om aan de gevraagde gegevens te komen wat alleen bij een nog idealistische archivaris uit een jong land als Nige ria op bezwaren stuitte. Hij droomt nog van de alles wetende archivaris. In Marbach wacht men voor de ordening van het in volslagen wanorde aan getroffen archief van de schrijver Alfred Döblin op de onderzoeker, die zich er voor een diepergaande studie meldt. Immers zowel daar als elders komen de meeste bezoekers voor steeds dezelfde schrijvers en kunstenaars. Tegenover het sterker op de contemporaine auteur gerichte Marbach staan de meer histo risch gerichte verzamelingen in Weimar, die bewust niet verder reiken dan Friedrich Nietzsche (1844-1900). Door het instituut te Weimar is een inventa ris van het daar bewaard gebleven archief van Friedrich Schiller verschenen in meerdere banden. Thans worden de brieven van en aan Goethe bewerkt. De directie erkent dat er ook Fremdkörper in de collectie voorkomen zoals het ar chief van de componist en uitvoerend musicus Franz Liszt. Criteria voor acquisitie van archieven van welke schrijvers en/of kunste naars door welke instellingen zijn er dus niet. Het comité beschikt niet over de machtsmiddelen om hierin op meer dwingende wijze regulerend op te treden. Daarom heeft het zich op de inhoudelijke kant van het eigenlijke ordenings werk teruggetrokken waarbij het Provenienzprinzip boven het Pertinenzprin- zip wordt gesteld. Duidelijk is, dat het comité geen gemakkelijke start heeft gehad, versterkt door een te geringe betrokkenheid van een aantal comitéleden, die hun huis werk niet maakten. Zo is het Roemeense lid nooit op een vergadering versche nen, terwijl aan Italië zal worden gevraagd het zittende lid door een ander te doen vervangen. Het comité werd aan het einde van het congres opnieuw samengesteld. Dr. Michal Elias uit Praag werd benoemd tot voorzitter, nu mevrouw Volkova op 304 305

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1985 | | pagina 13