de behandelingsfase en de dynamisch-archieffase. Voor de semi-statisch- archieffase lijkt dit niet haalbaar: afstemming kun je uitsluitend centraal doen. Ook planning, scholing en systeembeheer zullen centraal moeten ge schieden. Voor de Alsec zal daarom gekozen moeten worden voor een combi natie van centrale vestiging (leiding, stafbureau, postkamer, drukkerij en semi-statisch archief) en een verspreide vestiging van dynamisch-archief- secties (behandelingsfase en dynamisch-archieffase). Binnen deze opzet zijn twee varianten mogelijk: decentralisatie en dislocatie. Bij dislocatie worden alle werkzaamheden door medewerkers van de Alsec verricht: de Alsec blijft een grote afdeling met een flink aantal elders gelocali- seerde secties. Bij decentralisatie worden de uitvoerende functies bij de diverse beleids- en stafafdelingen geïntegreerd. De medewerkers die de post- en ar chiefwerkzaamheden verrichten staan dan op de formatie van de betrokken directie, doch voeren hun taak uit overeenkomstig de regels opgesteld door de Alsec. Bij beide varianten zorgt de Alsec dus voor de inhoudelijke inbreng als mede het systeembeheer. Daarnaast zal voor beide varianten een sterk stafbu reau noodzakelijk zijn dat zorg draagt voor scholing en systeembeheer en toe zicht houdt op de uniforme uitvoering van de werkzaamheden. Voordelen van decentralisatie ten opzichte van dislocatie zijn: a de eigen directie is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de informatiever zorging. Bij tekortkomingen in de informatieverzorging zal men dan zelf in verbetering moeten investeren; b de 'eigen' mensen zorgen voor de informatieverzorging; door de intensieve contacten zullen schaduwarchivering en dubbele registratie tot een minimum kunnen worden teruggebracht; c de wensen van de gebruiker zullen eenvoudiger ingevoerd kunnen worden (bijv. archiefdocumentatie); d het past in het streven tot zelfbeheer.6 Nadelen van decentralisatie zijn: a het werkt particularisme en dus verdere verkokering in de hand; koppeling van deelbestanden en daarmee centraal overzicht zal moeilijker worden;7 b specialistische werkzaamheden zoals inventariseren, vernietigen en dergelijke zullen in het gedrang komen. Immers bij voortgaande bezuinigingsoperaties zal eerder gekozen worden voor het inleveren van een archiefformatieplaats dan voor een beleidsfunctie; c uitgaande van de eis van volledige informatieverzorging kan decentralisatie pas uitgevoerd worden bij volledige automatisering van zowel inschrijving, dossiervorming als archiefbeheer bij alle directies, anders is uniformiteit en daarmee onderlinge koppeling niet realiseerbaar. Een duidelijk voordeel van dislocatie is dat het stafbureau kan gaan zorgen voor het bevorderen van de bedrijfsmatige uitvoering van de werkzaamheden. Economies of scale kunnen op deze wijze gemakkelijker worden gerealiseerd. Hier wordt gekozen voor de dislocatie-variant en wel om de volgende rede nen: 1 pas als de kwaliteit en uniformiteit van de werkzaamheden verzekerd is, kan verantwoord gedecentraliseerd worden, anders is uniforme uitvoering een illu sie. Om dit te bereiken moet er nog veel gebeuren; 246 2 automatisering is pas in de proeftuinfase en dan nog uitsluitend ten aanzien van de postinschrijving (wat waarschijnlijk het eenvoudigst is). Pas bij ver doorgevoerde automatisering van de Alsec kan decentralisatie een verant woorde optie worden; 3 alleen bij deze variant zijn de randvoorwaarden aanwezig voor een adequaat functionerend semi-statisch archief. 4-3-2 Organisatie a De behandelingsfase In het algemeen kan gesteld worden dat de ontsluiting van de in de behande lingsfase ter registratie aangeboden stukken behoorlijk is te noemen. Het grootste probleem is dat lang niet alle relevante stukken ter registratie worden aangeboden. Voorwaarde voor een goed documentair informatiesysteem (het is al gezegd) is dat alle inkomende post geopend wordt. Alleen voor de over eenkomstig het beveiligingsvoorschrift gerubriceerde stukken dient er een aangepaste regeling gemaakt te worden. Zolang de algemene leiding van een ministerie niet bereid is deze regel dwingend door te voeren, is het een illusie een betrouwbaar informatiesysteem op te kunnen bouwen. Als gevolg van het betere overzicht over de binnenkomende post, zal dan ook een beter inzicht in de uitgaande post verkregen worden. Deze is immers vaak een reactie op bin nengekomen stukken. Vervolgens dient de tekstproduktie van het ministerie via vaste kanalen te geschieden zodat, waar nodig, reeds vóór het feitelijke uit typen registratie plaats kan vinden. Afhankelijk van de eigen situatie kan dit verricht worden door de tekstverwerkingseenheid, of indien de dynamisch-ar- chiefsectie zorg draagt voor het aanbieden van teksten ter tekstverwerking, de sectie. Alleen al om registratie (en daarmee archivering) te verzekeren is het verstandig het uittypen van nota's en uitgaande stukken niet meer door de eigen secretaresse te laten verrichten, mede gezien de keuze voor de dislocatie variant. Om nu te weten te komen wat wel en wat niet geregistreerd moet wor den is het gewenst systematisch uit te zoeken welke informatie een ambtenaar nodig heeft om de hem of haar toegewezen zaken af te handelen en welke stu ringsinformatie daarbij nodig is.8 b De dynamisch-archieffase De dossierinventaris en het archiefdocumentatiesysteem voldoen beide om de gebruiker de gewenste informatie te verschaffen. Organisatorisch is de belang rijkste consequentie: breng het archief zo dicht mogelijk bij de gebruiker. Ver volgens, om uniformiteit te verzekeren en om te komen tot een betrouwbaar informatiesysteem dient het aantal 'zelfverzorgers' tot een minimum beperkt te worden. Zowel bij de buitendiensten, bij de zelfverzorgers als bij de Alsec- onderdelen zelf, zal regelmatig inspectie op het beheer uitgeoefend moeten worden; dit om uniformiteit en koppelbaarheid te verzekeren. Om later goed en efficient te kunnen vernietigen, moet al bij de dossiervorming rekening worden gehouden met vernietiging. Vernietiging gaat daarmee behoren tot de dagelijkse werkzaamheden van de archiefmedewerker. Verder zal ten behoeve van de archiefdocumentatie (al dan niet geautomatiseerd) de Alsec- medewerker zich moeten bijscholen op het kennisgebied van documentalisten. 247

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1984 | | pagina 28