4 na afhandeling van de zaak, het ordenen van de individuele stukken tot dos siers op een zodanige wijze dat relevante informatie snel en volledig uit het ar chief gelicht kan worden. Gelijktijdig worden indicaties gegeven over de ter mijn waarna het dossier al dan niet vernietigd moet worden; 5 het beheren van het gevormde archief, het optimaal toegankelijk maken en houden van de aanwezige informatie, het verstrekken van inlichtingen en het voorbereiden en daadwerkelijk uitvoeren van de vernietiging, 6 het inventariseren' van alle deelarchieven van het ministerie en het afstemmen van die deelarchieven op elkaar; 7 voor zover gebruik wordt gemaakt van geautomatiseerde apparatuur, het be heren van het systeem en het up to date houden van zowel apparatuur als pro grammatuur; 8 voor zover de algemene-secretarie-taken niet door de Alsec worden uitge voerd, het verschaffen van de nodige ondersteuning, het zich op de hoogte houden van de wijze van uitvoering en het daarover rapporteren aan de secre taris-generaal; 9 de secretaris-generaal van raad dienen in alle algemene-secretarie-aangelegen- heden. 2-3 Gebiedsafbakening In beginsel verzorgt de Alsec de behandeling van alle inkomende, uitgaande en interne stukken alsmede het beheer van het daaruit resulterende archief. Hier op zijn enkele uitzonderingen: het hoofd Alsec kan bepalen dat bepaalde cate gorieën archiefbescheiden niet onder de registratieplicht vallen, vastlegging gebeurt dan op de betreffende afdeling (het bekendste voorbeeld zijn alle fac turen, die rechtstreeks naar Financieel-Economische Zaken (fez) gaan); de se cretarissen van raden en commissies dragen zelf zorg voor registratie en agen dering alsmede voor het beheer van het onder hen berustende secretariaatsar chief. De leden van commissies en werkgroepen dragen persoonlijk zorg voor vorming, beheer en afvoer van hun lidmaatschapsarchief. Een aantal expliciet door de secretaris-generaal aan te wijzen instellingen, diensten en bedrijven van het ministerie draagt zelf zorg voor de in de algemene doelstelling ver woorde taken overeenkomstig door de secretaris-generaal gegeven nadere aanwijzingen. Het hoofd Alsec houdt toezicht op de uitvoering van de werk zaamheden en rapporteert daarover, waar nodig, aan de secretaris-generaal. Voor wat betreft het informatiebeheer vindt een functionele overlapping plaats met de afdeling Bidoc. Tot nu toe heeft de gebiedsafbakening tussen de afdelingen Alsec en Bidoc samen gehangen met de definitie van archiefbe scheiden, waarbij de archiefbescheiden worden beheerd door de Alsec. 2-4 Plaats in de organisatie Zoals boven beschreven verricht de Alsec haar werkzaamheden voor alle beleids- en stafafdelingen van het ministerie. In de doelstelling wordt er met nadruk op gewezen dat alle informatie van het ministerie in het informatie systeem moet worden ondergebracht. Dat dient bovendien op uniforme wijze te geschieden opdat kruisverwijzingen tussen en koppelingen van deelbestan- den mogelijk worden. Ook dient er op toegezien te worden dat relevante infor matie niet bij (beleids)ambtenaren blijft hangen maar in het archief geborgen wordt. Omdat de Alsec daarnaast de hoofden van de beleids- en stafafdelin gen moet voorzien van een instrumentarium dat de beheersbaarheid van de werkzaamheden aldaar moet bevorderen, waarbij het hoofd Alsec controle uitoefent over ambtenaren die hiërarchisch hoger staan, dient het hoofd Alsec te kunnen rekenen op krachtige ambtelijke ondersteuning bij de uitvoering van zijn taken. De aangewezen plaats binnen de organisatie is daarom zo dicht mogelijk, bij voorkeur rechtstreeks, onder de secretaris-generaal. 3 Knelpunten en ontwikkelingen Het functioneren van de Alsec wordt niet als voldoende ervaren. Dit heeft te maken met knelpunten ten aanzien van de uitvoering van het bestaande taken pakket en veranderingen in de omgevingsfactoren van de Alsec. 3-1 Knelpunten2 1 Belangrijke inkomende, uitgaande en interne stukken worden niet gere gistreerd en als gevolg daarvan ook niet gearchiveerd. Dit komt deels doordat op naam gestelde brieven niet geopend worden en later niet alsnog ter registra tie worden aangeboden, deels doordat de verwerking van minuten niet over eenkomstig de regels geschiedt en tenslotte doordat niet voldoende bekend is wat de eindgebruiker geregistreerd wil hebben; 2 een te groot aantal directies verzorgt, vaak op afwijkende wijze, de verwerking van de eigen stukken; 3 het veelal ontbreken van de wettelijk voorgeschreven voortgangs- en afdoe ningscontrole; 4 onvoldoende bekendheid bij de beleids- en stafafdelingen van aard en omvang van het dienstenpakket van de Alsec, waardoor enerzijds gedeelten van het dienstenpakket niet benut worden en anderzijds handelingen in twee-, drie- en zelfs viervoud worden verricht; 5 het ontbreken van een goed archiefdocumentatiesysteem op de beleidsrelevan te informatie; 6 het ontbreken van een ordeningsplan; 7 gezien de omvang van de beheerde informatie en de geografisch verspreide lig ging van archiefvormende en -beherende eenheden, de onmogelijkheid om de beheerde informatie te koppelen en onderling uit te wisselen; 8 het hebben van een archief dat nog steeds explosief groeit en mede daardoor slecht toegankelijk is; 9 het ontbreken van goede vernietigingslijsten; 10 mede als gevolg hiervan het niet uitvoeren van de wettelijk verplichte vernieti ging; 11 het niet tijdig afstoten van niet langer dynamische archiefbestanden naar het semi-statisch archief; 12 het vrijwel achterwege blijven van inventarisatie en het afstemmen van deelar chieven; 241 240

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1984 | | pagina 25