Bestaat de inventaris uit meerdere banden dan dient in elke band de verkorte inhoudsopgave in zijn geheel opgenomen te worden. Voor het onderscheiden van de verschillende onderdelen van een inventaris is het tussenvoegen van een gekleurd vel papier aan te bevelen; de voorkant be vat de aanduiding van het onderdeel, de achterkant moet blanco blijven. Zul ke tussenbladen worden wel meegepagineerd, maar de paginacijfers worden niet op de bladen zelf getypt. Zorg voor duidelijk verschillende kopjes voor de onderscheiden hoofd- en subrubrieken. Kopjes in hetzelfde lettertype als de rest van de inventaristekst springen niet genoeg uit. Bij grote rubrieken die vele pagina's beslaan is het gebruik van een sprekende kopregel boven aan de pagina erg handig. De beschrijvingen kunnen heel goed getypt worden met regelafstand 1Zijn de beschrijvingen erg lang (hetgeen natuurlijk allereerst vermeden dient te wor den), type dan niet de hele tekst achter elkaar, maar maak een onderverdeling met behulp van liggende streepjes, letters of iets dergelijks. Stukken, die wel in het archief zouden thuis horen, maar die elders worden be waard, kunnen in de inventaris worden opgenomen met een blanco nummer (een liggend streepje in plaats van het inventarisnummer). In een n.b. onder de beschrijving dient dan duidelijk te worden vermeld, waar het stuk zich be vindt. Heeft men van bepaalde stukken alleen een reproductie (bijvoorbeeld microfilm) dan dient dit ook in de beschrijving tot uiting te komen. Ook hier kan de bewaarplaats van het origineel in een n.b. worden vermeld. Een alge mene opmerking over deze zaken in de inleiding is beslist onvoldoende. Bij gebruik van specialistische, voor leken niet gemakkelijk begrijpelijke ter men in de inventaris, is een lijst, waarin deze worden verklaard, aan te beve- len. Wanneer in de correspondentie of in de beschrijvingen veel afkortingen als 'eigennaam' (bijvoorbeeld ras voor Rijks archiefschool) worden gebruikt, is ook een lijst van afkortingen gewenst. 6 Aanvullende terminologie In het nieuwe Lexicon van Nederlandse archieftermen heeft de redactiecom missie afgezien van het opnemen van termen uit diverse vakgebieden met het oog op het specifieke karakter daarvan. De commissie sluit hiermee echter toepassing van deze termen in een inventaris niet uit.41 Het leek de werkgroep daarom nuttig termen uit enkele, vooral bij de inven tarisatie van familiearchieven in het geding zijnde vakgebieden nader te defi niëren. De termen die in de volgende lijsten gecursiveerd zijn kunnen naar het oordeel van de werkgroep als archieftermen in een inventaris worden ge bruikt; de overige termen zijn voor het gemak van de inventarisator nog eens bij elkaar gezet. Gekozen is voor een beschrijving van termen van genealo gisch/heraldische aard en van termen, voorkomend in nalatenschaps- en pro cesstukken. Bij de beschrijving heeft de werkgroep zich beperkt tot termen, die direct noodzakelijk zijn voor een goed begrip of juiste omschrijving van de op dit gebied in een familiearchief voorkomende stukken. 226 In het nieuwe Lexicon wordt slechts geringe aandacht geschonken aan de defi nitie van egodocumenten. De werkgroep beschouwt dit enigermate als een omissie, aangezien hier geen sprake is van een specifiek vakgebied. Juist op dit terrein is de terminologie in inventarissen ook weinig consistent. In dit hoofd stuk zijn daarom onder 6-3. alle egodocumenten nog eens op een rijtje gezet, waarbij aangetekend dient te worden dat de werkgroep de vrijheid heeft geno men het begrip egodocument-persoonlijke getuigenis - iets ruimer te inter preteren dan gebruikelijk. Ook het album en liber amicorum worden onder deze noemer beschreven. Aanvankelijk lag het in de bedoeling om ook een lijst van iconografische termen in dit hoofdstuk op te nemen. Hier is echter van afgezien omdat op dit terrein in tegenstelling tot bovengenoemde gebieden wel een compact, samen vattend overzicht aanwezig is, namelijk de uitgave van de Vereniging 'De topografisch-historische atlas', getiteld Het beheer van topografisch- historische atlassen, z.j. (uitgave Rijks archiefschool). 6 1 Termen van genealogische en heraldische aard Afstammingsreeks Armoriaal Ascendenten Descendenten Filiatie Filiatieregister Fragmen t-genealogie Genealogie Genealogische tabel Geslachtregister Helmteken Kwartier Kwartierdrager Kwartierstaat Par en teel Een in generaties gerangschikt overzicht van de bewijsbare afstamming van een persoon uit een andere persoon Zie wapenboek Voorouders Afstammelingen Afstamming Register, waarin staat opgetekend hoe een be paald recht in de familie vererft Gedeelte van een genealogie* Een in generaties gerangschikte opgave van per sonen, die in de wettige mannelijke lijn afstam men van een bepaalde mannelijke persoon Schematische weergave van een genealogie* 1 Genealogie* 2 Fragment-genealogie (bijvoorbeeld in bijbels) De in een wapen op de helm geplaatste figuur 1 De vakken van een recht of schuin gevieren deeld schild 2 Aanvankelijk waren iemands kwartieren zijn vier grootouders; thans is een kwartier een voorouder De persoon van wie de kwartierstaat* uitgaat Een in generaties gerangschikte opgave van de bewijsbare voorouders van een bepaald per soon Een in generaties gerangschikte opgave van de bewijsbare afstammelingen van een bepaald ou derpaar, zowel in mannelijke als in vrouwelijke lijn 227

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1984 | | pagina 18