3-2-3 Verenigingen Het is mogelijk, dat personen als archiefvormers van een familiearchief be scheiden onder zich hebben gehouden van verenigingen en organisaties, waar van ze bijvoorbeeld secretaris zijn geweest. De archiefstukken van deze vereni ging hebben zij dan als 'retroacta' bij hun persoonlijke handelingen gevoegd. Zo was Gijsbert Martinus van der Linde, laatste secretaris van het Haagse De partement van de Hollandsche Maatschappij voor Fraaye Kunsten en Weten schappen, in het bezit van de stukken van zijn voorganger Daniel Veegens en de door deze geordende achttiende eeuwse handschriften. Dergelijke bestanddelen maken in de regel geen deel uit van het familiear chief, maar dienen in het oorspronkelijke verenigingsarchief te worden terug gebracht. In het geval van Van der Linde bleek dit mogelijk, omdat het archief van het Haagse Departement in het gemeentearchief Den Haag berustte. In de praktijk is toepassing van het herkomstbeginsel slechts wenselijk, wanneer de oorspronkelijke verenigingsarchieven berusten in een openbare archiefbe waarplaats, zodat blijvende bewaring van de stukken verzekerd is. Men vermijde zoveel mogelijk verenigingsarchieven als gedeponeerd in een familiearchief te beschrijven, die andere doelstellingen hebben, dan het onder 2-1 vermelde. Archiefbescheiden betreffende of van een vereniging, die de neerslag zijn van de activiteiten van één in het hoofdarchief voorkomende per soon kunnen niet als gedeponeerd worden beschouwd. Bevat het 'verenigings archief' bijvoorbeeld louter stukken van Jan Pietersen als bestuurslid van de Konijnenfokvereniging Hun Genoegen, dan dient men deze archiefstukken te beschouwen als onderdeel van het persoonlijk archief van Jan Pietersen, en te beschrijven als: Stukken betreffende het bestuurslidmaatschap van In de inventaris van het archief van de familie De Jonge van Zwijnsbergen treffen we twee 'echte' gedeponeerde archieven aan, beide een vereniging be treffende, namelijk het archief van het Langstraats Leesgezelschap en het ar chief van de Protestantse Vereniging Christelijk Hulpbetoon.29 3-2-4 Heerlijkheids-of huisarchieven In een familiearchief kan men ook het archief van een bepaald huis, kasteel of een bepaalde heerlijkheid tegenkomen. Als het object ononderbroken in fami liebezit en voordien niet in andere handen is geweest, dan is er geen sprake van deponering, maar dan is het gewoon een onderdeel van het archief. Soms heeft men te maken met het geval, dat het familielid x door aankoop een onroerend goed verwerft en daarbij de stukken, afkomstig van de eigenaar van dit onroe rend goed verkrijgt. In de regel beperkt dit zich tot de eigendomsbewijzen; in dat geval is er slechts sprake van retroacta betreffende het goed die samen met het eigendomsbewijs van de heer x worden beschreven. Een enkele keer gaat ook het gehele archief van de vorige eigenaar mee. In dat geval is wel sprake van deponering en dan dient het huis- of heerlijkheidsarchief als een geheel be schouwd te worden en aldus als gedeponeerd archief onder een apart kopje Huisarchief x achterin de inventaris beschreven te worden. Een zeldzaam voorbeeld van een gedeponeerd 'huis'archief in een familie archief kan men vinden in de inventaris van het familiearchief De Grijs- 218 Alserda.30 Daarin treffen we onder hoofdstuk 4 stukken aan betreffende het Corpus de Linde, een complex van goederen. Onder deze stukken zijn ook be scheiden, die geen betrekking hebben op de familie in kwestie, maar op andere eigenaars, zowel voorgangers, als opvolgers, derhalve een soort huisarchief. 3-2-5 Overheidsarchieven Met betrekking tot overheidsarchivalia, welke we aan kunnen treffen in fami liearchieven, dienen we een caesuur aan te brengen in de tijd. In de periode vóór - laten we zeggen - 1795 lopen de particuliere en overheidshandelingen bij verscheidene overheidsfunctionarissen zo door elkaar, dat er nauwelijks een scheiding is aan te brengen tussen de diverse 'functies'. Vóór 1795 konden be paalde overheidsfuncties worden gepacht, zoals het ontvangerschap van be lastingen, de schoutenfunctie, etc. Deze 'ambtenaren' oefenden hun functie vaak aan huis uit, zodat hun 'functionele' archivalia nogal eens vermengd werden met de particuliere bescheiden. Deze stukken dienen dan niet be schouwd te worden als gedeponeerd, maar als onderdeel van het persoonlijk of familiearchief onder het kopje 'openbaar leven' of 'overheidsfuncties'. Is er echter sprake van archivalia van diverse voorgangers en betreft het een afgesloten archief, dan kan men het wel als gedeponeerd beschouwen. Daar naast kan men ook stukken aantreffen aangaande bepaalde 'onpachtbare' overheidsfuncties, zoals gezant. Een voorbeeld hiervan is te zien in de inventa ris van het archief van de familie Van Slingelandt - De Vrij Temminck.31 Dit archief is doorspekt met stukken betreffende een keur van overheidsfuncties, zoals pensionaris van Dordrecht, gezant in het buitenland, secretaris en lid van de Raad van State, thesaurier-generaal, raadpensionaris, raad in de Raad van Brabant, raad in het hof van Holland, secretaris, schepen en burgemeester van Amsterdam, raad ter Admiraliteit en bewindhebber der w.i.c. en v.o.C. etc. Het betreft hier echter meestal afgedwaalde archivalia, die eigenlijk thuisho ren in de archieven van genoemde instellingen. Treft men in een familiearchief bescheiden van 'onpachtbare' overheidsinstellingen aan, dan dienen deze te ruggebracht te worden naar het betreffende overheidsarchief, indien dit ten minste bewaard is gebleven en berust in een openbare archiefbewaarplaats en voorzover het eventueel bewaargevingscontact dit toelaat. Van deze overbren ging moet dan natuurlijk wel gewag worden gemaakt in de inleiding van de in ventaris. 3-2-6 Andere familie- of persoonlijke archieven Door huwelijk of vererving kunnen ook archieven van aanverwante families of personen terecht komen in een familiearchief. In de archieven der familie Van Ittersum32 treffen we het familiearchief Van Langen aan, in de familie Van Ittersum gekomen door het huwelijk van Bernhardina van Langen met Ernst van Ittersum. In hetzelfde archief zit een gedeelte van het archief van de familie Van der Merwede, aangebracht door Johanna S. B. A. van der Merwe- de, na haar huwelijk met Lodewijk Arend van Ittersum. In het archief Van der Merwede zit weer een gedeelte familiearchief Lemker van Breda. Anders dan de bescheiden, die door huwelijk of vererving in het familiear- 219

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1984 | | pagina 14