w
i
2-3 Brieven
In het Lexicon van Nederlandse archieftermen worden de volgende definities
gegeven voor de termen 'brief' en 'briefwisseling': Een brief is een geschrift,
naar de vorm bestemd om aan degene aan wie het gericht is, iets mede te delen
(zie nr. 62). Een briefwisseling is een serie van ingekomen brieven van één in
stelling, persoon of groep personen en minuten van uitgaande brieven, ver
zonden aan diezelfde instelling, persoon of groep van personen (zie nr. 19).
Is het mogelijk om bij de beschrijving van brieven een analyse van de in
houd te betrekken op zodanige wijze, dat systematische indeling nog doenlijk
is? Bij deze vraag is de ordening van brieven besloten, die in een persoonlijk
archief worden aangetroffen.
In een persoonlijk archief kunnen in beginsel de brieven als volgt worden in
gedeeld:
a In een rubriek 'algemeen': in series in chronologische orde of op afzender; in
delen of banden (bijvoorbeeld: brieven, boeken, correspondentieregisters
e.d.).
b Onder de stukken betreffende het persoonlijk leven:
1 Als briefwisseling met familieleden, verwanten en intimi, voorzover deze
briefwisseling alleen over particuliere aangelegenheden gaat.
2 Als afzonderlijke brieven over particuliere onderwerpen.
c Onder de stukken betreffende het openbaar leven:
als afzonderlijke brieven of verzameling van brieven, waarvan de inhoud be
trekking heeft op werkzaamheden in het openbare leven. Bij de beschrijving
van deze brieven staan de volgende mogelijkheden open:
1 ordening naar afzender (men krijgt dus onder de rubriek openbaar leven een
rubriek 'algemeen');
2 ordening naar functie en per functie naar afzender. Men krijgt dus onder een
hoofdstuk (subrubriek) een nummer met als beschrijving 'briefwisseling';
3 ordening naar onderwerp, al dan niet in samenhang met andere stukken. Men
krijgt dus 'stukken betreffende of 'briefwisseling over
Bij een analytische inventaris wordt ernaar gestreefd, de beschrijvingen zoda
nig in te richten dat geen der brieven onder rubriek a kan worden opgenomen,
maar of in rubriek b sub b) of in rubriek c onder de desbetreffende hoofd
functies en nevenactiviteiten. Bij deze beschrijving staat niet afzender/desti-
nataris, maar het onderwerp centraal.
Tegen deze beschrijving zijn de volgende bedenkingen mogelijk: Lexicon
nr. 62 suggereert ten onrechte, dat een in een brief gedane mededeling betrek
king heeft op één zakelijk feit per stuk. Deze suggestie wordt versterkt doordat
in de toelichting als bijzonder voorbeeld de missive wordt aangehaald, waarin
ingevolge ambtelijke voorschriften inderdaad sprake is van een eenduidige,
concrete inhoud. De persoonlijke brief kan echter de volgende elementen be
vatten:
a de uitdrukking van de relatie tussen briefschrijver en geadresseerde, hetgeen
reeds spreekt uit de aanhef en het slot;
b de mededeling van meerdere feiten, soms in een door de compositie van de
brief gesteld verband of in een context buiten de brief;
c de mededeling van opvattingen of gevoelens, met soms als probleem:
act k'
I
i ux fo&rns*
^lacnrr/r-7y
ikI T&J-ty f t>f £yx° brrrrrr
p t-r 1 v c -Wvv <V
fy-yV ïx'v? - r/-M,
Convocatiebrief, ingekomen bij Adriaan van Matenesse, tot het bijwonen van de
troonsafstand door Karei v op 14 oktober 1555.
(Familiearchief Van Wassenaer van Rosande, inv.nr. 28, xvi, z).
1 dat de zaken waar zij op betrekking hebben niet in de brief worden vermeld;
2 dat de zaken waar zij op betrekking hebben algemene, soms wereldomvatten
de probleemstellingen zijn (moraal, ethiek e.d.);
3 dat het belang van de inhoud verder reikt (want bijvoorbeeld karakteristiek
voor de persoonlijkheidsstruktuur) dan het onderwerp waarop de brief be
trekking heeft;
4 dat de inhoud niet concreet te omschrijven is ('ontboezeming').
In al deze gevallen wordt indeling van deze brief naar een onderwerp proble
matisch; bij afzonderlijke beschrijving van de brief levert dit eveneens proble
men op. Wat te denken van een (fictieve) beschrijving van:
Ingekomen bfief (bij n.n.) van zijn voormalige studiegenoot Hans Blokpoel, houdende
mededelingen over zijn reis naar Leiden, de aldaar plaats gevonden hebbende Maskera
de, zijn gevoelens van vriendschap met de geadresseerde, zijn opvattingen over de
ethiek van Bolland en een door beide personen gezamenlijk te tekenen adres over de
Schelde-kwestie (met antisemitische uitlatingen). 1920
Of een uit de context te ontlenen beschrijving van een cryptisch document:
Brief van B. H. M. Bervoets, gouwleider van Zwart Front in Amsterdam, aan Arnold
Meyer over de antifascistische zuiveringen door J. Keune in de k.s.v. 'Sanctus Thomas
Aquininas' aldaar. 2 oktober 1936
Een beschrijving die al gauw een subjectieve lading krijgt.
Op grond van deze problemen moet een analytische beschrijving worden uit-
214
215