In het vierde nummer zijn artikelen aan te treffen over:
1 de collectie foto's in het Bundesarchiv
2 het museum dat opgericht is ter herinnering aan de negentiende-eeuwse Duitse
bevrijdingsbewegingen
3 de archieven van de Vereinigte Slahlwerke ag
4 de classificatie van universiteitsarchieven
5 het archief van de universiteit Mainz
6 de Marburgse collectie foto-negatieven van oorkonden uit het gebied van het
middeleeuwse Duitse rijk tot aan het jaar 1250
7 de toepassing van de computer in het Zuidafrikaanse archiefwezen.
In hetzelfde nummer is in extenso het studieprogramma gepubliceerd van de
archiefschool te Marburg (voor het diploma 'Archivar des gehobenen
Dienstes' (nr. 4, kol. 423-434). Het programma omvat een breed spectrum van
vakken. Niet alleen de vakken van de Nederlandse archiefschool, maar daar
naast vele andere, waarbij ik in het bijzonder op de vakken sociale en econo
mische geschiedenis en gemeenterecht wil wijzen. Het vak gemeenterecht is
met name voor archivarissen werkzaam bij gemeentelijke archiefdiensten uit
ermate nuttig. Een toelichting op het studieprogramma door W. A. Eckhardt
is afgedrukt in nr. 4, kol. 443-444.
R. H. Krans
Bureautique et informatique dans les archives
xxwème Congrès des Archives de France (Angers, 5-7 oktober 1983)
Zoals bekend hebben enkele Franse archivarissen in de zomer van 1983 een
bezoek gebracht aan Nederland om zich op de hoogte te stellen van de ontwik
kelingen op het gebied van de automatisering bij het Nederlandse archiefwe
zen. Op uitnodiging van de Archives de France hebben ondergetekenden ver
volgens het tweejaarlijks congres van onze Franse collega's, ditmaal gewijd
aan 'Bureautique et informatique dans les archives', mogen bijwonen (An
gers, 5-7 oktober 1983). Behalve op algemene problemen, samenhangend met
de invoering van de informatica bij archiefdiensten, waren deze studiedagen
vooral gericht op de automatisering bij de departementale archieven.
Na het openingswoord door directeur-generaal Favier leidde de organisator
van de bijeenkomst, de heer Gildas Bernard, het thema in. Hij wees erop, dat
de automatisering vooral door de opkomst van microcomputer en tekstverwer
ker met name in de laatste twee jaar ook bij de departementale archieven volop
in ontwikkeling geraakt is. Als toepassingsterreinen noemde hij vooral de
gestion van de diensten (kantoorautomatisering en archiefbeheer in engere zin)
en het toegankelijk maken van archieven (met name de departementale Série
w, de recente archieven van de departementale bestuursorganen). Onlosmake
lijk verbonden aan het toegankelijk maken zijn dan vocabulaireproblematiek
en thesaurusontwikkeling. Volgens Bernard zullen de systemen die nu als
eerste ontwikkeld worden bepalend zijn voor de hele verdere ontwikkeling.
Ook meende hij, dat de archivaris de informatica, met alle lusten en lasten, zal
moeten accepteren en dienstbaar maken, op straffe van functieverlies.
In de daaropvolgende voordracht over 'Informatique et archives: des choix
décisifs' bouwde mevrouw Durand-Évrard hierop voort onder het motto: 'in-
formatiser ou périr'De technische middelen voor automatisering bij het ar
chiefwezen zijn beschikbaar, zeker als men aansluiting weet te vinden bij
bestaande rekencentra. De apparatuur waarmee men zelf moet werken begint
goedkoop te worden, een specialistische automatiseringsopleiding is niet meer
nodig. De problemen bij de automatisering zullen zich voordoen op organisa
torisch en psychologisch terrein (verandering van de aard van het werk) en bij
de invoer van de gegevens. Dit laatste omdat daarbij de kosten zullen ont
staan, en voorts omdat het kiezen en/of ontwikkelen van programmatuur en
het probleem van de voor de inhoudelijke ontsluiting gewenste vocabulaire ge
zamenlijke, gecoördineerde beslissingen en activiteiten vergen.
Lukt het de archivarissen niet, hun materiaal op een wijze toegankelijk te
maken die vergelijkbaar is met de toegankelijkheid van onderzoekers en admi
nistratieve gebruikers ter beschikking staande documentaire databases, dan
bestaat het risico dat de gebruikers zich van de archieven als onmisbare gege
vensbestanden afwenden. Op langere termijn kan dat het afsterven van het ar
chiefwezen als een functionerend onderdeel van het culturele leven betekenen,
en daarmee een verdere de-historisering van de samenleving. (Men kan zich af
vragen of deze redenering in Frankrijk, waar immers een veel nauwere band
bestaat tussen archiefwezen en broodheer (de administratie), niet veel meer
opgaat dan hier in Nederland. Niettemin, opmerkelijk blijft het, dat dezelfde
overwegingen in de Bondsrepubliek bestaan, zoals bleek tijdens het laatstge
houden Derde Nederlands-Duits Archiefsymposium.)
Vanuit een meer algemeen gezichtspunt zijn hiermee de belangrijke kwesties
aangegeven die in Frankrijk bij de archiefautomatisering lijken te spelen. In
de lezingen en tijdens de discussies kwamen deze punten telkens terug, zonder
dat er duidelijke conclusies of beslissingen aan verbonden werden. Integen
deel bijna: de ontwikkelingen bij de departementale archieven (soms ook bij
of in samenwerking met gemeentearchieven) maken een vrolijk-dynamische,
niet primair een geordende indruk. Het individuele initiatief (opmerkelijk is,
hoeveel vrouwelijke archivarissen zich met de automatisering bezig houden)
en de lokale omstandigheden lijken vooral bepalend te zijn. Bij dit laatste
dient men te bedenken, dat de departementale archiefdiensten voor hun mate
rieel sterk aangewezen zijn op de departementale besturen, een situatie die al
onder het vorige regiem een niet steeds gelijke bedeling veroorzaakte, maar bij
de huidige neiging tot meer decentralisatie nog zwaarder zal gaan wegen.
In een volgende lezing behandelde de heer Surcouf de mogelijkheden die
tekstverwerker en microcomputer bieden bij de verschillende administratieve
en beheerstaken van een archiefdienst. Tamelijk probleemloos is hier veel te
bereiken, van vergrote en verbeterde type-capaciteit tot kwalitatieve verbete
ringen bij depotbeheer, bezoekersregistratie en inlichtingendienst, en het ge
makkelijk tussentijds ter beschikking kunnen stellen van inventarisatieresulta
ten.
De tweede dag van het congres werd geopend met een bijdrage 'Du traite-
ment classique a l'informatique, des exigences communes: l'Analyse archi-
vistique' door mevrouw C. Naud. Zij wees erop, dat alleen archivalische een
heden die welomschreven zijn zich voor opname in een geautomatiseerd
85