Bespreking van inventarissen
w. p. j. m. brand, Archief van het bisdom Breda. Gedeponeerde archieven I.
Inventaris van gedeponeerde archivalia betreffende de dekenaten Bergen op
Zoom en Breda behorende tot het Bisdom Antwerpen (1420) 1561 -1802.
Persdienst bisdom Breda, 1983.
Met de archieven van de rooms-katholieke instituties van vóór het herstel van
de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 is in de loop der eeuwen nogal gesold.
Belangrijkste oorzaak hiervan was het verbod van de katholieke eredienst na
de invoering van de Reformatie in het opstandige Noorden, waardoor de ka
tholiek gebleven clerus en de spoedig in het leven geroepen missieorganen ge
dwongen werden half ondergronds te opereren. Hun archieven zeulden zij met
zich meer. Bij tijd en wijle nam de calvinistische overheid wat papieren in
beslag of werd van kerkelijke zijde, om dit te voorkomen, belastend materiaal
vernietigd. De archieven van de apostolische vicarissen van de Hollandse Zen
ding kwamen uiteindelijk in handen van de Oud-Katholieke kerk in Neder
land, geestelijke erfgenamen van de tegen Rome rebellerende voorstanders
van een nationale kerk, de Oud-Bisschoppelijke Clerezij (o.B.c.). Zij berusten
momenteel in het rijksarchief in Utrecht en vormen tesamen met de zoge
noemde collectie Port-Royal/fonds Amersfoort een zeer rijke, ook door bui
tenlanders veel geraadpleegde bron voor de bestudering van het post-
tridentijnse katholicisme in Nederland en het West-Europese jansenisme in
het bijzonder.
Voor wat betreft het grondgebied van de generaliteitslanden, dat niet res
sorteerde onder de jurisdictie van de apostolische vicarissen, respectievelijk de
aartspriesters van de Hollandse Zending, heeft de archiefvorming van de
bestaande kerkelijke organen zich wat langer doorgezet. Maar nadat ook daar
de plakkaten tegen de uitoefening van de katholieke eredienst van kracht wa
ren geworden, ontstond een uiterst precaire situatie voor met name die gebie
den, die tot een buiten de landsgrenzen gelegen diocees behoorden. Kerkrech
telijk waren deze geen missiegebied, maar werden rechtstreeks bestuur door de
in het buitenland residerende ordinarius, hoewel deze uiteraard geen toegang
had tot de Staatse delen van zijn diocees. Dit was bijvoorbeeld het geval met
de dekenaten Breda en Bergen op Zoom, die krachtens de bul 'Ex injuncto'
van 11 maart 1561 deel uitmaakten van het bisdom Antwerpen. Onder invloed
van het krijgsverloop vonden in de samenstelling van beide dekenaten vóór
1648 nog enkele reorganisaties plaats, maar sindsdien lagen de grenzen ervan
min of meer vast. Mede door de welwillende houding van de Oranjes als heren
van Breda kon de zielzorg vanuit Antwerpen in betrekkelijke rust voortgang
vinden.
76
Het einde van het Ancien Regime bracht hierin verandering. In 1794 zag bis
schop Cornelius de Nelis zich genoodzaakt voor de Fransen uit te wijken. Het
bestuur in de beide Staatse dekenaten droeg hij over aan twee vicarissen-
generaal, Ignatius van Gils en Adriaan Oomen. In 1801 sloot Napoleon met de
paus een concordaat, waarbij de gehele clericale top werd vervangen en een
nieuwe kerkelijke indeling werd ingevoerd. Het bisdom Antwerpen werd op
geheven en grotendeels gevoegd bij het aartsbisdom Mechelen. Het Bataafse
gedeelte echter, de dekenaten Breda en Bergen op Zoom, werd in 1803 verhe
ven tot een apostolisch vicariaat.
Reeds vóór de opheffing van het bisdom Antwerpen was een gedeelte van
het bisschoppelijk archief overgebracht naar Breda, een ander deel belandde
in het aartsbisschoppelijk archief te Mechelen en een deel bleef achter in het
archief van de vroegere o.L.v.-kathedraal te Antwerpen. Toen het bisdom
Antwerpen in 1962 werd heropgericht, keerden de archivalia van het oude dio
cees Antwerpen vanuit Mechelen weer terug naar de Scheldestad. De ar
chiefstukken, die betrekking hadden op de vóór 1801 tot Antwerpen behoren
de dekenaten Breda en Bergen op Zoom werden in 1967 door het bisdom Ant
werpen aan Breda overgedragen in ruil voor een aantal 'Belgische' stukken.
Hoewel strikt genomen door deze ruilovereenkomst het archivistische her-
komstbeginsel geweld werd aangedaan, is deze deal tussen de beide bisdom
men vanuit gebruikersstandpunt begrijpelijk te noemen. Het blijft evenwel
een noodgreep, waaraan ook bezwaren kleven. Voor meer algemene gegevens
over de kerkpolitiek ten aanzien van de beide dekenaten zal men moeten te
ruggrijpen naar de acta episcopatus, die in Antwerpen zijn achtergebleven,
maar ook de dekenale visitatieverslagen van de afzonderlijke parochies be
rusten daar nog grotendeels. Er bestaat evenmin zekerheid over hoever de dos
siervorming indertijd is doorgevoerd. Het valt dan ook te hopen, dat voorlo
pig geen nieuwe kerkelijke reorganisaties meer zullen plaatsvinden - geruch
ten hierover circuleerden enige tijd geleden door katholiek Nederland -want
de veiligheid van de stukken is omgekeerd evenredig met de omloopsnelheid
van archivalia, zeker wanneer geen behoorlijke inventarisatie heeft plaatsge
vonden.
Aan dit laatste bezwaar nu is door de onderhavige inventaris in ieder geval
ruimschoots tegemoet gekomen. De samensteller, W. J. P. M. Brand, is naast
pastoor te Dongen voor een beperkt aantal uren archivaris van het bisdom
Breda. Dat hij in het bezit is van het archiefdiploma is duidelijk af te lezen aan
de inventaris. Ondanks de enkele bezwaren die ik er tegen zal aanvoeren, wil ik
mijn grote waardering uitspreken voor het werkstuk, dat de auteur in de hem
voor archiefwerkzaamheden spaarzaam toegemeten uurtjes heeft geleverd.
Vaak is inventarisatiearbeid bij kerkelijke instellingen resultaat van goedbe
doeld amateurisme, waaraan soms meer na- dan voordelen kleven. Hier is ech
ter sprake van een zeer degelijke en bruikbare inventaris.
Zoals reeds is opgemerkt vormen de hier beschreven archivalia geen eigèn-
lijk archief, maar zijn een depositum van het Antwerpse bisschopsarchief.
Voor een deel gaat het om parochiedossiers, voor een deel om een al langer in
Breda bewaarde bundel, die als titel droeg: 'Dekenale archivalia'. In de paro
chiedossiers werden stukken aangetroffen die dateren van ver vóór de Refor
matie. Het gaat hierbij om stukken over kerkelijke eigendommen, inkomsten
77