Bespreking van boeken
Isabella h. van eeghen, 'In mijn journaal gezet' Amsterdam 1805-1808.
Het getekende dagboek van Christiaan Andriessen. Uitgegeven ter gelegenheid
van het 125-jarig bestaan van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap te
Amsterdam door Canaletto te Alphen aan den Rijn, 1983, 280 blz., 65,
In deze publikatie krijgt men voor het eerst een goed inzicht in de achtergron
den van het werk van Andriessen, geïllustreerd door 250 bladen uit zijn dag
boek. Dat telde ongeveer 700 tekeningen, die in 1903 geveild werden onder de
naam van Christiaans beroemdere vader, de behangselschilder Jurriaan. Tot
voor kort ontbraken er ongeveer 200, maar door een opzienbarende vondst op
een veiling in Arnhem in september 1983 is dat aantal nu tot circa 80 terugge
bracht. Hoewel het hier besproken boek al voor de druk gereed was, konden
verbeteringen en toevoegingen naar aanleiding van deze vondst nog worden
opgenomen in het hoofdstuk 'De schone slaapster: de veiling van 1983'.
Na het voorwoord van prof. dr. D. P. Blok, voorzitter van het k.o.G., begint
dr. Van Eeghen, die in 1963 de identiteit van de tekenaar vaststelde, met 'De
veiling van 1903 en haar gevolgen' en wijdt daarna een hoofdstuk aan 'De fa
milies Andriessen en Noordziek', daar de familieleden van vaders en moeders
zijde een belangrijke rol op de tekeningen spelen. Het volgende hoofdstuk
'Het getekende dagboek' gaat speciaal in op de wijze van tekenen, die in de
vier jaren zeer verandert, de bedoelingen van de tekenaar en de bekendheid in
de tijd zelf. 'De inhoud van het dagboek' leende zich voor velerlei indeling.
Gekozen is voor 'familieleven', 'de schaarse opdrachten', 'het Vrouwencolle
ge', waar men onder leiding van Jurriaan naar het naakt schilderde, 'lessen en
scholen', 'kunstbeschouwingen, Felix Meritis en Teken-Akademie' en 'kunst
broeders', die een voorstelling geven van het vele dat zich op dit terrein af
speelt, en tenslotte 'muziek (kerk) en toneel', 'de straat op' en 'reizen', die ons
beelden brengen van gebeurtenissen op allerlei gebied, waarvan vele direct op
de Franse invloed betrekking hebben.
Het laatste hoofdstuk 'Christiaan Andriessen en zijn dagboek' vertelt de la
tere lotgevallen, zowel van de tekenaar, die leefde van 1775 tot 1846, als van
zijn dagboek. Hij bracht het niet ver; zijn kennis van anatomie en perspectief
was niet heel groot. Maar in de tekeningen van zijn dagboek bereikte hij niet
alleen soms een ongekende hoogte, ook gaf hij onderwerpen die niemand ooit
uitbeeldde. Die twee factoren maken zijn dagboek tot een geheel uniek docu
ment, waaruit veel te leren valt omtrent het dagelijks leven van de Amsterdam
mers.
In facsimile werd de catalogus van 1903 afgedrukt, met als toevoeging prij
zen en kopers uit het exemplaar van de veilinghouder De Vries en voor zover
bekend de tegenwoordige eigenaren. Indices op persoonsnamen en plaatsna
men besluiten het boek.
Het dagboek van Christiaan Andriessen, waaruit in de tentoonstellingszaal
van de Gemeentelijke Archiefdienst van Amsterdam van 15 oktober tot 17 de
cember 1983 een selectie te zien was, kan aan de hand van deze uitgave door
velen bestudeerd worden. Laten de volkskundigen, kostuumkenners, musico
logen, psychologen en andere vorsers naar de mens, zijn bezigheid en zijn om
geving erhun voordeel mee doen. Voor de jaren 1805- 1808 ligt hun materiaal
hier voor het opscheppen.
J. H. van den Hoek Ostende
75
74