INSTRUCTIE,
ï©acr itact be Comnnrfóriflcn op t rnaec"
feen banöe quotifatie banöen öupfenfïen penning!) banbetoaecöe
taan alle roerenDeenöe.onrocrenöe .iBoeöeren ülcnren ïlecïiten
^cticn/£r0u!0en/€rebiren/£ef)epcn/<ffooptnanfc!)appen/ttf5eIr/
©afcKen/Suüieclen/cJBeubïen/ (JBagien/ €ractemenren enöe an*
öcre 4Bocberen/gï)ecn upt-g^cfonbrtt ban alle be geene bie inbeii
Slanbc ban ^ollanbt enbe itëejï-i9?if fTanbt tooonen ofte <©oebe*-
renaïbacrgbeïegenïje&Bcn ftaottielinbe^tebcnatetenplatteip
ïanbe ber geener bie gegoet ofte gejïact sijit in Capitael tot een
bupfent pont tot beectigb g?ooten 't pont ofte öaet Boben boo? ben
%ate i tfjT- fuïïen p?occberen.
IN ^'sGRAVE N-H A G E,
Byde Weduwe, en Erfgenamen van wylen Hillebrandt Jacobfz
van Wouw, Ordinaris Druckers vande Ed. Groot Mo.
Heeren Staten van Hollant ende Weft-Vrieflant
Anno 16 Met Privilegie.
Titelpagina van de instructie voor de commissarissen 'op 't maecken van de quotisatie
vanden duysensten penningh1653.
64
van de Ridderschap de inkomsten uit ambten buiten de heffingen te houden,
heeft het niet gehaald.16 Aan de stedelijke en plattelandsbestuurders werd op
gedragen lijsten van ampten, officiën ende beneficiën samen te stellen. De
traktementen van militairen en dominees mochten overigens buiten schot blij
ven.
De in het Rampjaar 1672 uitgebroken oorlogen vereisten zoveel geld dat de
ene na de andere extra-ordinaris heffing werd opgelegd, deels als 'gevens geld'
en deels als 'capitale lenige' (gedwongen lening). Engels somt ze in De geschie
denis der belastingen in Nederland allemaal op.17 Opnieuw greep men terug
op de langzamerhand normale gang van zaken in dit soort omstandigheden,
namelijk de heffing van een 200e penning over het vermogen met als uit
gangspunt het kohier van de 1000e penning van 1654. Maar nieuwe formules
zouden hun intrede doen. Het consent van 26 december 1672 voor een ge
dwongen lening geeft een gedetailleerde beschrijving van een viertal te be
lasten vermogenscategorieën. Er zullen geheel afzonderlijk van elkaar 200e
penningen geheven worden van:
1 alle obligatiën, los- ende lijf rentebrieven ten laste van 't gemeene landt of eeni-
ge publijcque compotoiren binnen dese provincie, behoudens enige met name
genoemde uitzonderingen
2 de actiën (aandelen) van de voc
3 huizen, zowel van de huizen die in de verponding vielen, als van degenen die
daarvan vrijgesteld of er-ten onrechte - onbekend in zijn
4 alle heerlijckheden, landen, thienden, visscherijen ende andere in de verpon-
dinge gequotiseerde of contribuerende goederen, maar ook van dergelijke
goederen die om een of andere reden niet in de verponding aangeslagen zijn.
Deze heffingen werden reële belastingen genoemd, naar het Latijnse woord
res, dat zaak betekent. Tevens werd besloten om het bestaande kohier van de
gebruikelijke 200e penning te herzien door alle aanslagen van hen die een gro
ter vermogen dan 3000 gld. bezaten met een zesde te verhogen. Deze belasting
over iemands totale vermogen duidde men in de resolutie aan door personele
quotisatie'.
Om nu dubbele belasting te voorkomen behoefde degene die kon bewijzen
dat hij aan reële belastingen meer had betaald dan zijn aanslag in het kohier
van de personele vermogensbelasting groot was, deze laatste niet meer te vol
doen. Wanneer het reeds betaalde echter minder zou bedragen, dan moest al
leen het verschil worden bijbetaald. We hebben hier te maken met het feno
meen van de voorheffing. Een aantal precies omschreven, snel te taxeren
bestanddelen van het vermogen werd bij wijze van voorheffingen van de ver
mogensbelasting aangeslagen. De nadruk kwam daardoor volledig te liggen
op de onroerende goederen en de vermogenspapieren. Roerende goederen, zo
als we die kennen uit de opsommingen van 1599, 1625 of 1653, waren niet zo
gemakkelijk te taxeren. Maar dat wil niet zeggen dat zij buiten de belasting
vielen; immers, de personele vermogensbelasting bleef op de oude voet
bestaan. De grondslag voor de kohieren ervan bleef dezelfde als voorheen, en
zou ook in de toekomst dezelfde blijven. Bij hetzelfde consent van 26 decem
ber 1672 pakte men bovendien de traktementen op een geheel aparte wijze
aan: ieder die per jaar meer dan 400 gld. aan salaris genoot, moest gedurende
65