2 3 Het monistische model In sommige gevallen doet men er het verstandigst aan een andere ordenings methode te kiezen, namelijk die naar functies (Lexicon nummer 13). In feite schuift men dan de schema's voor de directie en de uitvoerende administratie ve afdelingen in elkaar tot één, en plaatst de stukken van algemene aard daar aan voorafgaande, vandaar dat ik dit het monistische model noem. Voor Taminiau zou dit het volgende opleveren. Archief van de Taminiau's Conservenfabrieken nv. a Stukken van algemene aard Verslagen Notulen Ingekomen en verzonden stukken b Stukken betreffende bijzondere onderwerpen Vennootschapszaken, organisatie Kapitaal Eigendommen, duurzame productiemiddelen Sociale zaken, personeel Financiën - Jaarrekening - Boekhouding - Bedrijfsadministratie (kostprijs- en loonadministratie) Inkoop (Laboratorium)onderzoek, receptuur, fabricage Verkoop (c Documentatie) De gelijkenis van dit schema, voorzover het de 'Bijzondere onderwerpen' be treft, met de bedrijfsmiddelen en bedrijfsfuncties van collega Adam is uiter aard niet toevallig. De rubriek 'Financiën' is hier tussen de bedrijfsmiddelen en de bedrijfsfuncties geplaatst. Het is heel goed verdedigbaar de financiën dichter naar het algemeen beheer te plaatsen, dus vlak voor of vlak na 'Ven nootschapszaken, organisatie'. Men vindt de financiën ook wel helemaal ach teraan geplaatst. Plaatsing zoals hier is het meest gebruikelijk. De ordening volgens organisatie kan ook in andere gevallen onmogelijk of onjuist zijn. Wanneer, zoals bij veel kleinere familiebedrijven, alle handen voor alle werk inzetbaar waren, is het onjuist om het archief een organisatie model als boven op te leggen, maar mag men directie enerzijds en de uitvoe rende afdelingen anderzijds niet scheiden. Men moet dan dus naar onderwerp (Lexicon nummer 14) of liever naar functies ordenen. Dit betekent natuurlijk niet, dat men archieven buiten het moederbedrijf ontstaan (filialen, agent schappen elders) ook in de inventaris tussen de bedrijfsfuncties van het moe derbedrijf zou moeten plaatsen. Ten slotte is de monistische werkwijze onontkoombaar, wanneer de admi nistratie van het bedrijf zelf bewust de natuurlijke neiging van het personeel de stukken per organisatie-onderdeel bij elkaar te laten ontstaan is tegengegaan door de invoering van een registratuurplan. Dit is het geval in Goelema, Mei- huizen (1980), die inderdaad volgens het monistische schema werkt, tevens omdat het devies 'alle handen voor alle werk' gold in dat bedrijf. Een ander voorbeeld van oorspronkelijke ordening volgens het monistische model is te vinden in Pieterse, Holland Land Company (1976). Alleen de boekhouding vormt doorgaans een apart onderdeel. Deze is te vens het beletsel bij uitstek om bij bedrijfsarchieven tot een ordening zuiver per onderwerp over te gaan. Dan zou men namelijk alle chronologische (hulp)boeken over de overige rubrieken moeten verdelen, dus het inkoopboek onder de rubriek 'Inkoop', etc. Aangezien in ieder geval de boekhouding een onmiskenbare en onverbrekelijke onderlinge samenhang vertoont, is het spreiden van dergelijke registers enkel en alleen op grond van de benaming een inbreuk op de eerste archivistische regel: respecteren van de administratieve ordening. Deze samenhang blijkt vooral uit de verwerking van de chronologi sche boeken in het journaal. De mededeling in veel inleidingen van inventaris sen van bedrijfsarchieven, dat er geen oude orde is aangetroffen, is dan ook eenvoudig onwaar voor wat de boekhouding betreft. Oude orde blijkt niet al leen uit uiterlijke kenmerken of vermeldingen in oude inventarissen, maar ook uit het systeem van onderlinge verwijzingen in de boeken of uit andere inhou delijke kenmerken van onderlinge samenhang. Van Nieulande, Westerwolde (1981) geeft wat het bedrijf betreft een mo nistisch model, hanteert daarbinnen de verdeling organisme-taken, en gaat daarbij onderwerpsgewijs te werk. Terecht onderscheidt hij het bedrijfsar chief (onder de onjuiste titel 'Directie'; er zit veel meer onder) en het zelfstan dige archief van de coöperatieve vereniging, dat overigens ten onrechte wordt gesplitst in 'leden-aandeelhouders' en 'bestuur en commissarissen'. De vereni- De houtzagerij van J. M. Meihuizen Zoon te Wildervank, ca. 1900. Foto: Rijksarchief in Groningen. 25 24

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1984 | | pagina 13