4-1 Sociale zaken 4-2 Administratie 4-2-1 Bedrijfsadministratie 4-2-2 Financiële administratie 4-3 Laboratorium 5-1 Inkoop 5-2 Fabricage 5-3 Verkoop 6 Documentatie Wanneer men dit schema vergelijkt met dat van Brood, dkm, dan blijkt, dat er ondanks het verschil in uitgangspunt en het achterwege blijven van het expli ciete onderscheid organisme-taakuitvoering een duidelijke overeenkomst bestaat in de volgorde van de rubrieken. Onder 'Organisatie' vindt men Broods 'Oprichting' en 'Liquidatie', onder 'Aandeelhouders' en 'Directie' Broods 'Bestuur', 'Sociale zaken' correspondeert met Broods 'Personeel', dat bij Brood wordt voorafgegaan door 'Financiën', overeenkomend met 'Admi nistratie' bij Mijland. De volgorde van de andere afdelingen dan wel rubrieken komt overeen, al is hier natuurlijk het verschil tussen kanaalmaatschappij en productiebedrijf het duidelijkst. Ook Mijland heeft zich dus niet helemaal van de traditie kunnen losmaken. Bovendien, wanneer men het archiefschema vergelijkt met het organisatie schema 1946-en dat recht hebben wij, want de inventarisator verklaart vol gens de organisatie van de onderneming in dat jaar te ordenen - dan blijkt dat de schema's slechts zeer ten dele op elkaar passen. Een afdeling 'Organisatie' bestaat niet, evenmin een afdeling 'Documentatie'. Ook de 'Aandeelhouders' komen niet voor als zelfstandige archiefvormers. Het voeren van hun secreta riaat is namelijk statutair een directietaak. Anderzijds zijn er vele onderdelen van het bedrijf (zie afbeelding), die in het geheel geen archief, of slechts ver nietigbare stukken hebben nagelaten. In het organisatieschema heb ik met een dubbele omcirkeling aangegeven, welke afdelingen min of meer zelfstandige archieven of archiefbestanden heb ben nagelaten, daterende van na 1938, de overname door csm. Met een enkele omcirkeling is aangegeven, van welke onderdelen er ongetwij feld voor bewaring in aanmerking komende archivalia zijn geweest van na cir ca 1938. De vernietigbare stukken, magazijnbonnen, vrachtbrieven, etc. (die onmiddellijk in de boekhouding worden verwerkt) zijn hierbij niet opgeno men. In het archiefschema komen de rubrieken 'Fabricage' en 'Laborato rium' wel voor, maar zij bevatten slechts weinig stukken van na 1929, en slechts een enkel van na 1938. Men mag aannemen, dat juist deze gegevens voor de bedrijven, die Taminiau hebben opgekocht, van een dusdanig belang waren dat zij uit het archief zijn gelicht, daar met name de receptuur en de totstandkoming daarvan voor de concurrentie geheim diende te blijven. Wanneer men de inhoud van de afdelingen of rubrieken vergelijkt, dan blijkt dat er nogal wat stukken niet naar archiefvormende afdeling, maar naar onderwerp zijn geplaatst. Onder de afdelingen Inkoop en Verkoop bevinden zich aldus inkoop- en verkoopboeken die structureel deel uitmaken van de boekhouding, en wel de chronologische boeken. De facturen en dergelijke heeft Mijland zeer terecht wel onder de boekhouding gerangschikt. De loonadministratie is, omdat dat bij Taminiau zo was geregeld, terecht onder 'Bedrijfsadministratie' geplaatst. (Bij andere instellingen vindt men deze ook wel als onderdeel van de boekhou ding.) Over de afdelingen of rubrieken verspreid bevinden zich dossiers, die waarschijnlijk door de directie zijn gevormd. Daartegenover bevindt zich in het onderdeel 'Directie' een aantal stukken, die op een bepaald onderwerp betrekking hebben onder de kop 'Geschillen': ook onder 'Verkoop' staan stukken over deze onderwerpen. Over 'Financie ring' en 'Eigendommen en duurzame productiemiddelen' komen op twee plaatsen stukken voor, daar Mijland niet onderwerpsgewijs geordend heeft maar volgens organisatie te werk is gegaan; en hetzelfde onderwerp kan op verschillende niveau's aan de orde komen. Volgens de bedrijfsorganisatie zijn onder 'Bedrijfsadministratie' geplaatst stukken betreffende prijscalculatie (1281 - 1283) waarin tevens recepten voor komen, en onder 'Fabricage' staan registers waarin de bedrijfsgang is geanaly seerd (1341 - 1345) en waarin de afdelingschef calculaties heeft bijgevoegd ten behoeve van zijn opgaven aan de bedrijfsadministratie. (Zou men onder werpsgewijs te werk gaan, dan moet men ze alle onder 'Fabricage/receptuur' bij elkaar voegen. Maar het gezichtspunt van de archiefvormer is uiteraard van groot belang ook voor de archiefgebruiker. Het maakt voor de waarde van de stukken groot verschil of een recept wordt geregistreerd met het oog op de bereiding van het product, kostprijsberekening, octrooi-aanvraag of een publikatie in een tijdschrift. Mijland maakt dergelijk onderscheid zeer te recht.) Aantekening verdient ook, dat alle correspondentie van afdelingen Ver koop en Inkoop en zelfs van het grootste deel van de directiecorrespondentie naar het administratie-onderdeel 'ingaande post-sorteren-archiveren' gaat (dit kan men concluderen uit de uitgebreide specificaties van afzenders/ge- adresseerden, die Mijland in zijn inventaris opneemt). Hier wijkt dus de orga nisatie van het archief af van die van het bedrijf. Ten slotte komen binnen het onderdeel 'Directie' formele onderscheidingen voor, die geen gelijksoortige vlaggen zijn op gelijksoortige categorieën: 3-0-1 en 3-0-2 zijn categorieën stukken: series van algemene aard; 3-0-3 en 3-0-4: on derwerpen en 3-0-5: categorie beheershandelingen. '1 Organisatie' vormt een onderwerp van bemoeienis van de directie en '2 Aandeelhouders' is een bestuurslaag binnen het bedrijf, waarvan het bijhouden van de administratie een directietaak vormt. Juist bij familie-Nv's is het gebruikelijk, dat er geen af zonderlijk secretariaat is voor de aandeelhoudersvergaderingen; de aandeel houders en de directeuren zijn immers veelal familieleden. Wij merken ook hier dat de organisatie, de hiërarchie van het bedrijf niet identiek is aan de ad ministratieve organisatie van het bedrijf. Wat zegt de archieftheorie over dit onderscheid? Volgens het Lexicon van Nederlandse archieftermen (12) is de ordening naar organisatie de methode om de afdelingen (16) te ontlenen, hetzij aan de organisatie van de archiefvor mende instelling hetzij aan de organisatie van de administratie van die instel ling. Paragraaf 16 van de Handleiding van Muller, Feith en Fruin geeft als lei draad op: 'de oorspronkelijke organisatie van het archief', dus de tweede helft 20 21

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1984 | | pagina 11