Als laatste stroming behandelt Schneiders de documentatiegedachte in het archiefwe zen. Daarin worden de loopbaan van J. A. Zaalberg en zijn bemoeiingen met de re gistratuur behandeld. Zaalberg was geen archivaris en met oude archieven had hij to taal geen ervaring. Hij werd geconfronteerd met de groeiende massa van de overheids administratie. Deze stelde duidelijk andere eisen aan een ontsluitingssysteem dan de traditionele archivistiek. Zaalberg ontwierp hiervoor het dossierstelsel, als ordenings systeem koos hij het decimale stelsel van Otlet. De rubriek 352 werd door Zaalberg ten behoeve van de registratuur verder uitgewerkt. Het uiteindelijke resultaat hiervan zou de code VNG worden, die in Nederland heden ten dage nog veel gebruikt wordt. Het wel en wee van de hier behandelde instellingen wordt door Schneiders niet beschre ven als op zichzelf staande activiteiten. Hij richt zich vooral op hun onderlinge samen hang. Uit het onderzoek dat de auteur verrichtte in de archieven der betreffende in stellingen, komen de onderlinge contacten duidelijk naar voren. Ondanks de misluk kingen belicht Schneiders ook het belang, dat deze ondernemingen voor de documentatiebeweging hebben gehad. Mensen als Otlet, Bijvanck en Zaalberg en de Royal Society hebben baanbrekend werk verricht. Hun streven vormde een basis, latere bibliografen konden op die basis succesvol verder werken. Zo wordt de geschiedenis van deze vier instituten beschreven als een samenhangende ontwikkeling. Het registra tuurstelsel en de UDC, beide nu nog veelvuldig gebruikt, worden gezien als rechtstreeks uitvloeisel van een brede internationale beweging. Dit alles is geplaatst tegen de achter grond van politieke verwikkelingen en economische vooruitgang in Europa. Zo is een buitengewoon boeiend geheel ontstaan, boeiend omdat het veel in een verband plaatst, dat we vaak apart zijn tegengekomen. Slechts enkele opmerkingen van ondergeschikt belang wil ik hierbij maken. Wat bij het lezen nogal stoort zijn de vele citaten, vaak gedeelten van zinnen, in Frans, Duits en En gels. Hoewel het soms zinvol is de oorspronkelijke woorden van een auteur te kennen, heeft dit toch iets illustratiefs; het grote aantal geeft de tekst een verbrokkeld karakter, of de auteur de autoriteit van de aangehaalde schrijvers nodig heeft om zijn beweringen te staven. Waar deze manier van stellen niet is toegepast, is een grotere afstand tot de tekst verkregen, wat veel autentieker aandoet. De ontwikkeling van de UDC, weliswaar minder geïnstitutionaliseerd, maar een onmiskenbaar uitvloeisel van deze beweging, die zich tot op vandaag de dag heeft weten te handhaven, wordt niet verder beschreven. Mogelijk valt dit buiten het kader van de titel. De historische inleiding van hoofdstuk I is te beknopt, voor niet-ingewijden is hij onduidelijk. Het is niet waar dat het aanleggen van verzamelingen in (gemeente-)archieven een streven is, dat aan het eind van de 19e eeuw opkwam in Duitsland (blz. 158). Dit kwam zeker in die tijd ook in Nederland voor, waarschijnlijk eerder. In het gemeentearchief van Amsterdam werd dit al op vrij uitgebreide schaal gedaan door Mr. N. de Roever, die van 1877 tot 1893 aan dat archief verbonden was.1 Bij de overzichtelijke tabellen van ingezonden kaartjes voor de ICSL miste ik een overzicht van alle gepubliceerde delen. Ter afsluiting is een personenindex opgenomen en een indrukwekkende literatuur- 1 De archieven van Amsterdam, Alphen aan den Rijn, 1981Overzichten van archieven en ver zamelingen in de openbare archiefbewaarplaatsen in Nederland, VIII. blz. 163/164. [414] lijst. Het boek is verkrijgbaar bij de Frederik Muller Academie te Amsterdam voor 25,of door overmaking van 30,op girorekening 343070 ten name van dr. P. Schneiders, Slochterenlaan 13 te Bussum. M. B. Lohmann-de Roever Wij ontvingen Inventarissen en andere archiefpublikaties Rijksarchieven1 Algemeen Rijksarchief Inventaris van gezantschapsarchieven van Coenraad van Heemskerck, voornamelijk van zijn gezantschappen naar de Duitse keizer (1690-1697), Turkije (1692-1694) en Frankrijk (1698-1701) door Theo Thomassen, Eerste Afdeling Algemeen Rijksarchief 's-Gravenhage 1983. Rijksarchief in Overijssel Inventaris van het familiearchief Heerkens (1371) 1614-1908 door mr. W. J. Meeuwis- sen, Rijksarchief in Overijssel, Zwolle 1982. Inventarissen van de archieven der Hervormde Gemeenten te Avereest door A. J. Men- sema, Ommerschans door A. J. Mensema, Wijhe door W. A. Hoffstadt en Zwartsluis door R. M. de Raat en W. A. Hoffstadt, Rijksarchief in Overijssel, Zwolle 1982. Rijksarchief in Gelderland Inventaris der archieven van de abdij van Mariënweerd (1248-1592) en de administra teur der Mariënweerdse goederen (1592-1623) door R. Kunst m.m.v. P. Moors, Rijks archief in Gelderland, Arnhem 1982. Inventaris van de archieven van de Uitgeversmaatschappij C. Misset N. V., van de Stichting Pensioenfonds C. Misset en van daarmee gelieerde fondsen en bedrijven door J. van Heil, Rijksarchief in Gelderland, Arnhem 1983. Van 1 januari tot 1 december 1983. Niet opgenomen zijn afleveringen van tijdschriften, jaar verslagen en publikaties, die reeds besproken of op andere wijze vermeld werden. 1 Voor het Rijksarchief in Friesland zie de onder Overige uitgaven geplaatste Quotisatie kohieren. [415]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1984 | | pagina 52