3'125 V 9 590 3.000 I 10.0002 5. samenstelling van de voor 1983 begrote uitgaven (x 1000) Al De He sH Le Zw salarissen ambt. 573 62% 758 62% 237 44% 541 57% 629 78% 757 64% personeel huisvestingskosten 144 16% 263 21% 175 33% 35 4% 80 10% 204 17% verbruiksart. 58 6% 78 6% 58 11% 37 4% 57 7% 67 6% overige kosten 146 16% 132 11% 63 12% 340 36% 40 5% 155 13% totaal 921 100% 1230100% 534 100% 953 101% 806 100% 1183 100% gemiddelde salaris kosten per formatie plaats 71 63 73 68 70 65 De totalen van de verschillende begrotingen lopen sterk uiteen. Verklaringen hiervoor kunnen worden gevonden in a. de omvang van het ambtelijk apparaat, b. het verschil in huisvestingskosten, c. de kapitaalslasten van voorgenomen investeringen (sH), d. de wijze van toerekening van kosten van b.v. de GG en GD, personeelszaken, e.d.. De in vloed van de post 'verbruiksartikelen' is te verwaarlozen. De huisvestingskosten van het Heerlense archief zijn geflatteerd, archiefdienst en mu seum zijn in één gebouw ondergebracht en voor het museumgedeelte zijn aanzienlijke subsidies verkregen, hetgeen natuurlijk van invloed is op de exploitatie van het totaal. 6. samenstelling van de post 'verbruiksartikelen bibliotheek atlas foto's microfilm xerokopieën restauratie kantoorbehoeften, drukwerk e.d. educatieve activiteiten totaal gemiddelde per ambtelijke formatie plaats gemiddelde per medewerker 1 inclusief bindkosten 2 inclusief loonkosten Al De He 9.375 6.260 8.160 0 2.660 13.5002 19.620' 8.400 6.515 10.000 8.380 0 12.500 21.770 20.000 0 20.810 0 57.620 77.870 58.175 7.113 6.489 17.900 4.398 3.245 4.231 sH Le Zw 7.000 8.850 10.000 2.000 2.500 6.000 i 17.000 18.000 0 j 10.800 7.000 8.800 1.500 7.000 1 11.750 l 22.500 8.280 29.000 0 0 1.000 37.280 57.150 84.550 4.779 6.350 7.289 2.359 5.341 4.427 De feitelijke armslag van een archiefdienst wordt door het voor 'verbruiksartikelen' besteedbare bedrag bepaald. Zijn de posten huisvesting en personeel voorwaarden scheppend, de post verbruiksartikelen bepaalt de dagelijkse mogelijkheden voor het functioneren van de dienst en van de medewerkers, en daarmee in feite in belangrijke mate de kwaliteit van de eerste en de arbeidsvreugde van de laatsten. [368] Naarmate het besteedbare bedrag kleiner wordt, wordt de inventiviteit van de mede werkers weliswaar meer geprikkeld, maar overmatige prikkeling leidt tot produktie- en kwaliteitsverlies. Vrijwel elke met bezuinigingen geconfronteerde archivaris zal tot de conclusie komen dat deze post de enige feitelijk beïnvloedbare is. Immers, de huisvestingskosten ontwik kelen zich voortaan autonoom (de kosten voor energieverbruik waren al zoveel moge lijk omlaag gebracht, inkomsten uit verhuur zijn meestal onmogelijk). De enige 'winst' kan dan nog worden gehaald of uit vermeerdering van de bescheiden inkomsten (weinig zinvol gezien de vaak hoge perceptiekosten en de laagte van het maximaal te innen be drag), of uit vermindering van de personeelskosten. Maar loopbaanplanning en leef tijdsopbouw leiden ook hier vrijwel steeds tot autonome groei. Alleen door vermindering van het aantal personeelsleden kunnen dan nog de kosten worden verminderd. Op grond van de geconstateerde toename van de werkbelasting (stijgend aantal bezoekers, groei van de omvang van de archieven en verzamelingen, een onder invloed van de werkloosheid stijgend aantal hulpkrachten met de bijbehoren de noodzaak van begeleiding) zou echter juist tot uitbreiding van het personeelsbestand moeten worden besloten. De archivaris blijft uiteindelijk niets over dan de post verbruiksartikelen te verlagen, in de hoop door verschuivingen en door uitstel van vervangingsbestedingen de dienst zo goed mogelijk draaiende te kunnen houden. Ervaringscijfers wijzen uit dat de 'omzet' per ambtelijke medewerker gewoonlijk groter is dan die per hulpkracht. Zij wijzen eveneens uit dat drie diensten (Al, He, Le) over re delijke bedragen per medewerker kunnen beschikken, dat twee diensten op de rand van het bestaansminimum balanceren (De, Zw) en dat één dienst ver beneden het bestaansminimum verkeert (sH). 7. oppervlak en inhoud van het gebouw en huisvestingskosten Al De He sH' Le' Zw oppervlak in m2 1236 1771 1671 600 (2150) 1050 (1220) 2200 inhoud in m3 5467 6986 2200 (8000) 3300 (4300) 6055 oppervlak depot in m2 1026 1077 200 600) 350 530) 849 capaciteit depot in m' 1200 3753 7200 1400 (6000) 1100 (2800) 3700 huisvestingskosten (x 1000) 144 263 175 35 590) 80 204) 204 kosten per m2 117 149 105 38 275) 76 167) 92 1 tussen haakjes zijn de voor 1985 geldende cijfers opgenomen. Het verschil in de huisvestingskosten per m2 wordt verklaard door het stichtingsjaar en de stichtingskosten van het gebouw. De invloed van het energieverbruik werd niet on derzocht. Vergelijking met tabel 2 wijst uit dat op dit moment drie diensten met een ge brek aan depotruimte te kampen hebben (Al, sH, Le). Gezien de bouwplannen in 's-Hertogenbosch en Leeuwarden is er alleen voor Alkmaar voor de naaste toekomst sprake van een chronisch gebrek aan depotruimte. Wel kan worden voorspeld dat naast [369]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1984 | | pagina 29