II
ti s 11S
Het lag aanvankelijk in de bedoeling van de Bank Indonesia, dat ook de restanten van
de periode 1953-1978 volgens de SKBI-methode zouden worden herordend. Dit on
danks het gegeven, dat gedurende deze periode de methode van De Javasche Bank nog
werd toegepast. Aan het archief van DJB lag een seriestelsel ten grondslag. Van zulk
een stelsel is sprake, wanneer formeel gelijksoortige stukken zoveel mogelijk bij elkaar
in het archief worden afgelegd. Bijvoorbeeld: alle correspondentie van het Hoofdkan
toor te Batavia van/aan de Agentschappen werd bijeen gerubriceerd, ongeacht het on
derwerp van de betreffende stukken.
De Bank Indonesia ging er bovendien van uit, dat het projekt 'ordenen, inventariseren
en evalueren van de archieven van De Javasche Bank (1823-1953)' nuttige diensten zou
kunnen bewijzen bij het overwinnen van de moeilijkheden, die invoering van het SKBI
ongetwijfeld met zich mee zou brengen. Bovendien zou op deze wijze ook know-how
worden verkregen t.b.v. het omwerken van 'serie' naar 'onderwerp', nodig voor het ar
chief tot 1978.
Een eerste, min of meer beslissende stap werd gezet in 1980, toen de Bank Indonesia,
bij monde van de directrice van het Arsip Nasional, aan de Nederlandse Stuurgroep
van het Programma Indonesische Studiën (gefinancierd door het Kultureel Akkoord)
om bemiddeling verzocht bij het aantrekken van een economisch historicus, teneinde
de (Nederlandstalige) archieven van De Javasche Bank weer toegankelijk te maken.
Een klein jaar nadien bereikte de Nederlandse Stuurgroep een formele aanvraag van de
Indonesische counterpart, waarin werd verzocht om de beschikbaarstelling van schrij
ver dezes, macro-econoom van origine en uit hoofde van werkzaamheden in het kader
van de serie 'Changing Economy in Indonesia: A Selection of Statistical Source Materi
al from the Early 19th Century upto 1940'9 vertrouwd geraakt met de monetaire ge
schiedenis van Indonesië.
In genoemde aanvraag werd tevens zeer terecht nog gewezen op de noodzaak om,
alvorens daadwerkelijk met de werkzaamheden te beginnen, enige elementaire kennis
op te doen op het gebied van de archivistiek. Het ordenen van een archief en het ver
vaardigen van een inventaris (het logische sluitstuk daarop) vereisen immers een speci
fieke deskundigheid, die men als niet-archivist zeker niet in huis heeft.10
Het element kennisoverdracht heeft in het projekt voortdurend op de voorgrond
gestaan. Voor de Bank Indonesia was van wezenlijk belang, dat door intensief overleg
en samenwerking werd bereikt, dat enerzijds het archiefpersoneel na voltooiing van het
projekt goed zou kunnen omgaan met het geordende archief, en dat anderzijds de sleu
tels werden gevonden waarmee de invoering van het SKBI voor de periode 1953-1978
soepel zou kunnen geschieden.
9 Zie noot 5.
10 De gelukkige omstandigheid deed zich voor, dat Drs. F. G. P. Jaquet, een ervaren archivist en
Indonesië-kenner in Leiden, bereid bleek om mij met talrijke aanwijzingen enigszins op weg te
helpen. Van Jaquet werden ook praktische adviezen met betrekking tot de ordening van het
archief ontvangen.
Voorts werd dankbaar gebruik gemaakt van de ter plekke ontvangen deskundige begeleiding
van het Arsip Nasional, met name van Mr. Machfudi Mangkudilaga en van Drs. Djoko
Utomo.
[286]
ifeaasiiMÉÉBSl
Afb. 7 Het hoofdkantoor van De Javasche Bank te Batavia in 1928.
Welnu, de feitelijke uitvoering van het projekt vond plaats in de maanden mei-septem-
ber 1981 en mei-juli 1982. In deze maanden werd inderdaad zeer nauw samengewerkt
met functionarissen van de Bank Indonesia. Ca. dertig personen zijn bij de uitvoering
betrokken geweest, waarvan sommigen vrijwel dagelijks.
Het eigenlijke archiefwerk en de nieuwe inrichting
Het grootste deel van het archief werd aangetroffen in allerlei hoeken en gaten van het
gigantische gebouw waarin vóór 1953 het hoofdkantoor van De Javasche Bank was ge
vestigd. Dit gebouw is gelegen in Jakarta-Kota, in de koloniale periode Batavia's bene
denstad geheten. Ook elders in de hoofdstad werden nog deelarchieven gevonden, o.a.
in het huidige hoofdgebouw van de Bank Indonesia aan de Jl. Thamrin. Tenslotte le
verden bezoeken aan resp. Semarang, Surabaya, Bandung, Padang, Medan en Menado
in totaal nog voor ca. 40 strekkende meter aan waardevol archiefmateriaal op.
Alle archiefbestanddelen die zich buiten het voormalige hoofdkantoor bevonden, wer
den ter plekke geïnventariseerd en geselecteerd en vervolgens naar het 'Kota-gebouw'
getransporteerd, waar een centrale werkruimte was ingericht.
Teneinde een totaaloverzicht van het archief te krijgen, werd ieder afzonderlijk ar
chiefstuk op een systeemkaart (fiche) beschreven. Op deze fiches werden een aantal
kenmerken beschreven, zoals: redactionele vorm, inhoud, ontwikkelingsstadium, date
ring en uiterlijke vorm.
Tijdens deze eerste bewerkingsfase bleek al spoedig, dat het archief voor het grootste
[287]