Tenslotte moet de vraag gesteld worden of de reorganisatie van de departementale besturen gebracht heeft wat men er van verwachtte. Kreeg de centrale overheid meer greep op wat er in de departementen gebeurde door de invoering van een in feite een hoofdig bestuur in de departementen en een althans op papier sterke controle van bovenaf? Leverde de reorganisatie inderdaad de verwachte bezuinigingen op? Wanneer men de archieven van de landdrost van Maasland oppervlakkig bekijkt, krijgt men de indruk, dat de opdrachten van de centrale overheid redelijk goed werden uitge voerd. Toch was er kritiek op het functioneren van de departementale besturen. Gogel klaagde over het voortduren van het federalisme: .on trouve le triomphe du féderalisme La principale cause de ce relachement se trouve dans la complaisance des land- drosts, quartier-drosts, magistrats et autres, l'un envers l'autre. L'on se ménage réci- proquement pour raison de relations, de système, esprit de familie ou intéret. L'on pré- fère de s'écarter du système monarchique, que de se brouiller avec des anciens puissans seigneurs et la classe patricienne, qu'on tient seule en vénération. C'est un mal contre le rémède est difficile a trouver45 Is de nieuwe wet op de departementale besturen van 20 april 1809 een poging om toch een remedie te vinden?46 In ieder geval kreeg de ko ning nog meer invloed in de gang van zaken in de departementen dan hij al had. Asses soren en kwartierdrosten waren geen vast onderdeel meer van het departementaal bestuur, maar konden door de koning aangesteld worden, indien hij dat nodig achtte. De koning kon in ieder departement een adviesraad bijeenroepen, wanneer hij dat wil de. Deze departementale raad had geen bevoegdheden en de leden ontvingen geen on kostenvergoeding (art. 4). De koning zou de werkzaamheden van de landdrosten in het vervolg bepalen (art. 6). De koning maakte althans in Maasland geen gebruik van deze bevoegdheden: assessoren en kwartierdrosten bleven gewoon doorfunctioneren en van een departementale raad zijn geen sporen te vinden. In het kader van dit artikel kan geen antwoord gegeven worden op de vraag waarom dat zo was. Evenmin kan antwoord gegeven worden op de vraag waarom men ogen schijnlijk geen pogingen heeft gedaan de kosten van de departementale besturen binnen de perken te houden, ondanks de klacht van Röell, dat 1'administration des dé- partements est bien plus chère maintenant qu'autrefois'47 Verder onderzoek zal op deze vragen antwoord moeten geven. Hier kan slechts geconstateerd worden, dat het erop lijkt, dat de reorganisatie van het bestuur in de departementen op grond van de wet op de departementale besturen van april 1807 niet lijkt te hebben gebracht wat men ervan verwachtte. M. Bruggeman Vrije Universiteit Amsterdam 45 H. T. Colenbrander, Gedenkstukken der algemeene geschiedenis van Nederland van 1795- 1840 ('s-Gravenhage, 1910) V, le stuk, 416; Gogel aan de koning, 13 mei 1808. 46 Koninklijk decreet, 20 april 1809. 47 A.R.A., Archief Röell, 55; Rapport au Roi sur la situation actuelie de la Hollande er des moy- ens d'y porter changement, 1808. [272] Bijlage Administratie Maasland48 Generale Secretary 1 chef de bureau 2400 1 chartermeester 1400 1 expediteur 1400 ordinaire klerken, extroardinaire schrijflonen en renumeratiën 12000 1 assistent voor de expeditie 600 Bureau van Politie en Oeconomie 1 chef de bureau 2000 1 commis 1600 een tweede commis 1400 Divisie van Finantiën 1 chef de division 3000 1 chef de bureau 1800 2 commisen 3200 Bureau van remissiën, patenten, verponding, zegel, successie en bailluwrekeningen 1 chef de bureau 2000 1 eerste klerk 1200 Bureau van beschreven en onbeschreven middelen 1 chef de bureau 2000 Provisioneel bureau tot afdoening van oude finantiële zaken van het voormalig departement Holland 1 chef de bureau 2000 1 boekhouder 2200 klerken 4400 Bediendens 1 kamerbewaarder 1000 1 contrarolleur der bodens 900 7 bodens 5600 48 A.R.A., Binnenlandse Zaken, 592, Verbaal minister van binnenlandse zaken, 24 december 1807, no. 14. [273]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1983 | | pagina 29