hem te verdwijnen. De tweede betekenis die Van Dale geeft onder briefwisseling duidt niet op een handeling doch geeft een omschrijving als gedefinieerd, aldus Bordewijk13. In verband met de ingekomen reacties op verbaal (22), verduidelijkt drs. R. M. E. Raaff dat de definitie geënt is op het verbaalstelsel 1823. Een probleem hierbij is dat de verbalen die rond 1800 in zwang waren geen eer wordt aangedaan door de definitie. Raaff zegt de vergadering toe de volgende suggestie in te zullen brengen in de commis sie: Een verbaal is een serie (19) van de op één dag of in één zitting vastgestelde minuten (96) van besluiten (43) met eventueel daarbij gevoegde bijlagen (24), en voor kennis geving aangenomen ingekomen stukken.14 Mr. W. Downer vraagt waarom het gebruik van de term bundel in de toelichting op dossier (23) wordt ontraden. Bordewijk verduidelijkt dat deze term in beschrijvingen niet gebruikt dient te worden, maar dat in zo'n geval de beschrijving aanvangt met: 'Stukken betreffende...', en als materiële omschrijving gebruikt men 1 pak of 1 om slag. Den Draak merkt op dat een dossier zowel ingekomen als minuten van uitgaande stukken kan bevatten. Uit de definitie blijkt echter dat het ofwel het een of het ander is. Bordewijk zegt toe de definitie als volgt aan te passen: ...ontvangen en/of opgemaakt., f*. Vervolgens vraagt Van Heel of de commissie charters (26) zonder zegel niet als charters beschouwt. Bordewijk antwoordt dat dit goed begrepen is. Zo'n archiefstuk is als een stuk te beschrijven. Van Heel stelt dat dit in de praktijk van het beschrijven problemen zal geven. Vele archieven bergen namelijk hun charters ongeacht of ze een zegel hebben apart op in een charterverzameling. Bordelijk stelt dat dit probleem een organisatorisch probleem is. Wat de definitie betreft is in deze gekozen voor de definitie uit de NAT. In de definitie van kaartsysteem (33) wil Van Heel 'in een bepaalde volgorde' \ervangen zien door in een systematische volgorde'. De commissie heeft hier voor bepaalde geko zen om het woord systematische niet voor de derde keer in de definitie te laten voor komen. 13 Van Date. Groot Woordenboek der Nederlandse Taal; onder red. van C. Kruyskamp. 10e. s-Gravenhage, M. Nijhoff, 1976. Deel I, blz. 403: Briefwisseling, 2. verzameling gewisselde brieven. 14 De definitie is na een uitvoerige discussie geworden: Een verbaal is een serie (19) van de op één dag, of in één zitting, vastgestelde minuten (96) van besluiten (43), al dan niet met bijlagen (24), en van voor kennisgeving aangenomen ingekomen stukken. De toelichting op de term wordt nader aangepast. De ter vergadering toegezegde toevoeging wordt weer ingetrokken, daar deze toevoeging bij nader inzien overbodig bleek. In de toelichting wordt opgenomen: Het gebruik van de term bundel is verouderd. Wat de toelichting op de term formulier (36) betreft, merkt Nagelhout op dat daarin duidelijk vermeld zou moeten worden dat de definitie alleen toepasbaar is op nog niet ingevulde formulieren. De zinsnede 'moet worden aangevuld' brengt dit met zich mee. Bovendien verkrijgt het formulier door invulling een bepaalde functie en dient dan ook beschreven te worden met een van de termen 3893. Nagelhout en zijn collega's van de CAS vragen zich bovendien af of een niet ingevuld formulier wel een archiefstuk is. Bordewijk antwoordt dat Nagelhout de bedoeling van de commissie juist heeft begre pen. Hetgeen hij echter aandraagt vindt de commissie meer stof voor een handboek. Als volgende discussiepunt komt de term akte (38) aan de orde. Meeuwissen reageert vooraf op enkele vragen die ook aan de orde zijn gekomen bij de behandeling van de algemene opmerkingen op het Lexicon. Hij zegt nagedacht te heb ben over het 'wachtkamer'-idee van Ketelaar en daarvoor wel iets te voelen. Bordewijk wil nog even duidelijk stellen dat in de toelichting specifieke termen op het gebied van het recht zijn opgenomen, aangezien juist in archieven stukken uit dit vakgebied veel vuldig voorkomen. Dit is eigenlijk tegen het principe van de commissie, die geen speci fieke termen wil opnemen. Bezien zal worden of in de inleiding op het Lexicon hierop nog nader kan worden ingegaan. Ketelaar concludeert dat de commissie zich hierdoor een brevet van onvermogen heeft gegeven. De commissie heeft volgens hem slechts de keuze tussen het weglaten van de opgenomen termen, of het definiëren van de in de toelichting opgenomen termen. Bor dewijk merkt op dat ook bewijzen van onvermogen kunnen worden uitgegeven, doch dat dit buiten het kader van deze discussie valt. Bordewijk vraagt de aanwezigen om een uitspraak met betrekking tot het wel of niet opnemen van termen in de toelichting op akte. Hartong pleit voor het opnemen van de termen maar dan wel met definities. Van der Ploeg pleit voor het opnemen van al deze sub-termen in een deel drie van het Lexicon waarin die termen dan gedefinieerd kunnen worden. Den Teuling merkt op dat hij de toelichting onevenwichtig vindt ten opzichte van de toelichtingen op de termen 77 en volgende. Hij wenst meer eenheid in de gegeven toelichtingen. Lievense zegt de zaak wat genuanceerder te willen benaderen. Zij zag wel graag definiëring van de termen op genomen onder 38. Bij de eindeloze opsomming van termen in de toelichting op bij voorbeeld 77 heeft zij geen behoefte aan een definiëring. Bordewijk zegt toe dat de commissie zich nader zal beraden over de gedane suggesties16. In de definitie van protocol (39) is in Elseviers' Lexicon een passage opgenomen met be trekking tot de authenticiteit daarvan, aldus Van Heel. Hij mist dit in de door de com missie gegeven definitie en toelichting en verzoekt om dit alsnog op te nemen, ook al in verband met de afwijkende betekenis in het notariaat. Wieland beaamt dat te overwe gen valt of de toelichting in deze zin is aan te vullen17. 16 Besloten is om de opbouw van de toelichting te handhaven. Het aantal opgenomen termen zal daarin echter drastisch worden beperkt. De laatste drie zinnen van de toelichting zullen verval len. 17 De commissie acht een aanvulling in deze zin niet noodzakelijk. [272] [273]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1982 | | pagina 9