deelten van de zittingen. Alle opnamen worden gesteld onder het beheer van de archiva
ris. In een speciaal gecreëerde dependance van de parlementaire archieven kunnen de
opnamen beluisterd worden, zowel door leden van de beide Huizen als door onderzoe
kers. De auteur gaat in dit artikel nader in op deze vormen van gebruik zowel als op de
condities voor de bewaring van de geluidsdocumenten.
Deel 6, aflevering 7, April 1981
Jeffery R. Ede, The International Council on Archives, thirty years in retrospect.
Deze bijdrage wordt gevormd door de voor de druk aangepaste tekst van een toespraak
gehouden in de algemene vergadering van de Society of Archivists ten tijde van het In
ternationale Congres te Londen in 1980. De kort voor die tijd gepensioneerde directeur
van het Public Record Office probeert door middel van een geslaagde terugblik puttend
uit zijn persoonlijke ervaringen iets van de geest en de bezieling van de gedachten achter
de I.C.A. op zijn gehoor over te dragen. Het is een zeer interessante bijdrage geworden.
Ik beperk me tot twee punten. In de eerste plaats is het onthullend om te lezen hoe ver
beten in de naoorlogse jaren de strijd is geweest tussen de Engelsen (sir Hillary Jenkin-
son) en de Fransen (Charles Samaran en Charles Braibant) om de leiding binnen de
nieuwe internationale organisatie. In de tweede plaats kan men alleen maar de mening
van Ede delen wanneer hij zijn treurnis tot uitdrukking brengt over de verpolitisering
van de Table Ronde, waar de oorspronkelijke vrije discussie is vervangen door veelal
obligatore verklaringen.
Duncan Chalmers, Computer indexing in the Public Record Office (p. 399—413).
Sinds het midden van de jaren 1960 experimenteert het P.R.O. met de inschakeling van
de computer ten behoeve van de indicering. Naast het P.R.O. namen ook andere instel
lingen aan het experimenteren deel. In 1974 werd het advies van de Centrale Computer
Agency gevolgd om een adviesbureau in te schakelen voor de beoordeling van het meest
geschikte systeem. Dit leidde tot de aanbeveling om het Precis (Preserved Context
Indexing System) systeem, dat ontworpen was voor de British National Bibliography,
voor het P.R.O. aan te nemen en verder te ontwikkelen.
Een nadere beschrijving van het systeem en de toepassing volgen in het tweede deel van
dit artikel.
Audry Linkman, The Manchester Studies Archive Retrieval Project (p. 414—422).
Deel 6, aflevering 8, October 1981
C. R. Cheney, On the acta of Theobald and Thomas, archbishops of Canterbury
(p. 467—481)
Deze diplomatieke studie beschrijft de periode van 1145 tot 1170, het jaar waarin
Thomas Beckett werd vermoord. Het doel was om grotere zekerheid te verkrijgen over
de vraag van wie van beide bisschoppen bepaalde akten zijn uitgegaan. Immers van bei
den begint de naam met een 'T' en vooral van Beckett zijn weinig (nog maar vier) origi-
[382]
nele oorkonden bewaard gebleven, zodat het onderzoek voornamelijk gebaseerd was
op overgeleverde afschriften.
Op grond van de gebruikte titulatuur kan in akten waarin de oorkonder met de hoofd
letter T wordt gebruikt thans met grote zekerheid gezegd worden wie van beide dignita
rissen de oorkonder is geweest.
C. D. Chalmers en J. B. Post, A flexible system for the cumulative general index
(p. 482—492).
In deze bijdrage wordt het werk beschreven aan de algemene index op het archiefbezit
van het Public Record Office die moet dienen als toegang op de bestaande bijgewerkte
gidsen te weten de gedrukte driedelige Guide to the Contents of het Public Record Offi
ce (19631968) en de 2-delige gids uit 1923/1924 waarvan niet alle gegevens in de jon
gere waren opgegaan. Voor deze onderneming wordt geen gebruik gemaakt van het
Precis-systeem, dat ingesteld is op de behoefte om individuele archiefstukken te indice
ren, maar van het meer algemene Prospec-systeem.
D. S. Porter, The Law of Copyright relating to the photocopying of unpublished
manuscripts (p. 493497).
De relevante wetsartikelen, daterend uit 1956, worden door de auteur beschreven. Naar
zijn mening zijn ze niet na te leven. Hij wordt in zijn oordeel gesteund door de uitspra
ken van een commissie ingesteld om de toepassing van de wet te beoordelen. Hij bepleit
adhesie voor de veranderingen en liberaliseringen ten behoeve van de beheerders van
manuscripten en sluit daarmee aan op een algemeen standpunt door de Vereniging van
Archivarissen naar voren gebracht.
B. W.
Archivum
Eind maart 1982 verscheen van Archivum, revue internationale des archives, publiée
par le Conseil International des Archives avec le concours financier de l'UNESCO, vol.
XXVIII. Het is gewijd aan de archiefwetgeving, zoals die zich in de verschillende lan
den ontwikkeld heeft tussen 1970 en 1980. De oudere wetten op dit gebied werden in de
periode 1971-1973 gepubliceerd in de volumes XVII tot en met XXI1, gedateerd 1967-
1971waarbij de oudste wet de Franse van 1794 was. Op 3 januari 1979 kwam een nieu
we Franse archiefwet tot stand, gevolgd door enige decreten over diverse onderdelen
van het archiefwezen. Ook in negentien andere landen werd tussen 1970 en 1980 een ge
heel nieuwe archiefwetgeving ingevoerd, te weten in Algiers, Andorra, Bahamas, Bots
wana, Brazilië, Bulgarije, Cameroen, Joegoslavië, Libanon, Liberia, Liechtenstein,
Malawi, Roemenië, San Marino, Senegal, Sri Lanka, Tsjechoslowakije, Turkije en
Zaire.
1 Volume XVIII van 1968, gepubliceerd in 1970, hoort niet bij de reeks; het bevat het verslag
van het Zesde Internationale Archiefcongres in Washington, 3-7 september 1968.
[383]