SUMMARY The author describes the creation of the Presidential Records Act 1978 in the United States of America. This Act was created as a result of the differences of opinion on the property of the records of former president Richard M. Nixon. Till 1974 the records of a President were thought to be private property. For fear of a possible destruction of evidence to be used in the Watergate trials Congress passed the Presidential Recordings and Materials Preservation Act 1974. This Act declared the records of former President Nixon to be Federal property. In 1977 the Supreme Court upheld its constitutionallity in Nixon versus the Administra tor of General Services. This Act as well as the Final Report of the National Study Commission on Records and Documents of Federal Officals became the basis for the Presidential Records Act 1978. In his conclusion the author writes about the problem of loss of private records of poli ticians and public servants and furthermore mentions Israel's solution to this problem. [358] Caspar van Heel en holle boomstammen Het stemt mij tot grote voldoening dat ik eindelijk in 1982, na ruim 39 jaren archief dienst en bijna twee jaren pensioen, met twee artikelen tegelijk in het 'Nederlands Ar chievenblad' vermeld sta. Kollega Fasel wil ik van harte dank zeggen, omdat hij het aandurft om publiekelijk op te komen voor de ernst van mijn studies. Kollega Caspar van Heel heeft mijn boek met 'ergernis en tegenzin' gelezen. Het zij zo! Het is niet de bedoeling, op alle onderdelen van zijn recensie te reageren. Ik wil alleen de ergste mis vattingen weerleggen, voornamelijk om te voorkomen dat ze bij anderen de indruk wekken dat het zinnige opwerpingen zijn. Laat ik mijn ergste grief maar meteen spuien. Van Heel had mijn 'Vraagstukken in de historische geografie van Nederland' 1965/66, 580 blz. moeten recenseren. 'Holle Boomstammen' is een populaire bewerking van dat boek, wat Van Heel trouwens zelf schrijft. Voor een recensie in het 'Nederlands Ar chievenblad' behoort een wetenschapper m.i. naar de wetenschappelijke editie te grij pen, omdat in 'Vraagstukken alle teksten staan, mèt de Duitse en de Franse vind plaatsen. Dan had Van Heel ook niet de laster behoeven te herhalen, dat ik geen bron nen geef. Ik heb nergens essentiële gegevens weggelaten, zoals Van Heel op blz. 238 beweert. In 821 gaat de keizer van Aken over de Maas naar Noviomagus. Indien het Van Heel een raadsel is, hoe je van Aken over de Maas naar Noyon kunt komen, dan is het voor mij een raadsel hoe je van Aken over de Maas in Nijmegen kunt geraken, daar geen van de drie plaatsen aan de Maas ligt, en de tekst helemaal niet over de richting spreekt. In bei de gevallen, of 't nu Noyon of Nijmegen is, zijn delen van de reis over land inbegrepen geweest, waarover de kroniekschrijver niet spreekt. Doch als men vooropstelt, dat 't Nijmegen is geweest, komt men tot een opwerping die geen hout snijdt, en zelfs mislei dend is, niet alleen omdat voor Noyon delen van de reis over land worden verworpen (wat even zo vrolijk voor Nijmegen wèl wordt aangenomen), maar tevens omdat een zestal teksten, die Noviomagus aan de Oise noemen, door Van Heel worden over geslagen. En geloof me nu maar als ik zeg, dat 't altijd hetzelfde Noviomagus is. Histo rische geografie is heel wat anders dan het goochelen met één tekst en het straal negeren van andere, die heel wat betere en heel wat duidelijker geografische bijzonder- [359]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1982 | | pagina 52