Archiefenquête 1980; enkele voorlopige uitkomsten1 Inleiding In 1978 werd voor de eerste maal door het C.B.S. een enquête gehouden onder de be heerders van overheidsarchiefbewaarplaatsen. Deze enquête had betrekking op de situ atie in 1977. In de loop van 1980 kwamen de definitieve uitkomsten daarvan beschikbaar2. De ervaringen met deze eerste enquête hebben een rol gespeeld in het overleg met verte genwoordigers uit de archiefwereld over de opzet van de tweede enquête. Een belangrij ke aanvulling is dat thans ook de waterschappen in het onderzoek zijn betrokken. Maar verder zal in dit artikel niet uitgebreid op de verschillen in vraagstelling met de enquête van 1977 worden ingegaan. Deze komen in de publikatie met definitieve uitkomsten, welke in voorbereiding is, aan de orde. Doel van dit artikel is het bekend maken van enkele van de belangrijkste uitkomsten en het aangeven van enkele ontwikkelingen t.o.v. 1977. Daaraan voorafgaand zal een be knopte schets van de structuur van het archiefwezen van de overheid worden gegeven. Ook wordt kort ingegaan op de opzet van dit onderzoek en wordt een verantwoording gegeven. De organisatie van het Nederlandse archiefwezen bij de overheid Het openbare archiefwezen in Nederland is geregeld bij de Archiefwet van 1962. Deze wet kent drie categorieën archiefbewaarplaatsen waarnaar de archieven van de verschil lende overheidsorganen worden overgebracht: die van het Rijk, van de gemeenten en van de waterschappen. Het betreft hier bewaarplaatsen voor die archiefbescheiden, die voor de dagelijkse taakvervulling van overheidsinstanties, -diensten en -bedrijven niet meer nodig zijn. Overbrenging is verplicht voor archiefstukken die ouder zijn dan 50 jaar. Tenzij anders bepaald, worden zij na de overdracht openbaar. Rijksarchieven - in het Algemeen Rijksarchief in 's-Gravenhage worden de archieven bewaard van overheidsorganen, waarvan de functies zich over het gehele rijk hebben uitgestrekt of uitstrekken; 1 Deze bijdrage is samengesteld door drs. J. Singeling, Centraal Bureau voor de Statistiek te Voorburg. Zij verscheen eerder in het Sociaal-cultureel kwartaalbericht 1982, jaargang 4, no. 3. 2 C.B.S., 'Archieven 1977', 's-Gravenhage, 1980. - in de rijksarchieven in elke provinciehoofdstad worden de bescheiden beheerd van provinciale organen en van de in die provincie gevestigde rijksorganen; het Alge meen Rijksarchief fungeert tevens als rijksarchief in de provincie Zuid-Holland. Gemeente- en waterschapsarchieven Gemeenten en waterschappen wijzen elk voor hun over te brengen archiefbescheiden een bewaarplaats aan. Daarbij kan een gemeenschappelijke regeling worden getroffen. Zo'n archiefbewaarplaats wordt beheerd ofwel door een archivaris, ofwel door de se cretaris van de betreffende gemeente of waterschap. Hierdoor ontstaan verschillende typen archiefbeheer op lokaal en regionaal niveau: - beheer door archivaris van een eigen archiefdienst: gemeente-archieven en waterschapsarchieven; - beheer door archivaris van een gemeenschappelijke archiefdienst, hierbij zijn twee varianten te onderscheiden: - streekarchieven: de bescheiden worden gedeponeerd in een gemeenschappelijke bewaarplaats; - streekarchivariaten: de bescheiden worden niet centraal bewaard, maar elke overheid heeft haar eigen bewaarplaats; - beheer door secretaris van gemeente of waterschap. Voor een uitgebreider overzicht van het archiefwezen wordt verwezen naar de publika tie 'Archieven 1977'3 Opzet en verantwoording van het onderzoek Gekoppeld aan de wijze waarop het beheer over de archieven is geregeld zijn een tweetal vragenlijsten gehanteerd: een beknopte voor gemeenten en waterschappen zonder archi varis en een uitgebreidere voor archiefdiensten die onder leiding staan van een archivaris. De vraagstelling is ontworpen in overleg met vertegenwoordigers van de archiefwereld en heeft betrekking op het werk in 1980 of de situatie per 31 december van dat jaar. De formulieren werden mei 1981 uitgezonden. De hier gepresenteerde gegevens hebben ten dele nog een voorlopig karakter, omdat inmiddels nog enkele ingevulde vragen lijsten zijn ontvangen. Ook bij deze enquête is nl. weer gebleken dat vooral de streekar chivariaten moeite hebben om de gevraagde gegevens te verstrekken. Doordat de ar chiefbewaarplaatsen bij de deelnemende gemeenten en waterschappen blijven, is het moeilijker voor het streekarchivariaat om een totaaloverzicht te verstrekken.4 Om aan deze problemen tegemoet te komen konden de antwoorden van vragen die in het bij zonder betrekking hebben op de verschillende bewaarplaatsen (bijv. archiefbescheiden en verzamelingen) worden ingevuld op (eenvoudige) vragenlijsten voor gemeenten zon der archivaris. Dit diende dan wel pèr deelnemende gemeente en waterschap te gebeu ren. Kennelijk is deze aangepaste opzet van het onderzoek niet voldoende geweest. Ook beperkte personeelscapaciteit speelt een rol in het niet (tijdig) kunnen invullen van de gevraagde gegevens. 3 C.B.S., o.c. blz. 6-8. 4 C.B.S.o.c. blz. 11. [302] [303]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1982 | | pagina 24