Slotbeschouwing In één van de colleges tijdens de stage werd opgemerkt dat de archivaris niet alleen tot taak heeft de archiefwet uit te voeren. Veel meer dan als uitvoerder van deze wet ziet de Franse archivaris zich dan ook als wetenschapsbeoefenaar en 'cultuuroverdrager' in ruimere zin. Vanuit een sterk wetenschappelijk gerichte opleiding streeft hij er naar zich door lezing van kranten, tijdschriften, wetenschappelijke publicaties, activiteiten in verenigingen op nationaal en internationaal gebied op de hoogte te houden van nieuwe tendenties in het wetenschappelijk onderzoek, en de toepassing van andere technieken. Met behulp van die kennis maakt hij nadere toegangen op het archiefbestand in de vorm van indi ces, tableaux méthodiques etc., die de onderzoeker van veel nut kunnen zijn maar hem weinig ruimte overlaten tot het ontplooien van eigen initiatieven bij zijn studie. De wetenschappelijke aanpak manifesteert zich ook in de analytische beschrijving van archiefstukken, waarbij uit perfectionistische overwegingen soms stukken worden gein- diceerd die tijdens de Tweede Wereldoorlog vernietigd zijn. Als wetenschapsbeoefenaar kan de archivaris zich het recht voorbehouden om stukken, die naar het oordeel van de archiefvormende instantie voor vernietiging in aanmerking komen, te bewaren. In dit verband kan worden gewezen op de ondergeschikte positie waarin de administratie ten opzichte van de archiefdienst lijkt te verkeren: opmerkelijk is ook het ontbreken van enige vorm van registratuuropleiding. Het materiaal dat hij beheert stelt de archivaris in staat op cultureel gebied een belang rijke rol te spelen. Dat dit ook gebeurt blijkt uit de grootscheepse wijze waarop ten toonstellingen, colloquia en cursussen worden georganiseerd, al dan niet met behulp van audiovisuele middelen. De ontvankelijkheid voor de mogelijkheden van deze me dia leidt soms tot het samenstellen van programma's die met het archiefwezen in de strikte betekenis van het woord nauwelijks iets te maken hebben. Dit laatste geldt ook voor de verkoop van zegelafdrukken in de vorm van sieraden in archiefboutieks. Het streven om buitenlands archiefmateriaal met betrekking tot Frankrijk op microfilm in bezit te krijgen wijst op een zekere collectioneursmentaliteit. De stage technique biedt de Nederlandse archivaris de mogelijkheid zich te bezinnen op de verschillen tussen het Nederlandse archiefwezen, dat primair een administratief- politieke functie heeft en gericht is op efficiency, en het Franse, dat een sterk weten schappelijk karakter heeft en het stempel draagt van de grandeur van de Franse samen leving. Het gastvrije onthaal, de contacten met buitenlandse collega's, het onderzoek in waar devolle archieven en bibliotheken maakten deelname aan deze stage tot een verrijkende belevenis. F. van Anrooij CONCLUSION Le chartiste francais se sentit la vocation de servir l'histoire et le grandeur de la France et de ses régions, done il consacre beaucoup de son temps a l'organisation des exhibi tions, des colloques, des publications et des cours. Beaucoup moins que l'archiviste de chez nous il se sent lié aux problèmes administratives, quantitives et qualitives des administrations. Sa méthode scientifique se manifeste dans la manière dont il analyse les documents et fait des instruments de recherche, instruments splendides, mais qui lient bien les chercheurs aux points de vue des chartistes. Participant au stage technique l'archiviste néerlandais a l'occasion de s'orienter dans les differences de philosofie et des méthodes et d'approfondir ses choix. [301] [300]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1982 | | pagina 23