secretarissen en ondersecretarissen van staat in de periode tussen 1871 en 1914, hetgeen
heeft geleid tot acquisitie van 100 archieven van dergelijke functionarissen.
De Archives de France krijgen particuliere archieven aangeboden in de vorm van schen
king of in bewaring geving, of, op grond van een wet van 31 december 1968 'tendant
favoriser la conservation du patrimoine artistique', als 'dation'. In dit laatste geval be
treft het archieven, die aan de staat worden geschonken door mensen, die in het bezit
zijn gekomen van een erfenis waartoe zo'n archief behoort: schenking van die papieren
aan de staat geldt dan als betaling van de successierechten op de erfenis. De Archives
Nationales zijn op deze wijze bij voorbeeld in het bezit gekomen van de papieren van
maarschalk Lyautey, o.a. resident-generaal in Marokko en minister van Defensie. Op
de begroting van de archiefdienst is voorts een post van 1 millioen francs geplaatst voor
de aankoop van waardevolle particuliere archieven.
V. Toegankelijk maken
De archives nationales, départementales, communales en hospitalières zijn gerang
schikt in series, die zijn aangeduid met een letter of een combinatie van letters uit het al
fabet. Een serie kan worden onderverdeeld in sous-séries, die worden aangeduid met
een cijfer voor de serieletter. Het nummer van het stuk wordt achter de serieletter ge-
plaast.
Aan het seriestelsel van de archives nationales lag aanvankelijk het pertinentiebeginsel
ten grondslag, volgens hetwelk de archiefstukken werden ondergebracht in één van de
vier categoriën, te weten de 'section administrative' (de letters A t/m F), de 'série histo-
rique' (letters G t/m P), de 'série domaniale' (letters Q t/m U) en de 'série judicaire'
(letters V t/m Z). In de loop van de 19e eeuw is men, op basis van het respect de fonds,
archieven in hun geheel in een serie gaan onderbrengen, zij het niet consequent. Archie
ven van de ministeries kan men vinden in de serie F. Voor ministeriele archieven, die be
rusten in de Cité des Archives in Fontainebleau gelden speciale aanduidingen (bij voor
beeld de aanduiding Cabagri voor Cabinet du ministère de 1'Agriculture).
Het seriestelsel van de archives départementales werd, met inachtneming van het
respect de fonds, vastgesteld in 1841. De series A t/m L bevatten archieven van vóór
1790, de series M t/m Z die over de periode 1790-1940. Bij circulaire van 31 december
1979 werd besloten alle archives départementales na 1940 onder te brengen in de nog
openstaande serie W. Reeds overgedragen archieven over de jaren na 1940, die inmid
dels in de series M t/m Z waren ondergebracht, moeten alsnog een onderdeel gaan vor
men van de serie W (sous-séries 1W tot 1000W), terwijl archieven die na het verschijnen
van deze circulaire zouden worden overgedragen sous-séries vanaf 1000W zouden vor
men. Volgens dit systeem kan dus archief van dezelfde departementale dienst berusten
in de serie W onder verschillende sous-séries.
De seriestelsels voor de archives communales en hospitalières werden voor het eerst
vastgesteld in 1842.
[296]
Bij het inventariseren gaat de Franse archivaris veelal analytisch te werk. De stukken
worden bij voorkeur één voor één beschreven, meest in de volgorde waarin ze worden
aangetroffen, terwijl men in inventarissen van oude, middeleeuwse bestanden (bij
voorbeeld de Trésorie des Chartes) vaak verwijzingen aantreft naar publikaties waarin
het betreffende document is opgenomen. Naast de 'inventaire analytique' kent ment de
'inventaire sommaire par échantillon', waarin een aantal geselecteerde inventaris
nummers oppervlakkig worden geanalyseerd, het 'répertoire numérique' waarin een
document of een reeks documenten met een trefwoord wordt of worden omschreven,
en het 'répertoire numérique détaillé', waarin de documenten die voor het onderzoek
van groot belang worden geacht, uitgebreid worden beschreven. De inventaris wordt
ten slotte voorzien van een uitgebreide index, waarop eventueel een 'tableau métho-
dique des noms de matière' kan worden vervaardigd. Archiefschema's worden goedge
keurd door de Direction Générale.
Archiefbestanden die voornamelijk uit series bestaan, zoals de notariële archieven,
kunnen worden ontsloten door een analytische beschrijving te geven van stukken over
een bepaald onderwerp of uit een bepaalde periode. De 'Documents de minutier central
concernant I'histoire de l'art', samengesteld door Mireille Rimbaud zijn daarvan een
voorbeeld.
Aangezien de archivarissen sedert jaren worden geconfronteerd met een toenemend
aantal overdrachten en het inventariseren op de zojuist beschreven wijze een arbeids
intensief karwei is, is bij circulaire van 31 december 1979 bepaald, dat de inventaris in
principe wordt vervangen door de 'bordereau des versements'. De bordereau, die op
aanwijzing van de archivaris wordt opgemaakt door de instantie die archief wil over
dragen, bestaat uit een opsomming van een aantal over te dragen dossiers, ieder voor
zien van een (nieuw) nummer te beginnen met nummer 1: dossiernummers en de toe
gangen van de betreffende dienst verliezen bij overdracht hun geldigheid. De archivaris
dient de bordereau zorgvuldig te controleren en op basis daarvan het bestand te indice
ren. Overdrachten over een bepaald aantal jaren worden verwerkt in een 'tableau
méthodique des versements presentés par ministère,' nader toegankelijk gemaakt door
middel van een 'tableau méthodique des noms de matière'.
Bij het toegankelijk maken van archieven wordt ook de computer ingeschakeld. Zo kan
men de namen van de personen die in de periode 1350-1363 voor het Parlement van Pa
rijs hebben geprocedeerd met behulp van de computer opvragen. De service de l'infor-
matique werkt momenteel aan toegangen op de 'archives du secrétariat d'Etat aux
beaux-arts; commandes, acquisitions et attributions d'art par l'Etat, XlXème, XXème
siècle' (base Arcade), en de dossiers van het Legion d'honneur 1804-1954 (base Leono-
re).
Andere hulpmiddelen bij het archiefonderzoek zijn de archiefgidsen, de zogenaamde
'inventaires intersériels par sujet' (voorbeeld: 'Les sources de I'histoire de statistique en
France, du seizième siècle a 1930', samengesteld door B. Gille), gidsen voor het
[297]