De ingekomen kritiek van Ketelaar op de definitie van aantekening (74), waarin het sy noniem notitie voorkomt, vindt de commissie terecht. De commissie heeft echter nog geen andere mogelijkheid gevonden. Bordewijk vraagt de aanwezigen om suggesties. Wanneer de vergadering geen concrete suggesties naar voren brengt, herinnert Schimmelpenninck nogmaals aan de mogelijkheid om alsnog voor 20 mei a.s. schriftelijke suggesties ten aanzien van deze en andere termen bij de commissie in te dienen. Den Draak vindt de verwijzing naar term 74 in de definitie van kanttekening (75) vreemd overkomen. De daar gegeven aantekening is een andere dan die gedefinieerd in 74. Bordewijk zegt toe dat de verwijzing zal vervallen. Anzion stelt dat de woorden 'activa en passiva' in dagboek (77b) vervangen dienen te worden door 'activa minus passiva'. Wanneer namelijk het vermogen gevormd zou worden uit de activa plus de passiva dan zou er momenteel geen economische crisis heersen. Downer vraagt of de commissie hem een definitie van kameralistisch boekhou den kan geven. Mijland antwoordt Downer geen pasklare definitie paraat te hebben, doch verwijst naar de syllabus 'Documentkennis der financiële administratie', welke bij de Rijksarchiefschool te verkrijgen is22. De door de commissie voorgestelde aanvulling op de toelichting bij dagboek, dat uit de beschrijving moet blijken of men het dagboek onder a. dan wel genoemd onder b. bedoelt, vindt Ketelaar terecht. Hij vraagt zich af waarom de commissie dit onderscheidt ook niet aangegeven heeft bij de term rol (52). Spreker stelt voor om de term 'financieel dagboek' in te voeren. Bordewijk licht toe dat de commissie zoveel mogelijk vermeden heeft om meer dan één definitie bij een term te geven. In het onderhavige geval en enkele andere was daar echter niet aan te ontkomen. Invoering van een term 'financieel dagboek' vindt de commissie zeer ongelukkig, daar de term in het spraakgebruik niet voorkomt. Den Teuling vindt de termen 79. memoriaal en 78a. journaal thuis horen in de toelich ting op 77. Ketelaar is van mening dat de laatste zin van de toelichting op memoriaal dient te vervallen. De definities van 78a en 79 dienen volgens Mijland gehandhaafd te blijven, omdat het veel voorkomende stukken betreft. Een aanpassing van de laatste zin van de toelichting bij memoriaal zegt hij toe23. Aan de definitie van de term grootboek (84), onder a., dient volgens Anzion na 'bezit tingen en schulden' 'en het vermogen' te worden toegevoegd. In het grootboek worden namelijk ook het kapitaal en de aandelen van een onderneming opgenomen. Deze aan passing wordt toegezegd. 22 Zie H. J. M. Mijland, Documentkennis der financiële administratie in hoofdzaak van de 19e en vroeg-20e eeuwse bedrijfsadministraties. Utrecht 1978. Blz. 12. 23 Besloten is het aantal voorbeelden in de toelichtingen op de termen 77 en 78 te beperken. De woorden 'activa en passiva' vervallen in de definities van 77 en 79. De laatste zin van de toe lichting op 79 wordt: Synoniem is diverse postenboek. [276] Den Teuling stelt dat het voorraadboek (86) alleen bij produktiebedrijven voorkomt. Zijn bezwaar tegen de opgenomen financiële termen is dat er zijns inziens een willekeu rige keuze gemaakt is uit de voorkomende financiële stukken. Hij zou liever zien dat de analytische boeken en bijboeken gedefinieerd worden en alle vormen daarvan verwerkt worden in de toelichtingen daarop. Mijland zegt dat de kritiek van Den Teuling gedeel telijk terecht is. Nadere bestudering van de hoofdboeken of lijsttrekkers, om in de ter minologie van de commissie te blijven, maakte hem duidelijk dat de term voorraad boek daarin niet thuis hoorde. Zijn bedoeling is dan ook om in de eindvergadering van de commissie voor te stellen deze term te laten vervallen24. Dit geldt evenzeer voor de termen traiteboek en remiseboek, waarvan reeds besloten is om deze te laten vallen. De ze termen zullen worden opgenomen in de toelichting op de in te voegen definitie van wissel. Bordewijk merkt op dat de term wissel gedefinieerd zal worden als nu omschre ven in de toelichting op term 87 en geplaatst zal worden na term 66. Ketelaar zegt ver heugd te zijn dat de term wissel uit de 'wachtkamer' is gehaald. Hij kan akkoord gaan met het opnemen van het synoniem wisselbrief in de toelichting op wissel, doch advi seert om het gebruik daarvan te ontraden om mogelijke verwarring met de term brief te voorkomen. Bordewijk deelt mede dat de commissie op suggestie van Ketelaar en Lievense de term inhoudsopgave zal verplaatsen naar 91a, ofwel voorafgaand aan index. Ketelaar vraagt waarom de term tafel door de commissie als verouderd wordt beschouwd. Bordewijk antwoordt dat deze term nauwelijks meer wordt gebruikt. Ketelaar betwijfelt dit ten zeerste, waarop Bordewijk aan de aanwezigen vraagt wie deze term momenteel nog ge bruikt. Dit blijken slechts vier van de ruim zeventig aanwezigen te zijn. De term tafel is dus kennelijk verouderd. In de toelichting op index (92) worden, aldus Den Draak, de volgende voorbeelden ge geven.' trefwoordenindex, naamindex en zakenindex. Hij vraagt zich af waarom naam- index in het enkelvoud staat en de andere twee niet. Hij stelt voor hier ook 'namen index' te gebruiken. Bordewijk zegt toe dit nader te bekijken25. Drs. F. A. M. Schoone stelt vervolgens voor om in de toelichting op minuut (96) de term notarieel brevet op te nemen. De commissie gaat hiermee akkoord26. Bordewijk deelt de vergadering mede dat op initiatief van de CAS het woord 'ambte lijk' vervalt in de definitie van expeditie (97). Van Heel zegt het verschil tussen expeditie en grosse onder 98a niet te begrijpen. Ketelaar maakt duidelijk dat er een verschil is 24 In de eindvergadering van de commissie, op 14 juli 1982, is besloten de term voorraadboek met toelichting te handhaven vanwege het veelvuldig voorkomen van voorraadboeken in archieven. 25 Volgens Van Dale is het gebruik van 'namen...' in samenstellingen minder gebruikelijk. De NAT geeft eveneens naamindex. Besloten is geen wijziging aan te brengen. 26 Aan de toelichting op de term grosse (98) zal de volgende zinsnede worden toegevoegd: Een notariële akte die niet als grosse naar een minuut wordt uitgegeven, maar rechtstreeks als ori gineel, noemt men een akte in brevet. [277]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1982 | | pagina 11