In de definitie van cartularium (41) is, volgens Den Draak, naar analogie van het ge bruik in andere termen, 'zijn' te vervangen door 'zijn/haar'. Bordewijk stelt dat hier een probleem van de typografie om de hoek komt kijken. De term is namelijk letterlijk uit de NAT overgenomen. De definitie zou dan rechtop gedrukt moeten worden en in de toelichting op de term zou de term uit de NAT cursief gedrukt moeten worden. De commissie voelt hier niet voor, om de typografie niet nodeloos ingewikkeld te maken. Mevrouw mr. M. M. Warning merkt op dat het woord resolutie ook nog in de negen tiende eeuw in zwang is. Dit blijkt niet uit de toelichting op besluit (43). De commissie zegt toe de tekst van de toelichting zo te zullen redigeren, dat hiermede rekening wordt gehouden18. Ketelaar zou graag zien dat de afkorting 'amvb' weggelaten wordt uit de toelichting op verordening (45). Dit om te voorkomen dat de afkorting bij het beschrijven gebruikt gaat worden. De commissie gaat hiermede akkoord. Van Heel zou graag in de definitie van statuten (47) opgenomen zien, dat deze altijd op gesteld zijn in een authentieke vorm. Meeuwissen antwoordt hem, dat dit niet juist is. Hij wijst erop, dat statuten om statuten te kunnen zijn niet persé door een daartoe be voegde autoriteit opgesteld behoeven te zijn. Hij noemt in dit verband de statuten van een simpele personeelsvereniging, waaraan geen notaris te pas is gekomen, maar die toch als statuten in de aangegeven zin beschouwd moeten worden. Dergelijke statuten kwamen veel voor bij verenigingen zonder de indertijd bestaande 'Koninklijke Goed keuring' of 'erkenning', en komen nu nog voor. Van Heel merkt verder op dat hij het woord 'officiële' in de definitie van notulen (51) niet begrijpt. Dit woord is toch overbodig, omdat ze steeds ambtshalve worden opge maakt. Bordewijk licht toe dat 'officiële' slaat op 'verslag'. Iemand anders dan de offi ciële secretaris kan ook een verslag maken van een vergadering die hij bijwoont, doch het betreft dan geen notulen. A. Anzion stelt dat de definitie gegeven onder 54b. (rekening) daar niet thuis hoort, doch elders in het Lexicon dient te worden opgenomen onder de term factuur. Ook voor de term declaratie zag hij graag een aparte definitie opgenomen. Alvorens hierop te antwoorden, deelt H. J. M. Mijland de aanwezigen mede, dat de heer Anzion zijn schriftelijke reactie op het Lexicon aan het begin van de vergadering aan de commissie heeft overhandigd, zodat het niet mogelijk zal zijn op al zijn vragen een pasklaar ant woord te geven. Wat de gedane suggestie betreft ten aanzien van 54b. antwoordt Mij land, dat de commissie juist gekozen heeft voor het gebruik van de term rekening. 18 De laatste zin van de toelichting is als volgt aangepast: De term 'resolutiën' dient in principe gereserveerd te worden voor besluiten van bestuurscolleges van vóór 1798. Ten aanzien van de termen 5658 (winst- en verliesrekening, exploitatierekening en balans) merkt Anzion het volgende op. De definities van deze termen zijn volgens hem niet geheel juist. Of er in een bedrijf winst of verlies is gemaakt of geleden wordt name lijk reeds bepaald door het opmaken van de kolommenbalans. Van het vergelijken van baten en lasten kan volgens spreker onmogelijk sprake zijn. Ten aanzien van de balans merkt hij nog op dat deze niet wordt opgemaakt om de vermogenstoestand vast te stel len, dat gebeurt namelijk ook reeds in de kolommenbalans. De toelichting op balans vermeldt verder dat de proefbalans en saldibalans voorstadia zijn van de balans. Deze vormen echter onderdelen van de kolommenbalans. Mijland reageert in de eerste plaats op de laatste opmerking van Anzion. De kolommenbalans komt inderdaad meestal al leen voor als stuk met daarop de proef- en saldibalans. Doch in oudere archieven ko men de proef- en saldibalans wel als afzonderlijke stukken voor. Wat de opmerkingen ten aanzien van de definities 5658 betreft, deze zullen nader door de commissie bestu deerd worden19. De passage in de definitie van brief (61), dat de brief aan een bepaalde vorm dient te voldoen, vindt Van Heel geheel overbodig. Ketelaar zou graag de oude definitie van brief gehandhaafd zien. De huidige definitie van brief kan volgens hem voor elk stuk gelden. Drs. B. J. van der Saag vindt de kritiek van Ketelaar meer gevoelsmatig. Borde wijk antwoordt op de vraag van Van Heel, dat de bepaalde vorm duidt op het voorko men van het adres, de datering, en dergelijke. Diverse aanwezigen vinden dit echter niet zo en ondersteunen de twee vragenstellers. De commissie besluit de definitie nader te overwegen20. De definitie van prospectus (68) vindt Den Draak niet duidelijk. Hij vraagt zich af of al leen een bedrijf een prospectus kan uitgeven. Volgens hem kunnen ook anderen dit doen. Van der Saag licht toe dat met het woord onderneming niet alleen een bedrijf wordt bedoeld doch alles wat ondernomen wordt. Besloten wordt om de term nader toe te lichten21. Nagelhout vraagt vervolgens of een trouwkaart ook onder de definitie valt, waarop enige hilariteit ontstaat. Naar aanleiding van het besluit van de commissie om de toelichting bij bestek (72) in te trekken, merkt drs. D. van der Vlis op dat in de scheepvaart de term bestek wel degelijk voorkomt. Bordewijk antwoordt dat dit de commissie bekend is, doch dat de term scheepsbestek in geen enkel woordenboek voorkomt en dat bestek in de scheepvaart een heel andere betekenis heeft dan die welke door de commissie is gedefinieerd. 19 De definities blijven gehandhaafd. De toelichtingen zijn zodanig aangepast dat de onderlinge relatie van de stukken duidelijker wordt. Tevens is daarin de rol van de kolommenbalans nader toegelicht. 20 De definitie in het concept wordt vervangen door die uit de NAT nr. 16. 21 Als toelichting is opgenomen: Onderneming is hier niet gebruikt in de enge betekenis van be drijf. [275] [274]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1982 | | pagina 10